Chicago
Na een goede vlucht met mooi zicht op de ijszee bij New Foundland pikken we op de luchthaven van Chicago een “snelle” taxi van een runner. Vooruit maar net als in Marokko: geen gezoek wel wat duurder. Na enkele uren rust gaan we via shuttle en trein naar Downtown Chicago. Wat een fraai centrum met wat een hoge ‘skyskrapers’. Zonder plattegrond maar na ongeveer 5 mijl wandelen (ja die maat gebruiken we voortaan maar) schieten we in de Hankocktower in 40 sec naar de 94e verdieping op 344 m hoogte waar we van fantastische uitzichten genieten. Op het Michicanmeer komt de mist opzetten maar landinwaarts blijft het een fraai gezicht en zien we de zon ondergaan. Diep beneden ons zien mensen als mieren rondlopen: fascinerend ook in het avondlicht. We dalen ook snel af (veel slikken) en pikken voor de deur een taxi, want we zijn echt bekaf. Om 9 u zijn we na een rit van ruim 3 kwartier weer in het hotel en duiken we het bed in. Moe, maar voldaan, maar na 20 u op de been vallen we als blokken in bed.
Chicago
Uiteraard worden we om 4 u in de Amerikaanse nacht wakker, doezelen wat, kruipen achter de electronica en constateren dan alles via facebook werkt: men kan onze 'strapazen' ontvangen. Alleen het draadje om op onze eigen website foto’s te zetten ligt nog thuis, gaat dus niet lukken.
’s Ochtends zien we de weersverwachting voor de komende dagen en daar wordt een mens niet vrolijk van . Gisteren al een tornado in de buurstaat Michigan en er komen er nog een paar aan. Wel veel verder naar het zuiden. We kiezen dus bewust om de noordelijke route I-80 te gaan rijden en niet de zuidelijke I-70. Er zit ook veel sneeuw in de Rocky Montains aan te komen, maar daar zijn we pas over een week: we zien wel. Andere nederlandse echtparen gaan echter wel die kant uit en die zijn er niet erg blij mee.
Om 13.00u mogen we de”brandnew” camper van 25 foot ophalen. Het is een achteraf kantoortje van een familiebedrijf. We worden wel goed geholpen en zijn binnen een uur volkomen geïnformeerd. Ok, en dan ‘karren’ maar met een voet/handrem en verder geheel automatisch. ’t Is een belevenis. Het is een lange camper en fors breed. Maar wel ruim dus en …effe wennen. Het blijkt wel een wammes-waggelcamper te zijn dwz erg gevoelig voor zijwind. Eerst rijden we naar een grote super: Walmart en slaan fors in maar geen vers fruit, groente en vlees te koop: alles alleen in de diepvries.
Als we vervolgens de grote weg (Interstate 88) willen op rijden, blijkt het een tolweg te zijn. We dachten daar te kunnen betalen met creditcard, maar het kan alleen met muntjes. Ok, en die hebben we (nog) niet, maar wel biljetten. Dus stoppen langs de weg en Rob houdt gewoon zijn hand omhoog. Na 5 minuten stopt een vrouw met haar auto en geeft 70 dollarcent. Ok, heel leuk, maar dat is te weinig. Rob ziet dan een bestelauto wachten op de zijweg en vraagt de man, die vrolijk zit te bellen, of hij papiergeld kan wisselen. En ja dat lukt. Een half uur verder komen we bij een bevrouwde tolpoort en daar wisselen we een 10 dollarbiljet voor de coins. Na een 85 km komen we op de camping (Recreationel Vehilce) Resort Sycamore aan en krijgen een prachtige plek aangewezen bij het ‘lake’ met electra. Verder hoeven we nog geen water en afvoer, want gas, water, benzine (gasoline) is geheel gevuld. We zitten heerlijk in de zon, want ook deze dag is het veel te warm (minsten 10 graden te warm) voor de tijd van het jaar. We moeten dan nog alle dozen met nieuwe spullen uitpakken, zweten dus vanwege de warmte en eten daarna een pizza. Daarna vroeg naar bed want moe zijn we wel.
Er zitten nogal al wat verrassingen de camper: het werkt toch af en toe fors anders. En van indelingen in kastjes en bijvoorbeeld aflegplankjes hebben ze nog nooit gehoord. De stroom heeft maar liefst een amperage van 30 maar dat is ook nodig voor magnetron, koeler en er is zelfs een ingebouwde generator aan boord die op gas werkt. En toch willen wij niet ruilen met die camper van ons thuis. Maar leuk is het wel: de reis kan nu echt beginnen.
Oxford
Vandaag rijden we pas om 10 u weg, want in de verte onweert het flink en ook wij krijgen wat regen. Uiteindelijk valt het toch erg mee als we de route via I 88 nemen richting I 80. Het waait wel hard en de camper schuifelt van links naar rechts over de weg. Het is net een waggelende eend. Zeker als de grote trucks voorbij denderen. Rob rijdt een snelheid van 60 mijl, terwijl 65 is toegestaan. De lange trucks rijden erg hard. We vinden een leuk plekje om te lunchen en bezoeken nog even een Walmart om 2 campingstoeltjes te kopen. Helaas blijken die later wel erg klein te zijn: kindermaatjes dus: hoe dom kun je zijn. Maar kleine troost: de wijnglazen die we kochten zijn wel heel goed.
Rond half vier zijn we op de camping Sleepy Home bij Oxford en hebben zo’n 182 mijl afgelegd. Weer een mooie plek aan het water. Inchecken via een formulier die je met geld in een envelop in de brievenbus doet. Het is prachtig maar wel winderig weer. Rond 7 u een lekkere ‘diepvriesmaaltijd, die tegen verwachting in uitstekend smaakt. ’s Lands wijs, ’s lands eer.
Nebraska City
Lekker geslapen en vroeg wakker nog van jetlag denken wij. Vroeg op pad dus: we rijden al rond de klok van half negen. Via de I 80 rijden we langs Des Moines en vervolgens zuidwaarts over de I 35. Er staat fors wat wind: de deur van de camper waait weer eens open en de dakluiken houden het maar net. Rob voelt zich kapitein op een zwalkend schip. Soms worden we dik een halve meter opzij gedrukt. We zoeken daarom de binnenwegen op en rijden wel wat om, maar ook minder hard. We zien daardoor ook veel meer van het landschap: lijkt toch soms wel wat op Nieuw Zeeland en vooral de huizen van hout. We vinden steeds aardige stopplaatsen en soms is dat bij de parkeerplaats bij een kerk en omdat het zondag is, denken wij dat het een gezegende plek is. Onderweg kunnen we op een ‘restarea’ gebruik maken van free wifi en skypen met kleinzoon Jim: heel leuk! Ook even via Facebook contact met Nel: ook leuk. Na 288 mijl gereden te hebben stoppen we in Nebraska-city op de RV campground Victorian Acres waar Dennis de eigenaar ons zeer hartelijk ontvangt en snel de internetmogelijk in orde brengt. Daarna lekker aan de wijn, waarbij het Zwitsers mes, dat Rob kreeg op zijn verjaardag heel goede diensten bewijst.
Minden
Vandaag vertrekken we uit Nebraska-city aan de Missouri. Hier verzamelden zich de avonturiers en de pelsjagers zo rond 1860 om de Oregontrail uit te leggen. Bijna 500000 kolonisten hebben dat in de loop der jaren gedaan! De trail is in Nebraska al 689 km lang en loopt door tot Oregon aan de westkust: totaal 3200 km!
Een dikke 150 jaar later doen wij dat luxe met de camper: ook een beetje avontuur en historisch: nooit gedacht hier te rijden.
Via heel goede binnenwegen rijden we over de eindeloze vlakten van Nebraska. We vinden het ‘flat land’niet zo spectaculair. We hebben minder wind, maar wel wat regen. We ontdekken heel toevallig Pioneer Village in Minden waar ‘the story of America and how it grew’ te zien is met 50000 (!) voorwerpen in 28 gebouwen. We lopen langs honderden auto’s, tientallen tractoren, fietsen, huifkarren, oogstmachines, ijskasten en dat allemaal in oude gebouwen, die door een privéverzamelaar allemaal bij elkaar gebracht zijn. We kijken onze ogen uit. Daarna zoeken we een camping voor campers, maar die bevalt ons niet (we zijn beter gewend) en zoeken dus iets verder. Ok, die is wel beter, maar toch zeer basic, hoewel er is free wifi en dat is weer leuk.
Ogallala
Vandaag rijden we niet heel veel: ongeveer 132 mijl. We bezoeken eerst in North Platte, waar juist afgelopen zondag een tornado huishield (gezien op tv in de camper) het huis en de ranch van William Cody alias Buffalo Bill. Indrukwekkend hoeveel er bewaard is van de tijd waarin hij leefde (rond 1865) en wat hij allemaal uitvoerde. Historisch is het wel, maar toch vinden wij heel weinig terug van de heroïsche strijd die de oorspronkelijke bewoners van het land voerden tegen de indringers. Wel vind je bijvoorbeeld een dankgeschenk van de Sioux-indianen aan Buffalo Bill, die in zijn shows later optraden. Het gebied was vroeger van de Cheyennes en hun vijanden de Pawnees. Maar goed: het is toch historie en je voelt er wat bij. In de barn ontmoeten we een 84-jarige vrouw, die met de radio heel hard aan, ons nog verteld dat haar Grandma als kleintje in dit gebied kwam en nogal bang was.
We beklimmen vervolgens de Golden Spike Tower waar we vanaf de 8e verdieping het grootste rangeerterrein van de wereld kunnen bekijken. Hier ontmoeten de treinen van oost en west elkaar en worden de goederenwagons gesorteerd en door computers van een verhoging gestuurd naar de volgende bestemming. Ook dit vinden we erg interessant. De locs rijden wel op diesel, maar die drijven vervolgens electromotoren aan. De locs zijn goed voor 4500 paardekrachten en meestal staan er 2 of 3 voor een 125 tot 150 wagens……wat een lengte!
We rijden nu echt door het stille land van de prairies van de indianen en cowboys. Daarna rijden we naar de camping in Ogallala waar de toiletvoorzieningen gesloten zijn, maar we wel wifi hebben. Het is maar wat je belangrijk vindt…maar we hebben alles aan boord….dus gaat dat lukken.
Gering
Vandaag rijden we de Oregontrail en een deel van de Mormontrail. We bezoeken het Visitorcenter bij de Chimney Rock dat als een wijsvinger omhoog wijst. Een markeringspunt voor de kolonisten die westwaarts trokken. De Hwy 26 is tweebaans, maar heel prettig te rijden. En weer rijden we door bijna verlaten land en komen steeds minder auto’s tegen. Ook hier weer allerlei ‘Historical Marks’ van de trek rond 1850 naar het westen en vooral Oregon. Rob koopt hier een boek wat gaat over de Indiaanse visie rond die trek, want in zo’n center is het eigenlijk allemaal gezien vanuit de succesvolle ‘invaders’ en wordt de visie van de oorspronkelijke bewoners weggestopt. Dan rijden we naar Scots Bluff: een rotsformatie van 240 m hoog met een smalle doorgang naar het westen. Het is te laat om de top te beklimmen en dus zoeken we in Gering de campground op en genieten tot 7 uur buiten van de warme zon: top!
Custer
Vanuit Scotts Bluffs rijden we een ‘scenic’route over de prairie waar de Sioux ooit leefden. Het land is uitgestrekt, golvend en gortdroog. Het wordt nu veel rustiger met het verkeer. Het is weer een prachtige zonnige dag. Via het Custer National Park zoeken we in Custer de enige campground op die open is en wifi heeft. In het park drinken we op een heel fraaie plek koffie. Vandaag hebben we 200 mijl afgelegd en zijn nu na een week halverwege de reis. We hebben bijna 1300 mijl afgelegd. Lekker opgeschoten zoals het plan was. In de komende 2 weken moeten we nog 1250 mijl afleggen o.a. door de Rocky Mountains. Reizende Amerikanen roepen bij onze reis: woh !
Newcastle
We bezoeken het in aanbouw zijnde beeld van Crazy Horse dat in de berg wordt uitgehouwen. Een immens bouwwerk begonnen door een Pool in de vijftiger jaren ter ere aan een indianenchief van de Lacota’s. Het bouwwerk toont alleen nu het hoofd, maar daar kunnen de 4 hoofden van Mount Rushmore gewoon in: zo groot is het. We zien de film over de Lacostes en de bouwer die er aan begon. Met een oude bus rijden we naar de voet van het monument: werkelijk immens…zoals zo veel in dit land. Het maakt echt een onuitwisbare indruk, wat de indianen allemaal hebben moeten inleveren. Op de vraag van Rob hoeveel er nog over zijn wordt geantwoord: 26000 maar die leven in het reservaat. Gewoon gedeporteerd dus. Maar ok, dit ‘memorial’ is geheel gewijd aan de indianen.
Daarna rijden we naar Mount Rushmore waar de 4 hoofden van de presidenten Washington, Jefferson, Roosevelt en Lincoln uit de rotsen gebeiteld zijn. Ook fors, maar toch maakt het veel minder indruk dan het in aanbouw zijnde beeldhouwwerk van Crazy Horse en zijn paard.
Vervolgens rijden we in een uurtje naar Newcastle. We pikken nog een senior marathontrainer op (ja Jan hij kende je echter niet!) en brengen die even naar zijn woonplaats. Hij woog ooit 300 pond (150 kilo) is toen gaan lopen en woog nu nog rond de 60 kilo. Hij zag er nu goed uit. We genieten rond half vier lekker van de zon.
Montana
Vandaag rijden we vroeg weg via Write naar Buffalo. Een wat saai landschap zonder bomen en bewoners. Onderweg zien we op alweer een prachtige dag een open dag-kolenmijn, waar we al steeds de enorme kolentreinen voorbij hebben zien rijden. We zijn al vroeg op het geplande einddoel na 180 mijl en besluiten door te rijden. Na nog eens 180 mijl zitten we in Billings in Montana. De campground ligt aan de Yellowstone-river, die geheel droog staat. Morgen richting Gardiner en dan kijken of het park zelf wel in kunnen. Het is hier wel al een stuk kouder.
Yellowstone
Vandaag rijden we vanuit Billings door het prachtige Montana naar Livingston de I 90 af, Via Paradise Valley rijden we naar Gardiner en rijden daar het Yellowstone park binnen (25 dollar) en na 5 mijl bereiken we de enige camping die in Yellowstone open is ( 7 dollar per nacht). Je hebt er niets dan stilte en wat toiletten, maar voor de rest moet je ‘ self- contained’ zijn en dat zijn we want hebben in Billings op de Amerikaanse manier ons ‘grey and black water’ geloosd en schoon water getapt: 10 x simpeler dan in Europa, waar je altijd met je ‘eigen plas en poep’ met sjouwen. Nee, hier hebt je een brede flexibele buis waar je eerst het ‘black’ door heen spoelt en vervolgens het ‘grey’ water. En alle aansluitingen zijn het zelfde in heel Amerika. Dat geldt ook voor het electra: je trekt je kabeltje er van achteren uit, plugt het in en je hebt 30 of 50 amperage: kom daar maar eens in Europa mee aan met 4, 10 of max. 16 amp.
Cook City
Weer een stralende dag en we bezoeken de terrassen van Mammoth Hot Springs. Het hete water borrelt en blubbert uit de bodem en de rotsen en heeft de meest fantastische terrassen doen ontstaan. De kleuren zijn in alle tinten wit tot oranje, bruin en groen. We lopen ongeveer 2 uur lang over uitgezette houten vlonders, waar je absoluut niet van af mag, want dat is levensgevaarlijk. We filmen heel veel en zullen thuis wel zien wat we wegsnijden. Verder zien we op de rit naar Cook city diverse kuddes buffalo’s, die rustig kauwend hun weg zoeken, maar soms ook elkaar fors uitdagen. We blijven op redelijke afstand. Na 50 mijl kunnen we even het park uit naar Cook city, een gehucht waar we niet verder kunnen, want erachter ligt een pas die volledig besneeuwd en beijsd erbij ligt. We duiken even een restaurant binnen, waar we zonder vragen gratis koffie aangeboden krijgen van de eigenaren, want ze zeggen dat ze onze komst een leuke onderbreking vinden. Het bord Open is normaal ondergesneeuwd en dat laten ze dus meestal zo en zijn dus eigenlijk nu dicht. Great!
Daarna rijden we dezelfde weg terug en zien de buffalo’s wel van heel dicht bij: ze staan gewoon op de weg en zijn niet van plan opzij te gaan: het is hun territorium. Heel voorzichtig rijden we er langs. We besluiten nog een nacht op dezelfde campground in het Yellowstonepark te blijven staan. Het weer is verslechterd: het regent en het waait hard, dus zoeken we een plekje helemaal aan het eind van de camping en staan daar redelijk in de luwte.
Great Falls
geen last van beren, buffalo’s of wolven gehad, …..alleen maar van een stel Japanners, die nog dachten dat er oorlog was of zo….midden in de nacht….en wij maar denken dat ze hulp nodig hadden! Slecht geslapen dus op deze verder heel stille camping. We besluiten naar Great Falls te rijden, wel een omweg, maar wel erg mooi. Een mooie canyon gezien van 330 miljoen jaar geleden, die toch onder de zeespiegel lag, maar in 5 miljoen jaar daarna boven water kwam. Wat zijn wij als mensjes dan toch nietig en pas op deze wereld. We rijden vandaag door een zeer stil gedeelte van Montana tussen dennenbomen en veel stukken sneeuw. Volgens ons moet dit stuk erg op Canada lijken. Maar daar gaan we echt niet heen: te koud, het vriest er te vaak ’s nachts en daarom houden we het bij het oude plan om via Missoula, Spokane en Seattle naar Vancouver te rijden. De voorspelde temperaturen doen daar zomers aan en daar houden we van. Via de onze website op 50 plusser hebben we bericht gekregen van Flip en Frida die ook touren met een camper in Amerika en ons op dit idee brachten: dank je wel. Verder reageerden Bé en Margriet van onze Marokkoreis. Helaas kunnen we niet antwoorden, want de emailadressen hebben wij thuis….lijken we Hagenezen dus. Na de vakantie maar contacten.
Missoula
Vandaag bezoeken we eerst de Great Falls: een enorme dam in de Missouri waar ze 16 Mw kunnen opwekken. Daarna rijden we de US 200 naar Missoula door mooi golvend land, stoppen voor een geweldig snelle opkomende onweersbui op een ‘rest area’ en zijn rond de klok van 4 u na 200 mijl op de volgende camping in Missoula. Gisteren John en Ada gebeld in Chilliwack en daar gaan we in of na het weekend naar toe.
Sandpoint
We tanken eerst weer “full” regular (de liters vliegen erin en de dollars eruit, maar goed 3,8 liter voor 3,65 dollar dwz 1 liter voor 1 dollar dus nog altijd heel wat goedkoper dan in NL) en ‘propane’ want we proberen morgen Canada binnen te rijden. We pikken daarom de US 200 en rijden weer prachtig met redelijk goed weer. Tussen de middag stoppen we even bij de brandweerkazerne in Arlee en kunnen daar even ‘free wifi”pakken en dus even ‘facebooken’. Halverwege de middag zien we steeds meer sneeuw en vervolgens begint het fors te regenen. We stoppen daarom in Sandpoint en oriënteren ons op de ‘roadconditions en ‘the weatherforecast”. Beide zijn voor de gekozen route slecht, dus zullen we morgen weer afzakken naar de I 90 waar we waarschijnlijk in 3 of 4 dagen Chiliwack zullen bereiken.
Ellensburg
Vandaag rijden we uit Sandpoint weg met regen, heel veel regen en via Coeur d’Alene en Spokane na heel veel miles (240) beland in Ellensburg
Seattle
Na eerst skype-contact met Jim, Bram en Martin en daarna uitvoerig met Judith, Ruben en David gereden via de met sneeuw bedekte Snoqualmie-pas naar Seattle waar we de RV-camping pakken van Bellevue. Eerst wat eten en uitrusten en daarna via de bus 554 naar downtown Seattle waar we de Pike Place bezoeken: bekend om het gooien met vis als er wat gekocht was: heel leuk om ze erbij te horen zingen voor ze de vis ook werkelijk over de toonbank gooien. Daarna via de monorail van 1 mijl (!) naar de Space tower gereden, die echter dicht blijkt te zijn vanwege een ‘event’. Maar niet getreurd, onderin de toren zien we de vermelding van het restaurant en dat blijkt al draaiend 1 verdieping lager wel per lift bereikbaar. En dus…..once in your life….naar boven en al draaiend genietend van het uitzicht op de 63e verdieping ook nog eens lekker gegeten. We zien de avond vallen en gaan in donker weer terug en pakken rond half tien weer de bus naar de camping: een weer schitterende dag, die regenachtig begon, maar de zon doorbrak toen we in de stad kwamen. We hebben ontzettend geboft.
Sumas
We rijden van Seattle via de Hwy 5 naar de grens met Canada die we bij Sumas passeren. We zijn rond half vier bij Ada en John, waar we heel hartelijk ontvangen worden: de camper wordt achter een hek gestald en we verblijven bij Ada en John in hun huis. We hebben veel uit te wisselen.
De volgende dag maken we met elkaar een wandeling om de ‘herons’ (reigers) in hun beschermde gebied te zien. Wandelen is heel goed na al die kilometers rijden. We zijn best moe en dat geldt ook voor Ada en John die net vorige week een zus/schoonzus verloren.
Sumas
Vandaag is het zeer regenachtig en besluiten we niet met elkaar naar Whistler te gaan, maar we bezoeken Evert die vorige week zijn vrouw verloren heeft, met een troostbloemetje en lunchen met Ada en John bij Denny’s, waar we bediend worden door een zeer stevige tante in omvang en in woorden. Maar het eten was prima.
’s Avonds komt Sandra (dochter van Ada en John) langs met de 3 kinderen Madison, Riley en Spencer en ook dat is heel gezellig.
Squamish
Eerst nog even David via skype gefeliciteerd. Daarna heel laat vertrokken via de ‘mooiste highway’ ter wereld: de Sea-Skyway, die we besluiten te rijden niet tot Whistler, maar tot Squamish. En het is waar, want het is een prachtige weg langs de Howe Sound, zoals ze die hier ook noemen. (Sound: net als in Nieuw-Zeeland). We boffen weer eens want het weer is weer heel mooi, maar de temperatuur is natuurlijk laag, omdat je steeds hoger komt. De weg is heel goed te berijden, want de sneeuw ligt op veel hoger hoogte. We stoppen bij diverse mooie uitzichtpunten en natuurlijk ook bij de hoge Shannonfalls. In Squamish stoppen we heel lang om lekker te eten, met uitzicht op water, bergen, kitsurfers (bij 3-4 graden en ijskoude wind!) en houtverwerkers. Op de terugweg schieten we een mooie souvenirwinkel binnen naast een houtbewerker. Zijn werk is mooi maar veel te groot om iets ervan te kunnen meenemen. Na deze mooie dag schuifelen we op een achtbaans brede weg dwars door ‘down-town’ Vancouver naar de grens. Over de stad alleen al doen we meer dan 1 ½ u, maar ook de Amerikaanse grens mag er zijn: een uur wachten, opschuiven, wachten, opschuiven ….en uiteindelijk wordt er simpel gevraagd: where do you come from …en what are you doing here…Het eerste had hij in de paspoorten kunnen zien, maar ja, je houdt het in je hand en kijkt er niet naar. Bij het tweede was het voldoende om aan te geven dat we de camper in Bellingham moesten afleveren.
Net voor donker tanken we vol voor de laatste maal ( $ 170 !) en bereiken we de bijna volle ‘campground’ en bemachtigen we één van de weinige overgebleven plekjes: ja het is dan ook bijna ‘good Friday’. Rob ziet letterlijk sterretjes en duikt met aspirine en veel water even op bed, terwijl Marja het eten klaarmaakt. Lekker nog een deel van het maal dat John en Ada hebben bereid. Na de afwas wat opruimen en morgen verder opruimen, want dan is het aflveringsdag van de camper.
Vancouver
Vandaag is het inleverdag van de camper. Gewoon om 7 u op, schoonmaken, ‘black and grey’ water lozen, terwijl Marja de lakens en slopen als service nog wast en droogt. Snel zijn we klaar en om 10 u zijn we al bij El Monte in Bellingham om de camper af te leveren. Een goede ontvangst en een snelle afhandeling zijn het beslist en we worden daarna per shuttle weer over de grens naar het hotel in Vancouver gereden: echt goede service.
In het hotel rusten we een poos en in de loop van de middag worden we via de shuttle naar de Skytrain gebracht: wij voorin, want we verwachten mooie uitzichten:… nee dus…vrijwel direct duikt de trein de tunnel in en dat blijft tot Waterfront-station. Maar…daar is het fraai…mooi weer…ja hoor…en een mooie wandeling rond Canada Place met de ‘five sails’ die verdacht veel lijken op het operagebouw in Sydney: beter goed gepikt dan slecht bedacht….We kijken naar de watervliegtuigen die in de haven van Vancouver af en aanvliegen, wandelen een flink stuk door de stad, verbazen ons over de mooie hoge kantoorgebouwen en de daar tussen verstopte kerken en af en toe afgrijselijk lelijke stegen, waar de electraleidingen aan stevige houten palen hangen. Tegen de avond eten we bij een Italiaans restaurant, maar dat is geen succes: bonen die niet te eten zijn, teruggestuurd worden en dan nog …..minder te eten zijn: en dat ook nog eens peperduur: …once in your lifetime !!!! Daarna weer terug met de onbemande Skytrain en even een stukje taxi vanwege de beentjes van Marja.
Vancouver - Amsterdam
Vandaag vliegen we al om 7 u van Vancouver in 4 1/2u naar Houston en vervolgens in 10 u naar Amsterdam: beetje om, maar Houston is een ‘international hub’ en ‘so you have to do that”. Bij de Amerikaanse douane gaat alles eerst heel goed, maar dan blijken de vingerafdrukken van Marja niet goed te zijn en wordt ze apart genomen. Hup naar een ander lokaal en wachten en daarna een heel stevige en norse ondervraging, die hetzelfde is als bij de eerste douane. Wel hebben zijn getraceerd dat zij de eigenaresse is van de ‘yellow suitcase’ . En weer vragen ‘what did you bring to the States and what did you do in Canada'. Maar uiteindelijk mogen we door en worden (wat vriendelijker nu) het lokaal uitgeleid en kunnen we nog snel wat eten op de luchthaven. We ontmoeten daar weer een ander stel die ook een motorhome wegbrachten, maar dan naar San Francisco: zij hebben heel zwaar weer gehad en ook een keer vorst tot –min 22 graden Celsius en moesten dus alles aftappen. Wij hebben dus erg, heel erg geboft.
In het vliegtuig maakt Rob het verslag af en Marja leest een boek en zo wordt het vanzelf 8 april en zijn we op deze voor ons bijzondere dag op Paasmorgen weer terug in ons land. We hebben weer een bijzonder mooie reis gehad. We hebben veel gereden: een dikke 3300 mijl (= ongeveer 5300 km), maar het was de moeite waard…..
En thuis ontdekken we dat de Security van de Amerikaanse douane de koffer van Rob het 'gekraakt' en alles heeft gecontroleerd. Kennelijk maakten we niet zo'n safe indruk op hen. Maar ok, 'it's all in the game' en er is natuurlijk wel wat gebeurd in dat grote land......
Het blijft de moeite waard!