Amsterdam - New York
versnaperingen en een maaltijd.De berichten werden ook in het Nederlands uitgesproken zij het met een Limburgs accent.Af en toe moeilijk te verstaan.Gelukkig hadden we het Engels nog. Op zichhebben we er weinig moeite mee om zolang te blijven zitten. Je moet wel regelmatig gaan verzitten maar iPad en het scherm in de stoel voor ons hielden ons wel bezig.De officiële vliegtijd is 7 uur en 23 minuten.Daarbij leggen we zo’n 5877 km af. De meeste tijd op een hoogte van 12000 meter.
Taxi in New York:
Voor een rit van JFK Airport betaal je 52 dollar waar nog een kleine 6 procent belasting bijkomt. Dit is een vaste prijs.
Vanuit de vertrekhal loop je zo naar de taxistandplaatsen waar je een taxi toegewezen krijgt. Naar het centrum van Manhattan, waar wij zaten
(Murray Hill, 39e Street Oost), is al gauw 24 km.
Toeteren in New York:
Onderweg zat de chauffeur een paar keer te toeteren. Waarom was ons een raadsel. Ogenschijnlijk volkomen zinloos werd er op de claxon gedrukt.
Later merk je dat het een (rare)gewoonte is in New York. Daar wordt wat af getoeterd. Voor elk wissewasje plakken die vingers aan die toeter vast. Erg irritant als je daar niet aan gewend bent. Maar na verloop van tijd hoor je het niet meer.
Amerikanen maken toch al graag lawaai. Maar dat toeteren hebben we nooit eerder zo vaak gehoord.
Tegen half een, plaatselijke tijd, waren we in New York. Nadat de taxichauffeur ons had afgezet en wij op de kamer zaten kregen we al snel zin om dingen te ondernemen. We gingen de buurt verkennen. Waarbij we al snel tegen de Empire State Building aanlopen. Gelukkig niet letterlijk. Die is erg dichtbij
ons hotel. Wij krijgen meteen zin om er tegenaan te klimmen. Dat lukt niet en moeten we het de lift doen. Eerst naar de 80e verdieping waar een uitkijkplek achter glas is en wat later naar de 88e met uitzicht in de buitenlucht. Je kunt nog met een derde lift naar de 120e maar daar hebben we vanaf gezien. Het
is heiig en het uitzicht wordt er natuurlijk niet beter op als je nog hoger gaat. Zonde van het geld. Dat zijn de eerste twee lifttochtjes echt niet: wat een prachtig uitzicht geeft die toren op Manhattan. Je mond valt open van verbazing. Indrukwekkend gezicht al die hoge gebouwen. Die New Yorkers bouwen net zo makkelijk een toren van 100 meter als wij een 10 hoog flat. Deel van het uitzicht op Manhattan vanaf de Empire State Building. Na ons bezoek aan die beroemde toren hebben we het wel gehad. Vanmorgen om 5.30 uur opgestaan en nu is het 8 uur in de avond. Met een tijdsverschil van 6 uur met Europa is het dus 2 uur in de nacht. Het mooi geweest.
New York
Deze dag verloopt regenachtig: tijdens de wandelingen regende het regelmatig licht. Tot het in de middag pas echt losbarstte. Temperatuur is wel goed: 27 Europese graden. Maar dat maakt het weer benauwd. Vandaag willen we de rivier de Hudson bevaren. met de watertaxi, een voordelige manier om New York te verkennen.Vanaf ons hotel lijkt het een kwartier lopen te zijn naar de aanlegsteiger ter hoogte van Times Square. Maar dat valt tegen: die we kiezen de verkeerde kant van de Lincoln Tunnel en lopen van de aanlegsteiger weg. Wat dondert het: we stappen verderop wel op. Nou dat valt tegen: juist op dat stuk is er geen opstapplaats te vinden. En Mary heeft in no time een paar blaren (verkeerde schoenen gekozen). Dat kunnen we gelukkig verhelpen door onderweg een paar pleisters te kopen. Toch lopen we door naar Downtown Manhattan waar we toch wel enigszins brak aankomen. Deze dag hebben we zeker een uur of drie gelopen. Als je als first timer in New York komt wil je natuurlijk de plek zien waar ooit de Twin Towers stonden. Wij zeker ook wel. Wat een mooi eerbetoon aan de slachtoffers van die gekken hebben ze gebouwd: twee enorme watervallen waarop op de randen alle namen van de slachtoffers staan uitgespaard. Op de achtergrond de torens die de ingestorte exemplaren moeten vervangen. Eén is nog in aanbouw, de andere is klaar.
Na dit bezoek zijn we weer richting Hudson gelopen om in mijn geval van een bord Fish en Chips te genieten. We zitten in het begin onder een boom uit de zon. Maar kort daarna begint het te regenen. We laten ons niet kennen en eten alles buiten op ook al wil de bediening ons naar binnen verplaatsen. Op het laatst zitten we zo goed als alleen op het terras. Op de kop van Manhattan vinden we eindelijk een opstappunt voor de watertaxi. Op dat moment begint het echt te gieten. Alleen al om te schuilen stappen we op die boot. Die voert je om Manhattan, onder de Brooklyn Bridge door (prachtig) en langs verschillende eilanden. Waaronder Liberty Island waar het vrijheidsbeeld al 130 jaar de wacht houdt. We krijgen volop de gelegenheid om deze te fotograferen maar het weer is er niet echt naar. Het komt af en toe met bakken uit de hemel. Onderweg worden we door Heidi bijgepraat over alles wat we zien. Dat gaat dan op een manier die alleen Amerikanen kunnen: net of ze je al jaren kennen. In de hoop dat je bij het uitstappen wat van die groene briefjes achterlaat. Met dezelfde watertaxi gaan we weer over de Hudson in de richting van ons hotel. Bij de prijs van de boot is een bustocht inbegrepen over Manhattan naar de East River. Onderweg stappen we in de buurt van de beroemde theaters van Broadway uit en lopen we het laatste stuk naar ons hotel.
Empire State
Je komt dat gebouw niet zomaar binnen: je wordt aan alle kanten gecontroleerd op een manier die aan een vliegveld doet denken: er staan dezelfde scanners en je moet door een poortje waar je lichaam ook gecontroleerd wordt. Maar het gaat vlot: de Amerikanen zijn het kennelijk gewend en het loopt aardig door. Als je eenmaal binnen bent staan er nog de nodige bewakers om de boel in de gaten te houden. Ze zijn zuinig op hun toren. Begrijpelijk met al die idioten op de wereld.
Manhattan
Wat is dat gebied groot! Je kent natuurlijk het het bekende deel met Wall Street, het World Trade Centre en de voormalige Twin Towers. Maar het strekt
zich kilometers naar het westen uit. Als je nagaat dat wij er al een uur of twee over deden om van Midtown naar het Wallstreet gebied te lopen. Je kunt je er eigenlijk geen voorstelling van maken als je het zelf niet gezien hebt. Ook het Central Park heeft een flink oppervlak.
Sportief
De New Yorkers zijn erg sportief: op de gekste plaatsen zijn wel sportvelden, tennisbanen, trimbanen, basketbal, volleybal en zelfs voetbalvelden aangelegd. Daar wordt ook fanatiek gebruik van gemaakt. Je ziet om de haverklap trimmers en fietsers voorbij komen. Tot aan een fietsgroep toe. Compleet met helmen op trok er een groep van zo’n man of vijftien aan ons voorbij om langs de Hudson rivier te gaan fietsen.
New York
Prachtig weer en volop zon. Een graad of 27 weer. Omdat de ticket van de watertaxi 24 uur geldig is willen we weer opstappen op de East River. Helaas, dat blijkt een andere maatschappij te zijn en die vaart enkel naar de overkant, waar Queens ligt. Dan maar weer lopen? Nee, deze keer breiden we ons avontuur uit met een bezoek aan de Subway. Voor 3 dollar kun je als toerist twee uur alle kanten op met die treinen. Nu zitten we zo Downtown. Eigenlijk willen we naar het Vrijheidsbeeld maar ook daar kom je niet echt gemakkelijk op: er vindt een uitgebreide veiligheidscontrole plaats en de wachttijden zijn zo een uurtje of tweeënhalf. Daar zien we dus maar vanaf. Na de boot stappen we in een dubbeldekker voor een volledige tour door alle 5 wijken van Manhattan. Het voordeel is dat je niet hoeft te lopen. En dat stappen we wel uit om een wandeling te maken in Central Park. Die gelegenheid willen we niet voorbij laten gaan. Na een uurtje lopen en een waterijsje stappen we weer op de bus. Tot het eindpunt in de buurt van Wall Street. We dachten het Subway systeem aardig door te hebben maar er zijn stoptreinen en express treinen. En natuurlijk namen wij de verkeerde waardoor we in no time op Central Station stonden. Een paar straten te ver doorgereden dus weer extra lopen om bij het hotel te komen. En ons voorbereiden op het vertrek uit The Big Apple en het ophalen van de camper. Maar het was zonder meer een enerverende dag waarop we veel hebben gezien. Maar nu gaan we de natuur opzoeken.
Helmen:
Als je zo’n fietsgroep ziet met die helmen op en je vergelijkt dat met de motorrijders hier dan slaat de verbazing wel toe: het is toch vreemd dat die bijna allemaal zonder helm op op de motor zitten. En ook een motorpak zie je zelden. Volgens mij alleen bij buitenlanders. Vreemd.
Fooien:
De Amerikanen leven van de fooi: ze verwachten tenminste 15% fooi. Soms zit het wel in de prijs maar over het algemeen zitten ze op een fooi te azen. Soms letterlijk. Op de dubbeldekker zat een vrouwelijke gids die erg vervelend was met continue vragen stellen aan de passagiers (die daar op een gegeven moment niet meer op reageerden) die denkt dat ze slim is: ze had een briefje van 5 bij zich die ze, op het moment dat je de bus verliet in een pot gooide. Daarbij keek ze je dwingend aan. Die heeft dus niets gekregen. We waren haar vervelende stem zo zat dat ik dat al eerder besloten had. Dat briefje haalde ze er natuurlijk weer uit als de passagiers weg waren.
New York - Shelton
Behulpzaam?
Overal waar er iets te doen op het gebied van toerisme lopen onduidelijke gasten rond die je proberen op te vangen voordat je de officiële kassa bereikt. Ze hebben kaartjes voor je waardoor je niet in de rij hoeft te staan. Maar ook hier gaat de zon niet voor niets op: je bent altijd duurder uit. Wel krijg je makkelijker informatie over waar je naar toe wilt. We maakten van één van die gasten gebruik voor kaartjes voor de metro. Die kon ons zelfs buiten de officiële ingangspoortjes binnen laten. Het is ons onduidelijk of dat nou legaal was of niet.
Shelton - Saco
Deze dag is het prachtig en zonnig. Temperatuur weer een aangename 23 graden. Vandaag gaan we op zoek naar een echte camping. We hebben er een gevonden in Saco. Die had nog één plek vrij een daar mochten wij dus staan. Wel een hele mooie midden in een bos. Hij staat vol met Labourday-weekend vierende Amerikanen. Lekker fikkie stoken met de hele familie. Om daar te komen moeten we eerst van Connecticut naar Massachusetts, langs Boston, dan door North Hampshire om vervolgens in Maine te belanden waar Saco redelijk aan de kust ligt. Afstand 375 km. We worden hartelijk onthaald door de beheerster en meteen gewezen op de mogelijkheid om voor één dollar een shuttlebus te nemen naar Rockland, een echte badplaats die Engels aandoet. We hadden geen idee wat ons te wachten stond. Maar er is volop vertier en deze dag nog stervensdruk. We maken een korte wandeling op het strand en gaan eens kijken op de kermis. Deze wordt druk bezocht, ook in de avond. Terug op de camping rijdt een man met brandhout op zijn golfkarretje de hele camping af om bij de Amerikanen de brand erin te houden. Wij branden ons er maar niet aan.
Jetlag
We hebben weer nauwelijks last gehad van het tijdsverschil van 6 uur. Wel zijn we meteen later naar bed gegaan. Maar de eerste dagen waren we toch vroeg wakker. Al met al viel het wel mee. Als dat na de terugreis ook zo is dan mogen we niet mopperen. Dan ga je niet meer met de dag mee maar er tegenin.
Saco - Bangor
De dag begint met bewolking. later breekt de zon door en wordt het weer 23 graden. Weer geen druppel regen. Vandaag hebben we een heuse uittocht van de Amerikanen meegemaakt: in no time liep de camping voor de helft leeg. Morgen moeten ze weer aan het werk en woensdag moeten ook de kids weer naar school hier. Wij beschouwen deze dag als een transferdag: we leggen nu zo’n 280 km af om in Bangor, in de staat Maine terecht te komen. Onderweg gaan we nog wel op bezoek in Camden, een mooie plaats aan de kust maar eigenlijk was dat niet echt spectaculair te noemen. Teveel shopping en te weinig activiteiten.
Onderweg wordt het wel duidelijk dat we in Trump-gebied zitten. Volgens veel mensen moet Hillary de bajes in wegens landverraad. Dit naar aanleiding van haar mailgedrag. Ook Bill moet het hier ontgelden met een Mr. First Lady T-shirt. We zijn snel verder getrokken en hebben na ±270 km de camping opgezocht. Daar hebben we een prima WiFi verbinding en ik ben weer optimistisch na die slechte verbindingen eerder en begin nu eindelijk aan dit verslag.
Bangor - Funday
WiFi. Daar doen ze op deze camping niet aan. En de klok is een uur vooruit gezet. Daarmee is het tijdsverschil met Nederland teruggebracht naar 5 uur.
Funday - Halifax
Halifax
de bomen en zo vrij als een vogeltje in een stuk minder herrie. Morgen is het vrijdag en komen de Canadezen weer weekend vieren. De beheerder zei dat hij dan vol zit. De camping ligt verder wel op een mooie plek. Naast een meertje waarin de gasten kunnen zwemmen en met boten spelen. We gaan vandaag naar Peggy’s Cove. Een typisch toeristendorpje waar je in de zomer over de koppen kunt lopen. Vandaag is het druk maar plek zat voor onze camper.Ook hier veel verschil in hoog en laag water. Er liggen veel rotsen die ooit door de gletsjers achter gelaten zijn en die nu door de zee geteisterd worden. Na een paar uur hebben we het wel gezien en gaan nu naar Halifax, zo’n beetje de hoofdstad van dit gebied. Die willen we wel gezien hebben. Het blijkt een mooi boulevard gedeelte hebben en die wordt druk bezocht. Aan de kade ligt ook de Arctic Runrise van Greenpeace. Zij hebben net een reis achter de rug die aandacht moet vragen voor het Inuitvolk. Het schip ligt hier een paar dagen om het publiek voor te lichten. Helaas kunnen we er vandaag niet op. Nou, dan gaan we maar weer terug naar de camping waar we voor donker zijn en we die aan kunnen sluiten op water, stroom en de “sewer”. Mary doet de was en ik bak een paar eieren met Canadese ham. Eet smakelijk. Weer een mooie dag beleefd. Wat gaat morgen weer brengen?
Halifax
houdt. Dat gebeurd dan wel in mooie gekleurde gebouwen maar die heb je in Finland ook. Maar goed, we zijn via de snelweg gekomen maar besluiten langs de kust terug te rijden richting Halifax. Dit geeft mooie uitzichten op prachtig gelegen baaien. Voor de rest houden we het voor gezien. Terug naar de camping is het devies. Maar niet voordat ik de tank van de camper volgegooid heb voor CAD 185. Die slokte maar liefst 190 liter naar binnen. Daar doe ik in Nederland
een stuk langer mee. In de middag en avond loopt de camping weer vol. Na de rust van de laatste dagen is het wennen aan het geschreeuw van kinderen en drukte om ons heen. Maar dat hoort er ook bij.
Halifax - Advocate
aangename temperatuur. Niks te klagen dus. Vandaag vetrekken we uit de omgeving van Halifax en sturen de camper in de richting van de landtong die Nova Scotia met de rest van Canada verbindt. We eindigen in Advocate, nog op Nova Scotia. Onderweg zijn we een park ingereden waar we een prachtig uitzicht op de Fundaybaai hebben. Je weet wel:
waar de verschillen tussen eb en vloed 16 meter kunnen zijn. Dat blijft bijzonder om te zien. In Advocate zijn we terecht gekomen op een simpele camping met weinig voorzieningen.
Het ligt echter op een prachtige plaats met uitzicht op de baai en op 10 minuten lopen van de haven. De, toch niet al te kleine boten, liggen bij eb in de blubber te wachten op de
vloed. De zee ligt daar zeker een kilometer verderop. Je ziet alleen een grote natte vlakte.
Advocate - Moncton
camping. We rijden een stuk terug naar Parsborro omdat we daar zeker boodschappen kunnen doen en er een museum met een prachtige fossielencollectie te vinden is. Deze kust staat door de grote getijdeverschillen bloot aan een flinke erosie en dat legt veel fossielen bloot. In de tijd van het supercontinent lag deze plek tegen wat nu Marokko is aan. Dit werd uitgebeeld met een schermpresentatie waarin het uiteendrijven van de landmassa’s te
zien is. Het museum is leuk maar niet al te groot. In wat drukkere tijden worden er excursies gehouden naar de vindplaatsen. Vandaag echter niet. Dan maar naar een plaats
zo’n 90 km verderop langs de kust: Joggins. Deze plaats is echt beroemd om zijn vonsten: de kust kalft er in hoog tempo af en zonder dat men dingen op hoeft te graven komt er van
alles tevoorschijn. Mary staat net op het strand en ze ziet meteen een steen met een fossiele boomzaad liggen. Maar dat is het enige dat wij tegen komen en je mag niets meenemen.
We worden door een gids op het strand rondgeleid en die wijst verschillende dingen aan die meestal nog in de rotswand zitten. Bij het het centrum zit een museum waar bijzondere
vonsten getoond worden. Na de rondleiding gaan we op eigen houtje het strand afstruinen. Na een uurtje gaan we verder. Dit deel schrijf ik op een camping bij Moncton, een plaats in New Brunswick en hebben we Nova Scotia verlaten. Tijd om de route in de richting van Montreal te verleggen. Nog 900 km te gaan. Morgen gaan we tijdelijk de VS weer in.
Moncton - Bar Harbor
Nationaal Park Acadia te parkeren. Onderweg raken we sinaasappels en tomaten kwijt bij de douane. Die mogen we helaas niet invoeren in de VS. Terwijl we de sinaasappels in de
VS hebben gekocht. Maar ja, daar hebben ze geen boodschap aan. En dus zien we ze in de container verdwijnen. Op de camping genieten we aan het water van een prachtige
zonsondergang. De avonden worden inmiddels wel fris dus we hebben na de zonsondergang al snel de camperdeur dicht terwijl de Amerikanen vuurtje stoken.
Acadia National Forest
Atlantische Oceaan zijn talrijk. Je kunt opstappen waar je wilt en op verzoek stoppen ze overal waar het verantwoord is. Mooi systeem waar we vorig jaar ook gebruik van hebben
gemaakt in het Zuid-Westen. Uiteindelijk hebben we een prachtige route langs de Atlantische Kust gelopen waarbij ik onderweg word gebeld door Marijke (van de fietsgroep) met
de vraag of ik op de computer wil kijken. Dat is wat moeilijk als je er een dikke 5500 km er vandaan zit. Ze denkt haar neef aan de lijn te hebben. We praten meteen even bij. Later op de dag hebben we nog een route gelopen langs het Jordan Pond, een mooi meer met glashelder water. Het wandelen daar is een uitdaging: houten balken die aan vervanging toe zijn en soms onverwacht los liggen, klauterpartijen over lastig te nemen rotsen maken het een uitdagende wandeling. We zijn pas na zonsondergang terug op de camping omdat de bustijden niet erg gunstig uitkwamen. Op de camping kopen we een lobsterroll in een tent waar de campinggasten elke dag tussen 5 en 8 in de rij staan om ook van dat lekkers te profiteren. Eet smakelijk! In de avond maken we ons op voor weer een dag met veel
kilometers. De camper heeft een dagje uit kunnen rusten. Tijd om hem weer wakker te maken. Nog 522 km naar Montreal. Morgen gaan we Canada weer in.
Acadia National Forest - Sherbrooke
Canada, waar we willen overnachten. Maar op het moment dat we de TomTom Go app opstarten kunnen we geen route meer aangeven: alles is opeens verdwenen. Ik probeer de
kaart opnieuw te installeren maar dat lukt niet omdat het internet op de camping downloaden niet toestaat. Omdat we echt afhankelijk zijn van dat ding hebben we eerst bij de
receptie geprobeerd om dit voor elkaar te krijgen. Maar zelfs daar kunnen ze niet downloaden. Ze verwijzen ons naar een plaats dichtbij waar een winkel zit van pakketbezorger UPC. Daar krijgen we gratis een wifi verbinding die wel werkt en
kunnen we de kaart van Noord Amerika ophalen. Gelukkig werkt het nu weer. Om 12.00 uur gaan we eindelijk op weg naar Canada. Waar we rond 18.30 een camping vinden op zo’n
152 km van Montreal bij het plaatsje Cookshire-Eaton in de buurt van Sherbrooke. De camping is grotendeels verlaten en we slapen prima. Morgen het laatste stuk. We hebben zin in Montreal! Het moet erg mooi zijn.
Sherbrooke- Montreal
buitenring van Montreal verwijderd. Op de camping werkt de pinpas weer eens niet en moeten we op zoek naar contant geld. In de pinautomaat doet hij het weer prima. Het blijft
een gok hier. De rest van de dag doen we het rustig aan. We hebben een zonnige plaats en daar maakt Mary graag gebruik van. Ik vind het best na al die kilometers. Morgen moeten we
met de camper de stad in op zoek naar een parkeerplaats en de metro. We hebben op de camping aanwijzingen gekregen voor de beste parkeer plekken. Op de camping zijn veel
seizoensplaatsen. De plaatsen zijn erg royaal en de regels lijken hier een stuk soepeler dan in Nederland. De “caravans” staan wel op hun wielen maar er zijn veel verschillende
bouwwerken omheen gebouwd. Leuk om te zien hoe dat er hier uitziet.
Montreal
We rijden eerst met de camper naar een buitenwijk van de stad om daar te parkeren en de metro te zoeken. Die vinden we en met een overstap komen we in het oude centrum. Daar
gaan we eerst op zoek naar de Notre Dame. Niet die van Parijs dus. Daar ben ik nog nooit in geweest maar als die net zo mooi is als deze dan moeten we die toch ook daar maar
eens opzoeken. Wat een prachtige kerk is dit! Ik ben niet gauw onder de indruk van een kerkgebouw maar dit is uitzonderlijk! Mary brandt er een kaarsje voor haar (pas
overleden) broer John. Na deze kathedraal stappen we in een dubbeldekker die ons de Grand Tour Montreal geeft. Het is inderdaad een mooie stad. Maar tot nu toe vinden we hem
niet uitzonderlijk. Dat veranderd enigszins als we een bezoek brengen aan de ondergrondse stad. Hier ligt, onder het bovengrondse hart, een compleet centrum met kilometers
lange gangen waar zich zo’n 2000 winkels bevinden. Ze worden onderling verbonden door de metro. Prettig om te verblijven, zeker in de winter als er, begrijp ik uit het verhaal
van de dubbeldekker gids, soms 9 feet (bijna 3 meter) sneeuw kan vallen en de temperatuur -20 is. Hier kan het zijn dat je bovengronds werkt in een gebouw dat met het ondergrondse
stadsdeel is verbonden, je de metro pakt en je in je eigen appartement stapt zonder dat je een winterjas aan hebt gehad. Geen ruitenkrabben of sneeuwruimen terwijl er meters
sneeuw ligt. Lijkt wel wat, niet? De metro is hier trouwens een stuk mooier dan die in New York. Het is een relatief nieuwe omdat hij een paar jaar voor de Olympische Spelen
van 1976 is aangelegd. Om een uur of vijf pakken we de metro weer terug, doen
boodschappen bij de Walmart en breng ik de camper weer naar de camping. Morgen weer een dag.
Montreal
mogen. Met een snelle lift stuiven we naar de 44 waar we over moeten stappen voor de tweede lift die ons naar de bovenste verdieping brengt. Hier krijgen we een prachtig uitzicht op de stad. Van vier kanten zien we deze liggen. Eyecatcher is het Olympisch Stadion met zijn 45 graden scheef staande toren. Prachtig om te zien. Weer beneden aangekomen gaan we op zoek naar een rondvaartboot voor een tocht over de St Laurens rivier. Die vinden we en we stappen in voor een tocht van anderhalf uur. Daarbij doen we de Pont Jacques
Cartier, het amusementspark La Ronde, de nieuwe haven aan en varen we langs verschillende parken. Het ziet er allemaal aantrekkelijk uit. Aan de cruise schepen-terminal liggen twee schepen. Eén daarvan is de nieuwe Rotterdam van de Holland Amerika Line. Op de boot komen we op het idee om met de metro naar het Olympisch Stadion te gaan. Die ziet er van de rivier indrukwekkend uit. Zo gezegd, zo gedaan. Daar aangekomen
begint het echter te regenen. Evengoed gaan we met een reusachtige lift naar boven. Deze brengt ons naar de 175 meter hoge top. Daar wacht ons een regenachtig uitzicht. Niet de
beloofde 80 kilometer deze keer. Toch is het de moeite waard. In het begin hebben we nog redelijk zicht. Helaas mislukken verschillende foto’s door onscherpte omdat de (automatische)
camera scherp stelt op de regendruppels op het raam. Jammer. We stappen weer in de metro om de camper weer op te zoeken. Om 18.00 uur zijn we weer terug op de camping.
Morgen gaan we Montreal weer verlaten. Jammer? Ja eigenlijk wel. Er is nog zoveel meer te zien. Maar het is ook wel vermoeiend, zo’n stad.
Montreal - Brighton
uit in een gehucht waar ik de naam al weer van vergeten ben. Ik ben gestopt bij een huis en nadat de hond ons uit had lopen blaffen komt het baasje aanlopen en die vraagt of we
verdwaald zijn. Nou eigenlijk wel. We vertellen waar we heen willen gaan en nadat zij aan haar man heeft gevraagd of dat plaatsje wel bestaat krijgen we aanwijzingen hoe we daar
moeten komen. Helaas komt het er op neer dat we een uur terug moeten. Dat gaan we dus niet doen. Dan maar de volgende KOA camping in de richting van Toronto opzoeken.
Zo komen we dus in Brighton terecht.
Brighton - Cookstown
parkeren. OK, dan maar op pad. De afstand tot de parkeerplaats is 69 km. Daarna moet je nog een flink stuk met de metro. We komen aan bij de parkeerplaats en wat blijkt: zo vol als maar zijn kan. Je kunt wachten tot er iemand weggaat maar dat heeft met de camper
geen zin. Die heeft tenminste 2 plaatsen nodig en de kans dat je die vindt is uiterst klein. Op de gok zijn we eerst een ander terrein gaan zoeken maar alles blijkt vol te zitten. Vermoedelijk met forensen die met de auto naar de stad komen en dan aan de rand op de metro stappen. Balend als een stekker keren we maar terug. Mary gaat zwemmen en ik zoek mijn korte broek op en ga de camping verkennen. Terug op onze plek zoeken we de schaduw op. Achter de camper staan bomen en vol begroeide bosjes. Waar we ineens een doffe klap uit horen komen. Na inspectie blijkt er een golfbaan achter onze plek te zitten. Helemaal veilig zitten we dus niet. Iemand heeft een bal tegen een boom geknald. De
vandalen! Ik vind een paar golfballen in de struiken en gooi die als wraak op de golfbaan. Zo, zoek daar je eigen bal maar uit!!