Sydney
Na een enorm lange vliegreis komen we ’s avonds uitgeput aan op het vliegveld van Sydney. We nemen een shuttlebus naar ons hotel in de stad, waar we vervolgens als een blok in slaap vallen.
Na een nacht te zijn uitgeslapen kan ons avontuur beginnen en verkennen we voor het eerst deze wereldstad.
In eerste instantie is deze stad heel anders dan we hadden gedacht, want er is niet echt een centrum maar meer verschillende wijken waar het leuk is om rond te lopen. Zo zijn we naar the Rocks geweest, dat is een wijk met kleine straatjes en ouderwetse gebouwen en winkeltjes, zag er heel gezellig uit! Vanaf deze kant van de stad heb je een geweldig uitzicht op het Opera House.
Verder hebben de wijk Paddington bezocht, met haar prachtige Victoriaanse huizen, hebben we meatpie gegeten bij Harry’s Cafe de Wheels (overigens voor iedereen een aanrader) in Wooloomooloo en hebben we in het CBD rondgekeken. Deze laatste wijk is het economische en commerciële centrum van Sydney. Je vindt er wolkenkrabbers, maar ook genoeg winkels om jezelf de gehele dag te vermaken.
In de wijk Darling Harbour is ook enorm veel te beleven. Hier zijn veel bars en restaurants gevestigd, maar ook bijvoorbeeld een groot aquarium, wat het bezoeken waard is. Voor de mensen die het Nederlandse eten niet zo lang kunnen missen: er zit zelfs een echt Nederlandse frietzaak!
We vonden dat we niet weg konden uit de stad, zonder Bondi Beach te hebben bezocht. Met het openbaar vervoer, wat overigens goed geregeld is in Sydney, rijden we daarom naar deze beroemde strandplaats. De wijk zelf is erg gezellig, door de verschillende winkeltjes en barretjes die je hier tegenkomt. Het strand kenden we van televisie, dus het was erg leuk om het nu eens in het echt te beleven! Voor ons dus vandaag een dagje heerlijk zonnen en zwemmen in de zee
Blue Mountains
Na een week in Sydney hebben we onze camper opgehaald om de rest van de oostkust te gaan verkennen. Vanaf ons hotel was de metro een klein stukje lopen, dus die hebben we genomen om bij het depot te komen. Onze camper hebben we via Travelhome gehuurd bij Wicked Campervans. Bij de depot aangekomen zagen we allemaal grappige busjes staan, die waren opgespoten met rare teksten en tekeningen. Ook voor ons was er een dergelijk lachwekkend busje bij. We krijgen er veel bekijks mee. Mensen steken hun duim op naar ons, lachen hard en maken foto's! Ook de sfeer tussen de ‘Wicked reizigers’ is leuk. We zwaaien naar elkaar en maken af en toe een praatje. Erg leuk!
Links rijden was op het begin wel even raar maar we zijn er nu aardig aan gewend. Op één keer na toen we dachten dat we op een one way zaten maar er opeens een auto recht op ons af reed! Gelukkig net op tijd kunnen ontwijken!
Als eerste zijn we naar de Blue Mountains gereden, een natuurgebied vlakbij Sydney. Het wordt de Blue Mountains genoemd omdat er een blauwe waas over de bergen heen hangt. Erg mooi om te zien! We hebben daar in het steilste treintje ter wereld gezeten: een helling van 52 graden! We moesten ons echt goed vasthouden om niet het gevoel te krijgen dat we er uit zouden vallen. Beneden aangekomen hebben we een mooie wandeling gemaakt in de bossen en zijn we met de gondola weer naar boven gegaan, waarbij we genoten hebben van het schitterende uitzicht over de Blue Mountains.
’s Avonds hebben we twee nachten geslapen op een camping vlakbij Katoomba. In de camper was het even wennen, want in de Blue Mountains is de temperatuur een stuk lager dan in Sydney!
Port Macquarie en Coffs Harbour
Van de Blue Mouintains zijn we doorgereden in noordelijke richting, waar we eerst in Port Macquarie en vervolgens in Coffs Harbour hebben gekampeerd. Twee dorpjes, gelegen aan de zee, die een logische stop zijn op weg naar Byron Bay. Dit stukje van de oostkust vonden we achteraf het minst interessant. Er is in de dorpjes zelf niet veel te beleven, het enige wat (volgens ons) leuk is om te doen is een boottocht waarbij je op zoek gaat naar dolfijnen. Op de camping in Coffs Harbour hebben we genoten van de tamme pappagaaien die hier enorm veel rondvliegen. Ze waren erg brutaal en gingen er vanuit dat wij eten voor ze hadden. Ook hebben we hier de eerste Kookabura’s in het wild gezien. Deze vogels zien er heel grappig uit, maar ze maken nog een grappiger geluid! ’s Avonds bij de camper hoorden we namelijk een soort hard gelach uit de bomen komen, wij dachten nog dat het apen waren, dat waren de Kookabura’s!
Pelikanen leven hier ook. We zijn ze tegengekomen op het strand. Enorm leuk om dit soort dieren in het wild tegen te komen, terwijl we er in Nederland voor naar de dierentuin moeten om ze te zien
Byron Bay
Byron Bay is echt een leuk plaatsje. Er zijn veel reizigers en dus ook faciliteiten. Overdag kun je heerlijk op het strand liggen, winkelen in de leuke (surf)winkeltjes, of ergens iets drinken op een terrasje. ’s Avonds is hier ook voldoende om ons te vermaken, zoals leuke restaurants en gezellige cafés.
We hebben hier onze eerste surfles gehad! Het was eigenlijk helemaal niet zo moeilijk als het leek. Na een uurtje konden we allebei goed blijven staan en al zelf de golven pakken. Het was geweldig om te doen dus dit wilden we vaker proberen. Daarom hebben we maar meteen eigen wetsuits gekocht in een tweedehands surfwinkeltje, dan hoeven we die niet telkens te huren.
Surfers Paradise
Na Byron Bay zijn we doorgereden naar Surfers Paradise (er is dus echt een dorpje dat zo heet!). Eigenlijk een beetje te vergelijken met een Spaanse badplaats als Salou. Veel strand en hoge hotelgebouwen. Het centrum was wel heel leuk en ze hadden zelfs een Hard Rock Cafe, dus daar hebben we gezellig gegeten en cocktails gedronken. Natuurlijk hebben we hier ook onze surfkunsten geoefend, want wij dachten met zo'n naam kan het niet verkeerd.. nou laten we zeggen dat het toch iets moeilijker was dan we dachten. Het surfbord was een stuk lichter en daarom minder stabiel.. nog een hoop oefenen dus!!
Onderweg naar Surfers Paradise is onze snelheidsmeter van de camper kapot gegaan. Na gebeld te hebben met de verhuurder, hebben zij een monteur voor ons gebeld en konden we meteen terecht. Perfect geregeld!
Brisbane
Van Surfers Paradise reden we in een uurtje naar Brisbane en daar zijn we een aantal dagen gebleven. Op zich een leuke relaxte stad, maar verreweg niet te vergelijken met Sydney! Er was eigenlijk maar één straat waar alles te doen was, dus dat hadden we zo gezien. Langs de rivier die door de stad loopt hebben ze een stuk wit zand opgespoten waar iedereen lekker lag te zonnen. Midden in de stad hebben ze dus een prachtige lagune gecreëerd. Heel apart! Eromheen is een mooi park, waar je ook leuk kan wandelen.
Iets buiten de stad was een park waar je kangaroo's kan voeren en koala's kan knuffelen: Lone Pine Koala Sanctuary. Er was een heel groot veld waar 130 kangaroo's rondhupten. Ze waren heel tam en kwamen erg dichtbij, een paar kangaroo’s zaten zelfs met hun neus in de zakjes met voer die we vasthadden! Wat een leuke ervaring.
Je kon hier ook met een koala op de foto, dus dat wilden we ook niet missen. Ze zijn heel zacht maar ook best zwaar en ze klauwde zich helemaal aan je vast. Verder hebben we emu's gezien, een soort van struisvogels maar dan groter. Ook Wombats, Dingo's en allerlei reptielen die voorkomen in Australië.
Noosa
Na Brisbane zijn we naar Noosa gereden, dat is een gezellig strandplaatsje. Ook daar natuurlijk weer geoefend om te surfen en dat ging alweer ietsje beter.
Bij de informatiedesk in het dorp hebben we onze trip naar Fraser Island geboekt voor een paar dagen later. In ons beste Engels probeerden we uit te leggen wat we wilden boeken, zegt de mevrouw die ons hielp opeens in het Nederlands: ‘Jullie zijn Nederlanders of niet?’. Zij en haar man waren 20 jaar geleden naar Australië verhuisd om er te gaan werken. Even gekletst met deze lieve mensen en tips gekregen, waarna we weer op weg konden.
Hervey Bay en Fraser Island
Fraser Island is het grootste zandeiland van de wereld. Het heeft brede stranden en het binnenland bestaat uit regenwoud. Verder zijn er een groot aantal meren waar je in kunt zwemmen. In de zee kan dit namelijk niet, vanwege de gevaarlijke haaien die hier rondzwemmen. Je kunt er alleen maar met een 4 wheel drive rijden. Onze camper moesten we dus achterlaten bij het bedrijf waar we de auto gehuurd hadden .
’s Morgens vroeg om 7 uur werden we verwacht voor een instructievideo en het tekenen van het huurcontract. Er werd een uitgebreide uitleg gegeven over welke delen van het eiland we wél en niet mochten komen, waar we op moesten letten tijdens het rijden en voor welke dieren we moesten uitkijken. Vervolgens reden we naar de ferry, die ons naar het eiland bracht.
Toen we daar aankwamen moesten we eerst het hele eiland in de breedte over, over een lange modder weg. Uiteindelijk kwamen we uit op het strand waar we heerlijk hard konden rijden, met niets dan een breed zandstrand voor ons en achter ons. Wat een vrijheid!
Op de kaart die we meekregen stonden verschillende bezienswaardigheden op het eiland, zoals een schipwrak uit 1935 en verschillende mooie meren. We hebben wilde schildpadden gezien, dingo's (wilde honden) en heel veel grote spinnen! Dit laatste tot onze grote schrik, want welke spinnen zijn gevaarlijk en welke niet? Dat was goed uitkijken dus tijdens het wandelen.
Het was wel moeilijk rijden in het binnenland, omdat hier bijna alleen maar los zand lag. We hebben dan ook veel mensen gezien die hun auto hadden vastgereden in het zand en deze eruit moesten duwen.
’s Avonds hebben we ons tentje opgezet in de duinen aan het strand. Je hebt hier een permit voor nodig, die je aanschaft bij het bedrijf waar je de tour boekt. Een tip: zorg dat je een luchtbed en dekens bij hebt! Deze waren wij vergeten en hebben daardoor weinig geslapen die nacht.
Wegens tijdgebrek hadden we maar één overnachting op Fraser Island, achteraf gezien jammer want het was een unieke ervaring om nooit te vergeten.
Myrella Farm Stay Baralaba
Na Fraser Island zijn we het binnenland ingereden omdat we mee gingen kijken op een ranch. De rit ernaartoe was erg mooi, bijna alleen maar open velden met koeien erop, bergen en sporadisch een keer een auto. We hebben gekampeerd in een dorpje met waarschijnlijk niet meer dan 50 inwoners. Er was een pub midden in het 'dorp' waar we wat hebben gedronken en iedereen staarde ons aan alsof ze nog nooit andere mensen gezien hadden dan degenen die in dat dorp woonden. Het leek wel of de tijd daar 100 jaar stil had gestaan!
Na een ontbijtje (brood toasten boven een brandend vuur)de dag erna werd ons verteld wat we konden doen die dag. Ze hadden op de ranch net 25 nieuwe koeien gekregen die allemaal gebrandmerkt moesten worden. Wij mochten daarmee helpen als we wilden, maar (dierenvrienden die we zijn) het zag er nogal heftig uit dus hebben we dat niet gedaan. Na het brandmerken moesten de koeien naar hun wei. Ze hadden daar 10 km2 land dus we moesten de koeien met behulp van paarden naar hun wei drijven. We voelden ons net echte cowboys! De helft van de groep moest vóór de koeien in een lijn rijden zodat ze er niet langs konden en de helft moest erachter rijden om ze bij elkaar te houden.
Airlie Beach - Whitsundays
Mackay is een typisch Australisch dorpje (maar zij noemen het een stad!). Hier hebben we een nachtje geslapen op weg naar Airlie Beach. Hier vertrekken de boottochten naar de Whitsundays. Dat stond ook op ons lijstje dus zijn we een dag met een grote paarse catamaran (de Camira) gaan zeilen. Het duurde van 8 uur s morgens tot laat in de middag en het was in één woord geweldig. Na een paar uurtjes varen, meerden we aan bij Whitehaven Beach, een parelwit strand met hele heldere zee. Hier konden we lekker zonnen en zwemmen. Terug aan boord hadden ze een heerlijke BBQ voorbereid. Lekker met een flesje wijn en blikje bier in het zonnetje genieten van het mooie uitzicht en de wind in ons gezicht…prachtig! Na het eten gingen we naar een mooie locatie om te snorkelen. Er was prachtig koraal en er waren vissen in de prachtigste kleuren.
We hebben tot zonsondergang gevaren. Echt een super mooie dag!
Airlie Beach zelf is een echt backpackers plaatsje. Er zijn veel bars en restaurantjes, leuke winkeltjes, én voor wie zwemmen in de zee te gewaagd vind hebben ze hier, net zoals in Brisbane, een lagune aangelegd. Hier kan je gratis de hele dag lekker zwemmen!
Charters Towers en Undara Vulcanic National Park
Omdat we ook nog wat van de outback wilden zien zijn we een stukje het binnenland ingereden. We zijn gestopt in een oud goudzoekers dorpje. Ze hadden daar vroeger zoveel goud gevonden dat ze zelfs een eigen beurs hadden en handelden met verschillende landen in Europa! Er stonden gebouwen die je in het wilde westen ook tegen zou kunnen komen.
Onderweg naar het vulkanische nationale park Undara hebben we kilometers lang op rode zandwegen tussen de bush bush gereden. Op een gegeven moment hupte er zelfs een groep kangaroos voor onze auto langs! Wel super gaaf om ze zo in het wild te zien. In Undara zelf hebben we gekampeerd, s avonds zelf een kampvuur gemaakt en met een glaasje wijn en wat olijfjes een gezellige avond gehad.
Daintree National Park
Boven Cairns is een enorm nationaal park, Daintree, waar het regenwoud tot aan het strand loopt. Dit zie je op weinig plaatsen in de wereld. Een mooie rit door het regenwoud bracht ons tot aan Cape Tribulation, waar wij moesten omdraaien omdat je verder alleen met een 4x4 kon rijden en ons campertje dat niet aankon. We zijn onderweg een keer gestopt om een wandeling te maken door het regenwoud. De omgeving was erg mooi: heel veel hoge bomen, lianen die er tussendoor kronkelden, palmbomen, af en toe een riviertje met wilde schildpadden en als je geluk had kon er een krokodil voorbij zwemmen!
Dat geluk hadden wij helaas niet en daarom zijn we meegeweest met een boottocht om krokodillen te spotten. Dat was een groot succes, want we hebben er zo'n 10 in het wild gezien! De gids wist ook heel veel te vertellen over de krokodillen en over de planten en andere dieren die in het regenwoud leefden.
Op de terugweg zijn we gestopt bij de Mossman Gorge, een klein maar mooi stukje regenwoud. Het is een perfecte tussenstop om even de benen te strekken in een prachtige omgeving.
Cairns
In Cairns nemen we afscheid van onze camper en verblijven we nog een paar dagen in een hotel om van deze gezellige stad te genieten. Cairns ligt aan de zee en is een goede uitvalsbasis voor tours naar het Great Barrier Reef. Wij hebben onze tour geboekt bij het visitors center, en gaan met een kleine boot de zee op. Op de boot blijkt een jongen te werken uit Nederland. Na wat gepraat te hebben blijkt zelfs dat hij uit hetzelfde dorp komt als Simone! Wat een toeval! Dat levert wat gezellige gesprekken op, die voor wat afleiding zorgen terwijl Simone zieker en zieker wordt van de golvende boot. Dat gaat allemaal over als we straks in het water zwemmen, wordt ons verteld. Daar hebben ze gelijk in. Zodra we in het water liggen, hebben we nergens meer last van en kijken we (door onze duikbril heen) onze ogen uit. Het lijkt alsof we in een tropisch aquarium zwemmen. Het koraal is hier schitterend en felgekleurde vissen in alle soorten en maten zwemmen om ons heen. We zien zelfs een schildpad zwemmen! Dit is een ervaring die we nooit zullen vergeten.
Na een fantastische camperreis stappen we helemaal gelukkig met onze nieuwe ervaringen het vliegtuig weer in voor onze terugreis.