Nog even geduld

Door Erik & Marilien op 19 augustus 2017 19:51
Op de volgende pagina's het verslag van onze reis van vier weken over Vancouver Island waar we naast de bekende toeristische attracties ook een aantal onbekende juweeltjes hebben ontdekt.

Ready for take off

Door Marilien op 09 november 2017 21:15

21 september 2017

En dan is het donderdag, 21 september, 7.45u. We draaien de huissleutel om in het slot en rollen de koffers de inrit uit. Zonder enige vertraging zijn we om half tien op Schiphol, te vroeg om te kunnen lezen op de borden waar we onze koffers moeten droppen. Tijd dus voor de eerste cappuccino. Als de bekers leeg zijn staat de benodigde informatie op de borden en gaan we op weg naar vertrekhal 2. Een korte rij bij de balies van KLM waar we alles verder zelf doen: koffer in een soort kluis zetten, wachten op groen licht t.a.v. het gewicht, dan vluchtgegevens scannen, paspoort scannen, label printen en vastmaken en dan op de knop drukken zodat de koffer verdwijnt. Er komt nog een label om te bewaren met het koffernummer en dan beginnen we aan de volgende etappe. Boardingkaart scannen om door een poort te kunnen, roltrap op en naar de security. We zijn vlot aan de beurt. Laptops en iPad moeten in een bak en ook alle fototoestellen. Dat zorgt voor filevorming na ons. Als alles in een bak zit mogen we door de bodyscan. Erik en ik krijgen nog een visitatie. En daarna mogen we proberen om alles weer terug te krijgen in de rugzak en het rolkoffertje. We drukken ook onze regenjassen er nog bij in want die gaan we de eerstkomende uren niet nodig hebben.
We zijn vroeg bij de winkels, die we dit keer overslaan. Mijn telefoon loopt om de een of andere reden razendsnel leeg en we gebruiken de tijd tot het boarden om zolang mogelijk de accu bij te laden. We mogen rond half één aan board, we zitten op rij 23, de indeling is 3-3-3. Dat is niet ideaal want de stoel naast Erik is ook bezet. Dat is lastiger omdat je dan niet zo snel even gaat staan of lopen. We profiteren gedurende de vlucht van de momenten waarop onze tijdelijke buurvrouw naar het toilet gaat. De vlucht is vlekkeloos en gaat eigenlijk best snel voorbij. We kijken alle twee drie films (niet dezelfde) en mijn scherm zit zowat tegen mijn neus. De persoon voor mij zit namelijk op de uiterste ligstand en daardoor heb ik wat weinig bewegingsruimte. Ik heb erg veel geluk met mijn medereizigers. De man achter mij kent het begrip 'touchscreen' denk ik niet. Hij hamert op het scherm en daarmee tegen mijn hoofd. Ik heb de indruk dat hij een spelletje aan het spelen is. Gelukkig slaapt hij een groot deel van de vlucht. De bij ons deel van het toestel behorende stewardess knoopt een paar keer een praatje aan, volgens haar hebben we de beste periode van het jaar gekozen om naar Vancouver te reizen. We hopen het.
De aankomst in Canada is ook zeer geruisloos. Bij het omhangen van de rugzak knapt één van de banden af (de belangrijkste) en dan wordt het een handtas, beetje lastig maar ach. We hebben op onze landingskaart aangegeven dat we landbouwproducten bij ons hebben. Gewaarschuwd als we zijn door het programma 'Border Security' waar mensen die Australië binnen willen fikse boetes krijgen als ze iets niet hebben aangekruist, hebben wij op het formulier nu maar 'ja' aangekruist bij de vraag over etenswaren, vlees, eieren en noten. We hebben namelijk een zak M&M's en een zak gemengde noten in de tas. Daardoor moeten we via een mevrouw van de douane proberen het land in te komen in plaats van dat we na de controle door een machine (!) verder kunnen. De mevrouw is zeer vriendelijk en we leggen uit wat er in onze tas zit. Ze is blij met het kruisje, als ze een 'sniffer dog' in actie hadden gehad, had die ons eruit gehaald en hadden we een boete van $800 gehad. Dus, goed gedaan, we mogen de noten houden en verder het land in. Eerst nog wachten op de koffers waarvan er eentje heel snel komt en de tweede lang op zich laat wachten. Als we alles verzameld hebben gaan we door een laatste check en dan lopen we de hal uit naar buiten.
Hier staat een bushalte met een telefooncel waarmee je direct verbinding kunt leggen met je gereserveerde hotel. Wij moeten naar het Pacific Gateway Hotel at the Airport, jawel, en nadat Erik ze belt komt de shuttlebus al snel voorrijden. Ondertussen slaat vooral bij mij de vermoeidheid al behoorlijk toe. Het is rond 24.00u voor mij maar hier is het negen uur vroeger. Bij het hotel zijn we snel aan de beurt om in te checken, we krijgen kamer 838, mooi hoog met uitzicht over de bergen ten noorden van de stad. We drinken wat, pakken wat spullen uit de bagage en twijfelen over nog wel of niet naar buiten gaan. Eigenlijk is het verstandig om te proberen zo lang mogelijk wakker te blijven en zo snel mogelijk de tijdzone hier op te pakken. Maar ik heb gewoon zin om te slapen. Om 17.00u. zitten de gordijnen dicht en is het stil in de kamer.
Als ik wakker word en de wekker check ben ik verbaasd: 7.00u?? Als ik mijn bril opzet blijkt het 02.00u te zijn. Tsjaa, dat is meer in de lijn van verwachting. Morgen verder...............

Ready for pick up

Door Marilien op 09 november 2017 21:25

22 september 2017 Het vorige verslag stopt om 02.00u, we gaan daar nu verder. Na zo’n twee uur lezen en een halve zak M&M’s (zonder noten/bruine zak) geprobeerd om nog wat te slapen. Dat lukte boven verwachting, geslapen tot 7.15u en toen echt klaarwakker.
We zijn een uurtje later het hotel uitgelopen en hebben 5 km. gelopen langs het water. Het was heerlijk buiten, de zon scheen en schitterde op het water, we hebben wat caches gezocht en gevonden. In de lounge van het hotel is een Coffee Bar en daar hebben we ons ontbijt gekocht. Voor alle twee een beker yoghurt met muesli en vers fruit, sandwiches en een grote cappuccino. HEERLIJK! Erik heeft de shuttledienst gebeld voor een taxi om 14u naar de camper verhuurder, die ligt op een half uur rijden van het hotel. We konden tot 13u op de kamer blijven, dat was erg handig want zo was er tijd om het eerste verslag te plaatsen en nog wat tv te kijken. Van 13 tot 14 hebben we in de lounge gezeten en nog een keer genoten van een grote kop cappuccino.
De taxi was er keurig op tijd en ondanks de drukte werden we een half uur later afgezet bij het kantoor van Cruise Canada. Na aanmelden konden we buiten zitten en wachten op onze beurt. Daar waren bijna alle picknicktafels bezet. Overal groepjes koffers en mensen in afwachting van de ontvangst van hun gehuurde camper. Het papierwerk ging dit keer erg snel, veel meer dan een kopie maken van het rijbewijs (van Erik) en de vraag of we campingstoelen erbij wilden huren was het niet. Geen idee of het weer zo goed zal zijn dat we buiten de camper kunnen zitten maar de stoelen hebben we erbij gehuurd. Iedere campingplek heeft een picknicktafel maar die zitten niet altijd erg comfortabel. Naast de ingang stonden spullen die van niemand waren, het bleken de zogeheten ‘leftovers’ te zijn van mensen die vandaag hun camper hadden ingeleverd. Nadat de mensen die voor ons aan de beurt waren om de camper in ontvangst te nemen wel of niet wat uit de dozen hadden gehaald, ben ik ook gaan kijken. En dan wordt rond half vier onze camper voorgereden en krijgen we een rondje erom heen met uitleg over alle slangen, aansluitpunten, meters en knoppen. Tegelijkertijd wordt gecheckt op schade, we ontdekken alleen een beschadiging op de voorruit en die wordt aangetekend op de huurovereenkomst. Dan zijn we klaar om de weg op te gaan. We hebben gezien dat er om 5.20u een ferry naar Vancouver Island gaat en die willen we proberen te halen. Boodschappen doen we dan wel op het eiland, eerst zien op tijd te zijn voor de boot.
Het is niet ver van Cruise Canada naar de terminal bij Tsawwassen, hooguit een half uurtje rijden. Handig om een beetje vertrouwd te raken met de maten van het gevaarte, het schudden en gerammel en de drukte om ons heen. We hebben geluk, we kunnen nog mee op de boot van 5.20 alleen vertrekt die later. Er is veel weekendverkeer en we zijn niet de enigen die op vrijdag tegen de avond naar het eiland willen. Als de boot vertrekt gaat de zon bijna onder, dat is schitterend met alle steeds vager wordende bergen aan de horizon. Boven Vancouver stad lijkt een hele gele deken te liggen, dat zal smog zijn. We vragen ons af of dat nog komt door de bosbranden verder landinwaarts. Voorlopig reizen wij de andere kant op. We hebben een camping uitgezocht bij Nanaimo, de plaats op Vancouver Island waar we aan land komen. Aan boord eten we voor wordt omgeroepen dat we terug mogen naar de auto. Als we eraf mogen rijden is het ondertussen pikkedonker en 20.00u. Knap laat om nog een camping op te rijden maar het is even niet anders. Dankzij onze Nederlandse TomTom vinden we de camping snel. Erik checkt in voor twee nachten en dan kunnen we proberen in het donker, zonder verlichte paden, onze plek op nr. 46 te vinden. Dan mag ik eruit en moet Erik in het donker achteruit in parkeren. Met hulp van de zaklamp op mijn telefoon (en op mezelf schijnen) is het voor Erik ‘een fluitje van een cent’ (zegt hij). We staan niet helemaal waterpas maar dat kunnen we niet verhelpen, de camper heeft geen uitschuifpoten. De stroom gaat eraan en dan zijn we klaar.

Onderweg hebben we geen boodschappen gedaan dus dat is het eerste wat er morgen moet gebeuren. Leuk, winkelen in een buitenlandse supermarkt. Om 21.30u gaat het licht uit in de camper, langer wakker blijven lukt niet. Jetlag misschien??

Nanaimo

Door Marilien op 12 november 2017 11:05

23 september 2017
Ook vannacht weer een aantal keren klaarwakker, in het donker de weg vinden in de camper is nog best lastig maar na een paar keer een teen stoten went het snel. Het is nog even zoeken en een jetlag helpt dan niet echt mee. In de winkel was er ten aanzien van de prijzen wel minder te lachen. Tsjonge, dachten wij dat Scandinavië duur is, nou dat is niks vergeleken met de prijzen hier. Bij de supermarkt hebben we een gegrilde kip gekocht en stokbrood voor de lunch al was het eigenlijk ons ontbijt (op de camping was niks te koop dus we moesten met een lege maag naar de winkel). En nu we toch op pad zijn stellen we de TomTom in op een parkeerplaats in de buurt van watervallen. Na een kwartiertje rijden komen we op een ruim parkeerterrein en dan gaan we eerst maar eens eten. En koffie en thee zetten in onze thermosflessen. Daarna beginnen we aan de wandeling.
Op het informatiebord bij de parkeerplaats staat dat het ongeveer 2.5km is naar de watervallen, de Ammonite Falls. Het weer is geweldig, we kunnen in T-shirt op pad maar in de rugzak zit wel een fleecetrui voor als het weer kouder wordt. Als snel lopen we tussen gigantisch hoge bomen, langs metershoge varens en bosbessenstruiken waarvoor je niet hoeft te bukken. Het is goed opletten waar je je voeten neerzet, het pad is zeg maar hobbelig. Veel keien en boomwortels, bultje op en bultje af tot we in de buurt komen van een waterval wat te horen is door het ruisende water. En dan kunnen we niet verder. Of eigenlijk het wordt niet verboden maar ten zeerste ontraden om verder te lopen en af te dalen tot aan de rivierbedding. Het pad is weggespoeld en daarvoor in de plaats hangen er wat touwen waarlangs je je omlaag kunt laten zakken. Die touwen kun je ook weer gebruiken bij het naar boven klauteren. Beneden zien we mensen lopen en het ziet er niet ingewikkeld uit. We twijfelen even en besluiten dan niet naar beneden te gaan. We maken een foto vanaf de bovenkant, zo geweldig imposant is de stroom water die naar beneden valt niet na een warme en droge zomer.
We doen er iets meer dan twee uur over. Terug bij de camper kijken we op een folder over Nanaimo wat we verder nog niet mogen missen. Ze hebben een top 9 van de bezienswaardigheden gemaakt en de watervallen stonden op 1. Die kunnen we afstrepen. Ook op de lijst staan een wandeling over de ‘Harbour walkway’ en eentje door ‘the old Quarter’, het oude Nanaimo. Het weer is nog steeds geweldig en we rijden richting downtown Nanaimo waar we bij een winkelcentrum een parkeerplek voor de camper vinden. De wandelroute langs de haven is vlakbij. Langs het houten pad liggen veel leuke winkeltjes en bij één kopen we een stuk Nanaimo Bar. Dat is een soort drie lagen koek, de bovenste laag is chocolade, de middelste laag is geel, dat is custard en de onderste is donker, koekachtig met kokos ofzo. Smaakt prima bij onze laatste slokken cappuccino van de Starbucks.
Er is veel te zien in de haven, hele dure boten maar ook hele oude, heel veel meeuwen en een zeehond, watervliegtuigen en vissers op een pier. De vissers hebben manden waar ze kippenpoten in hangen en dan slingeren ze die manden (aan een touw) zo ver mogelijk weg. Erik vraag aan een stel knapen wat ze proberen te vangen en dan blijkt dat krab te zijn. Ze maken er een hele show van, slingeren de mand in de rondte alsof ze aan een rodeo mee doen en dan loslaten onder YieHaa geroep.
We lopen terug, het wordt frisser en we willen nog naar het oude deel van Nanaimo, naar the old Quarter. We moeten weer flink klimmen en een brug over. Aan de overkant van de brug ligt het oude stadsdeel. Op een bord wordt aangegeven dat het ravijn waar nu de brug over ligt vroeger zorgde voor veel stank. Het liep bij hoog water vol en bij eb bleef de troep achter. Het oude deel is een beetje een tegenvaller, een paar leuke gevels en uithangborden maar verder niet schilderachtig (of fotogeniek). Er staat ook veel nieuw tussen wat zogenaamd oud moet lijken. We lopen ‘een vierkantje’, zo handig al die haaks op elkaar staande straten en gaan dan terug richting camper. Toch nog weer twee uur gelopen, de teller op het horloge geeft aan dat we 13km. hebben afgelegd.
Vanavond eten we brood en beginnen we op tijd met het foto’s inladen en verslag schrijven. Als we de boel willen afsluiten zien we dat het pas 20.00u is………………. De interne klok werkt nog voor geen meter. We pakken de folders erbij en gaan bedenken wat we morgen gaan doen en waar we naar toe zullen rijden. We hebben voor deze vakantie niets gereserveerd en dat geeft ons nu het gevoel dat we ‘niets moeten’. Alleen de inleverdatum voor de camper en de terugvlucht staan vast. Wat we tussen nu en dan gaan doen? Nog geen idee en dat is heerlijk!

Saanichton

Door Marilien op 12 november 2017 11:22
24 september 2017
Als we om kwart voor tien onder de hoge bomen bij onze donkere plek 46 wegrijden, blijkt het goed weer te zijn. Het is zonnig en licht bewolkt. We rijden vandaag richting Victoria, naar het zuiden op Vancouver Island. We hoeven niet ver, het is ongeveer 100km rijden maar in de stad is geen camping en daarom houden we onderweg de ogen open. Dat is überhaupt altijd wel zo handig. Nadat we de helft hebben afgelegd vinden we het wel koffietijd en zoeken we de berm af naar een McDonald of één van de concurrenten. Bij Mill Bay hebben we de keuze uit de McCafé en een Tim Hortons. En er is ook een Shell tankstation en daar gaan we eerst naar toe. Erik wil uitproberen of de creditcard werkt bij een ‘self service’. De kaart werkt maar wat lastiger is dat je vooraf moet invoeren voor hoeveel dollars je wilt tanken. Erik kiest voor Can$ 100, ongeveer € 70,00. Nu even afwachten of de liters benzine die we daarvoor krijgen, passen in de tank…. Ze passen, gelukkig.
Bij de toegang tot de twee koffie locaties rijden we langzaam om in te kunnen schatten of we met ons ‘gebakje van 8 meter’ gaan passen. We schatten in dat het niet lukt en rijden verder, terug de Trans Canada Highway 1 op. Er komen er vast nog meer. Hopen we. We zijn vlakbij één van de campings ten noorden van Victoria als we weer een McDonald zien. Erik rijdt heel rustig het parkeerterrein op en met dezelfde snelheid er weer af. Ook hier geen parkeerplek voor een XXL. Dan door naar camping Oceanside bij Saanichton. We komen door een zeer twijfelachtig gebied met veel rommel rond bouwvallige huizen. Niet echt een omgeving die je verwacht bij een camping. De weg loopt dood en aan het eind is de toegang tot de camping. De receptie is onbemand maar er hangt een briefje met de mededeling dat ze vol zitten. Dat hadden we niet verwacht, zo eind september. We rijden terug naar de TCH 1 en zetten camping Beachcomber in de TomTom. Deze ligt iets dichter bij Victoria maar deze camping heeft geen toiletgebouw o.i.d.. Men gaat ervan uit dat de kampeerder hier de faciliteiten in de eigen camper gebruikt. Ook tenten zijn niet toegestaan. We rijden niet helemaal de door TomTom aanbevolen route maar volgen de campingborden. Daardoor rijden we een stuk over landweggetjes in plaats van de vierbaansweg. Eigenlijk veel mooier om te rijden maar lastiger voor andere weggebruikers omdat wij net iets meer dan de helft van de weg nodig hebben. We gaan nog een keer de berm in zodat ik wat foto’s kan maken van velden vol oranje pompoenen. De oogst is begonnen, Pumpkin harvest zelfs op zondag.
Als we bij de toegangsweg naar de camping komen, krijg ik een déjà vu en niet één waar ik blij van word. We zijn hier eerder geweest en de toegangsweg bezorgde me toen een slapeloze nacht. We dalen heel steil af naar zeeniveau over een één camper breed pad zonder uitwijkmogelijkheden. Verzwarende factor is dat je tegemoetkomend verkeer niet ziet aankomen en zij ons dus ook niet. Gelukkig is er tijdens onze afdaling met de bergversnelling erop geen ander verkeer. De camping is inderdaad dezelfde met nog steeds een prachtige ligging aan zee en zicht op wat eilanden en Amerikaans vasteland. De receptie is ook hier onbemand maar hier mogen we ons zelf inchecken en zelf een plek uit zoeken. Er zijn twee tarieven, eentje voor de bosrand en eentje voor aan het water. We kiezen voor aan het water, de zon schijnt en we hebben voor de rest van de dag geen plannen. (ga heus niet vandaag nog een keer die weg op en af…). We installeren ons op nr. 32 en terwijl we stroom en water aansluiten komt de beheerder uit zijn 5th wheel (enorme aanhanger, soort caravan, foto volgt). Nr. 32 blijkt bezet en hij vraagt ons op te schuiven naar 33. Natuurlijk, geen probleem, water en electra weer loskoppelen. Alles van de tafel en het aanrecht halen en dan een paar meter naar voren en iets verderop weer in zijn achteruit. Dan de boel weer aankoppelen, campingstoelen eruit en met zicht op de zee genieten van de rust, de verschillende soorten meeuwen en de zon. Dan nog een kop door Erik gezette koffie erbij, breiwerk bij de hand, meer hoeven we vandaag niet.

Victoria

Door Marilien op 12 november 2017 11:36
25 september 2017
Gisteravond hebben we nog de afvalwatertanks leeg gegooid en daarna hebben we de camper ‘met de neus’ ingeparkeerd. Niet omdat dat makkelijker was in donker maar omdat we dan zodra het weer licht zou zijn uitzicht hebben over de zee. Zo zien we vanochtend voor onze camperneus zeeotters op de rug zwemmen en onderduiken. Een geweldig gezicht.
We stellen de TomTom in op een straat langs zee in Victoria waar we zouden moeten kunnen parkeren. Dat is nog wel een dingetje, we zijn één keer eerder in Victoria geweest, toen ook met een camper, en toen zijn we er alleen door heen gereden. We herinneren ons dat het erg druk was en dat we de camper nergens ‘kwijt’ konden. Toen was het aan het eind van de vakantie en kwamen we uit de wildernis en rust van British Columbia. Nu beginnen we net en zijn we nog aan het ‘drukke’ verkeer gewend. Als we in de buurt van de straat komen waar we een parkeerplek willen zoeken zien we aan de andere kant van de weg een paar kleinere campers geparkeerd staan. Er is ruimte en volgens Erik zouden wij er ook moeten passen. Het is bij een groot park, Beacon Hill en volgens het bord mag je er 3.5uur parkeren om het park te bezoeken. Dat zijn we niet van plan maar de parkeerplek is prima. Erik steekt de weg over, ik spring eruit en houd aan de achterkant het verkeer in de gaten. Dan een paar keer heen en weer en dan staan we in het vak. Ongeveer. We blokkeren niets, dus hangen we de rugzakken om over de regenjassen want ondertussen in het nog steeds aan het miezeren.
We lopen Beacon Hill af en komen als eerste uit bij een park met totempalen. Die blijken te horen bij het ernaast liggende British Columbian Museum. We lopen verder richting water, hier loopt een wandelpad, de David Foster Harbour Pathway. Bij Fishermen’s Wharf gaan we eten, Fish & Chips bij Barb’s. Wereldberoemd volgens de informatie op de muren van het gebouw. Het is een kleurrijk geheel, restaurantjes en woonhuizen bij elkaar op het water. De vis is heerlijk en als de bakjes leeg zijn gaan we weer verder over het wandelpad. We verbazen ons over de taxibootjes, kleine foeilelijke bootjes die snel over het water ‘glijden’.
Als de koffie op bij Breakwater Inn op is hebben we nog een half uur voor onze 3.5uur parkeertijd erop zit. We moeten nog een aardig stuk en het tempo gaat omhoog. Als we bij de camper terug zijn hebben we nog 3 minuten over. Goed gedaan!! En ruim 10 km. gelopen. Terwijl Erik achteruit de weg opdraait sta ik weer het verkeer tegen te houden (nou ja, ’t was even heel rustig) en dan volgen we onze TomTom die ingesteld staat op een camping in Pedder Bay. Dat ligt iets ten westen van Victoria en de camping heeft plekken met zeezicht (oceanview) en wifi. Meer wensen hebben we niet. We laten de drukte van de stad achter ons en zodra we van de Trans Canada Highway 1 afslaan begint het rijden over slingerende weggetjes. Af en toe vangen we een glimp op van de zee, we rijden langs donkere bossen en langs weilanden. Als snel zijn we bij de camping, bij de toegangspoort hangt een instructie en een telefoon. Erik belt, vertelt wat we willen en dan krijgen we plek 41 toegewezen. Inchecken doen we later bij een kantoor/winkel/cafetaria. Onze plek met ‘oceanview’ is lekker ruim, ligt aan het water en als we schuin wegkijken zien we in de verte de oceaan.

Jordan River

Door Marilien op 12 november 2017 11:45

26 september 2017

De zon schijnt als we de camping in Pedder Bay afrijden. De navigatie staat ingesteld op de volgende bestemming, Jordan River. Onderweg komen we door Sooke, een plaats van enige betekenis en daardoor ook voorzien van een supermarkt. Via foto’s op Foursquare hebben we gezien dat ook het parkeerterrein van enig formaat is en dat we daar waarschijnlijk wel een plek zouden kunnen vinden. De route naar Sooke slingert langs de kust, de weg is niet al te breed en het is vrij donker, alsof we door een tunnel van bomen rijden. Vlakbij Sooke komen we weer uit op wegnummer 14 en dat betekent dat er weer een middenstreep is. We vinden de supermarkt en ook een plek langs de rand waar we ‘overdwars’ parkeren. Belangrijk is om er altijd rekening mee te houden dat je voor of achter ruimte hebt om weg te draaien. Ondertussen is het ook behoorlijk warm en het is koffietijd. Dankzij de McDonald zitten we even later naast de camper in de stoel aan een heerlijke cappuccino.
In de winkel halen we eten voor twee dagen. De camping in Jordan River ligt in een zogeheten Regional Park en daardoor is er naast de standplaats niets. Hooguit wat simpele toiletten maar geen electra, afvoer en dergelijke. En geen kampwinkel. Dus bedenken we nu wat we vandaag en morgen gaan eten. We vergapen ons aan een giga pot pindakaas, daar zit 2 kilo in! Er zijn nog meer van die supersize verpakkingen. De blikopener in de camper is kapot en we kopen hier een nieuwe. Het bonnetje kunnen we declareren, dat is zo de regel. Tot can$ 75 hoeven we niet eerst te overleggen met de verhuurder. Nadat we de boodschappen over de koelkast of één van de kasten hebben verdeeld drukken we alle kastdeuren nog een keer goed aan en dan kunnen we weer op pad. Eigenlijk gebeurt het iedere camperreis wel een keer dat we de koelkast niet goed genoeg hebben dichtgedrukt en daardoor bij een bocht de deur openvliegt en de inhoud door de camper gaat. Dat gaan we proberen te voorkomen.
Na Sooke gaat de weg bijna over het strand, er zit alleen af en toe een rijtje huizen tussen. Die staan dan dus bijna aan het water. Bij een parkeerplek gaan we even van de weg af om de zee te zien. Iets verderop staat een rijtje campers in het gelid, dat is onze bestemming voor vandaag. Wat een uitzicht! We hebben ontzetten veel geluk met het weer, het is onbewolkt en ook nog windstil. Hier houden we het wel twee dagen uit.
We doen niet veel meer dan kijken naar de zee, thee drinken, koffie drinken, eten, breien, genieten van de zon, kennismaken met de buren en hun hond (Cooper, een ‘gold doodle). We verwisselen de trui voor een T-shirt, maken wat foto’s en verder glijdt de dag voorbij zoals de zee en de golven. Aan de overkant van de straat van Juan de Fuca ligt de staat Washington, Amerika dus. We hebben uitzicht op de bergen, de ene keer heel helder en het andere moment met een laag nevel ervoor. Op zee gebeurt niet veel, er zijn meeuwen, er komt een watervliegtuig voorbij en een helikopter en in de verte zien we een paar vissersboten. Dit is een plek waar de batterijen eruit gaan, het is best wennen om echt niks te doen. Maar het lukt!
Tegen 19.00u gaat aan de andere kant van de camping de zon onder, of eigenlijk kun je daar de ondergaande zon goed zien. De kleuren zijn prachtig. Daarna wordt het snel kouder maar het is nog steeds windstil. Onze buren maken een kampvuur en ze nodigen ons uit erbij te komen zitten. Ze zijn in 1980 geëmigreerd vanuit Engeland en wonen nu op Vancouver Island. Ze blijken ook te geocachen en we krijgen een trackable mee om verder de laten reizen. Bij het kampvuur, onder enorm veel sterren en een zilveren schittering van de maan op het water, wisselen we onze verbazing uit over Trump, over de Brexit, over Merkel maar ook over de schitterende natuur op het eiland en over onze gewijzigde plannen om niet naar het vasteland te gaan maar op Vancouver Island te blijven. Onze buren vertellen dat het veel drukker is dan andere jaren, dat de rook en roet van de bosbranden bij Banff en Jasper ervoor zorgen dat meer mensen nu naar Vancouver Island gaan. Dat is precies waarom wij ook hier zijn. Als we ons schema hadden gevolgd zouden we morgen alweer op de ferry moeten. Dat gaan we niet doen. Voorlopig genieten we hier en zijn we dik tevreden.


Jordan River too

Door Marilien op 12 november 2017 11:52

27 september 2017

De camper komt vandaag niet van zijn plek. Dit is zo schitterend, een mooier uitzicht vanaf de eerste rij kunnen we niet krijgen. De zon schijnt als we de gordijnen aan de kant schuiven en die verdwijnt pas weer net na 19.00u. Het wordt een kort verslag, we doen vandaag niet zoveel. Van onze buren krijgen we coördinaten van vijf caches.

Het gehucht Jordan River, zo hoorden we gisteren van onze buren, was nog niet zo lang geleden een ‘vibrant community’. Nu is alleen nog een caféetje geopend, de andere huizen zijn of al gesloopt of hebben dicht getimmerde ramen en deuren. Vlakbij is namelijk een dam aangelegd om water te verzamelen. Daarbij hebben ze een klein foutje gemaakt. Bij de aanleg is alleen aanwezig materiaal gebruikt, geen beton. Daardoor is het nu een dam die niet aardbeving bestendig is. Overal staan borden dat zodra er een signaal klinkt iedereen zo snel mogelijk weg moet. De aanleiding kan een aardbeving zijn maar ook wat anders. De vluchtroute is aangegeven met borden, vanaf de camping moeten we allemaal rechtsaf. Nadat geconstateerd was dat er in de aanleg iets niet goed was gegaan heeft de maatschappij alle huizen en winkels in Jordan River opgekocht, behalve dat ene cafeetje waar de eigenaar niet weg wil. We zijn er vandaag langs gekomen na onze wandeling over het strand. Het is een beetje zo’n surfers ‘hangplek’.

Verder vandaag het ultieme vakantie dagprogramma: eten, drinken, beetje lopen, beetje breien, paar foto’s gemaakt, beetje gelezen. Oh ja en een bestemming voor morgen gezocht. We hebben alleen twee folders met campings in Regionale Parken en Provinciale Parken. Dat zijn de campings zonder faciliteiten als elektra, douches en internet. Morgen gaan we proberen weer een ‘wifi camping’ te vinden. Kunnen we digitaal bijtanken.

Naar Lake Cowichan

Door Marilien op 12 november 2017 12:02

28 september 2017

Voor we gisteravond het licht in de camper uit konden doen hebben Erik en ik eerst nog een gevecht geleverd tegen zo’n 50 vliegen. Die hadden zich verstopt in de camper en begonnen lawaai te maken en andere irriterende bezigheden te vertonen. Wat een ellende, Erik had een mepper gemaakt van een krant en ik zat op bed de vliegen Erik’s kant op te zwaaien. Ze lieten zich niet makkelijk neerhalen, van de krant was weinig over toen we na drie kwartier een ‘staakt het vuren’ hebben ingesteld. Er zaten er toen nog twee in de toilet/doucheruimte en een in de woonruimte. En later bleek dat er zich ook twee hadden verstopt in de koelkast. Dat was een slechte keuze.
Vanmorgen na het ontbijt afscheid genomen van onze buren. De TomTom staat ingesteld op Lake Cowichan, in het binnenland. Hiervoor rijden we eerst over de Pacific Marine Trail en na Port Renfrew door de Cowichan Valley. Beide routes hebben een ster op de toeristische landkaart van Vancouver Island. Het eerste deel langs de kust is bochtig, soms smal en veel klimmen en dalen. De bruggen zijn eenbaans en daar zijn er heel veel van. Opschieten zit er vandaag niet in.
Tussen de weg en de oceaan ligt het Juan de la Fuca park, hier zijn veel wandelingen uitgezet en we parkeren de camper op een parkeerplaats. Vanaf hier kunnen we naar China Beach lopen, een wandeling van iets meer dan een kilometer. Heen is een makkie, bult af vanaf de parkeerplaats over een vrij egaal pad. We lopen tussen metershoge varens door, vergapen ons aan de enorm hoge bomen, vooral coniferen en ondertussen natuurlijk ook nog in de gaten houden of we wild zien. Al hoeft dat voor ons tijdens een wandeling niet zo. We zijn al blij met een eekhoorn. China Beach is een prachtig zandstrand met, heel handig, grote omgevallen bomen waar je prima op kunt zitten.
Na China Beach verplaatsen we de camper naar een andere parkeerplaats en gaan we nog een trail lopen. Dit keer naar Mystic Beach en dat doen we vooral omdat er een ‘suspension bridge’, een hangbrug in de route zit. Dit is een veel lastiger pad, het is vooral zoeken naar de route want die wordt niet aangegeven. Op sommige plekken waar het wat drassig is, hebben ze balken gelegd en als we die zien weten we dat we op het goede pad lopen. Met al die hangende mossen en de zon die hier en daar tussen de dichte begroeiing door schijnt is de route al mysterieus. Op de route naar het strand komen we niemand tegen, alleen een eekhoorn die niet even wil wachten tot we een foto van hem/haar kunnen maken. Op het strand is het best druk, veel mensen die genieten van het schitterende weer maar ook mensen die hier beginnen aan het zwaardere werk. Er loopt hier namelijk een meerdaagse wandelroute langs de zee. Onze route is in totaal vijf kilometer en volgens mijn horloge hebben we 61 etages hoogteverschil overbrugd. Alleen stijgen wordt geteld, afdalen niet. Terwijl dat hier ook best vermoeiend is.
Terug in de camper drinken we wat en dan gaan we in heel rustig tempo eerst nog een stukje langs de kust tot Port Renfrew en daar slaan we af het binnenland in. Volgens onze buren in Jordan River zou de kans groot zijn dat we hier een beer zouden zien. Dat gebeurt niet, wel weer heel veel bruggen, haarspeldbochten, een lange smalle kloof, kale heuvels, groene heuvels en weinig verkeer. Dat is erg prettig want het asfalt is niet overal even glad, de camper rammelt ontzettend (van binnen) en nu kan Erik tenminste proberen de grootste gaten te vermijden. We zijn tegen drie uur in Lake Cowichan, een plaats van enige betekenis met een Visitor Centre. Daar halen we info over campings met een zogeheten hookup, dat is stroom en water en soms ook afvoer van afvalwater. En we willen ook wel weer wifi. Ze adviseren Lakeview Park. Eerst nog even wat boodschappen doen, de eerste winkel blijkt geen supermarkt maar een soort Action te zijn. We zoeken een vliegenmepper maar die hebben ze niet. De jongen bij de kassa legt uit waar de supermarkt is en die vinden we zonder probleem. Zelfs een parkeerplek vinden we (naast het parkeerterrein). En in de winkel vinden we een vliegenmepper en van die prehistorische plakrolletjes om op te hangen.
Camping Lakeview Park is een natuurcamping met wat voorzieningen, er is een keurig toiletgebouw met gratis douches, we hebben stroom en water op de plek en als we op het stoepje voor de receptie gaan zitten hebben we ook wifi. Verder hebben we buren met ongeveer dezelfde muzieksmaak als wij. Dat komt goed uit want ze hebben de muziek voor ons duidelijk hoorbaar aan staan. Aan de andere kant staat een camper met twee dames met wit haar en een witte poedel. Zij hebben elkaar veel te vertellen. Bij ons slaat de vermoeidheid na het eten toe, we hebben de jetlag nog steeds niet helemaal overwonnen. Al kan het vandaag natuurlijk ook komen door de twee gemaakte wandelingen!

Naar Qualicum Bay

Door Marilien op 12 november 2017 12:10

29 september 2017


Na de regen vannacht is het droog als we de gordijnen open schuiven. Helaas niet zoals voorgaande dagen een zonnetje door de dakramen, het ziet er koud uit buiten. De bewolking hangt laag tussen de bergen, het is een prima dag om te gaan verkassen. De TomTom wordt ingesteld op Qualicum Bay, een plaats aan de oostkust van Vancouver Island op zo’n 50km ten noorden van Nanaimo waar onze reis vorige week vrijdag begon.
Duncan is de eerste plaats van betekenis en daar zijn we al snel. We komen echter uit ten noorden van de stad en daardoor moeten we de koffiestop nog even uitstellen. Dat is ook geen punt want we zijn nog geen half uur onderweg. Bij Ladiesmith (=plaats) zien we van verre een grote M en daarvoor draaien we van de Trans Canada Highway af. Eerst nog even tanken en dan parkeren op een speciale RV parking spot recht tegenover de Mac. Binnen is het erg druk, allemaal grijze hoofden aan de tafeltjes voor het raam, druk met elkaar in gesprek of druk met het lezen van een krant. Het is reclameweek voor de gewone koffie, die kost nu maar $1, of dat de reden is voor deze drukte? In de camper starten we de laptop op en dan blijkt dat we dichtbij genoeg staan om de wifi van de Mac te gebruiken. Dat is handig! Erik gaat binnen in de rij voor cappuccino en ik ga aan de slag om foto’s bij te plaatsen, mail te lezen en nieuws binnen te halen. Als we aan de koffie zitten komt in eens de regen met bakken uit de lucht en binnen de kortste keren staat het parkeerterrein en de Highway blank. Dan maar een iets langere pauze en we smeren brood voor bij de koffie. Als het weer droog is en de foto’s zijn geplaatst gaan we nog even boodschappen doen bij een ‘Save-on-foods’, dat is een wel erg aantrekkelijke naam voor een supermarkt. Bij de kassa vraagt de mevrouw of we uit Duitsland of Nederland komen en als we zeggen Nederland dan vraagt ze uit welk deel. Ze vertelt dat haar meisjesnaam Harkema is en als ik zeg dat de familie dan vast uit Friesland komt dan klopt dat inderdaad. Zo geweldig hoe snel je hier een leuk gesprek kunt hebben, Louise Harkema zegt dat als we tijd hebben we naar Alert Bay moeten gaan, een eiland met veel kunst en cultuur van de First Nation. Klinkt goed, schrijven we op, altijd goed die insider tips.
Terug in de camper ruimen we de boodschappen op, zetten de koffer met fototoestellen weer tussen de voorstoelen, checken nog even of er echt niets achter de camper staat zodat Erik een paar meter achteruit kan rijden en dan gaat het weer richting Trans Canada Highway. En dan gebeurt bij de eerste bocht wat ik volgens mij eerder heb geschreven: de koelkast deur vliegt open en de inhoud vliegt eruit. Gelukkig blijft de aangebroken kilobak met yoghurt nog in de koelkast staan want dat had me een puinhoop gegeven! Erik kan niet stoppen en ik gesp de gordel los om zo snel mogelijk de boel weer in te laden en de deur goed dicht te drukken. Tsja, tot nu toe altijd gecontroleerd voor vertrek maar nu nog aan de klets over mevrouw Harkema en de doos met 50 mini marsjes, twix en snickers (en de korting) dat we het zijn vergeten. Ach, de traditie blijft zo wel in stand, meestal gebeurt het maar één keer per vakantie.
Als we in de buurt van Nanaimo komen, herinner ik me een bord van een Fish Hatchery, een soort viskwekerij. We blijken vlakbij de afrit te zitten en omdat we ook vandaag niets moeten slaan we af op zoek naar de kwekerij. Na een paar honderd meter zandweg (en dus veel schudden en lawaai in de camper) komen we voor een hek met daarachter wat gebouwen. Parkeren moet buiten het hek, er staat verder geen enkele auto. Het maakt eerlijk gezegd een beetje een vervallen indruk maar we gaan toch maar even kijken. Er zijn drie grote bakken waar hele kleine zalmpjes in zitten, maar een paar centimeter groot. In de eerste bak wordt water omhoog gespoten en daar springen de minivisjes vrolijk in het rond. Het is een beetje een lachwekkend gezicht. Als dit het is??? Op een bord wordt aangegeven dat het wandelpad glad kan zijn en dat men waakzaam moet zijn voor beren. We gaan een stukje het pad op en dan zien we heel wat grotere zalmen in een beek naast het pad zwemmen, tegen de stroom in en over keien om naar een hoger gelegen deel te komen. Ze zijn zo dichtbij dat we ze zouden kunnen aanraken, maar dat doen we natuurlijk niet. We zijn eerst veel te verbaasd over de maat van deze vissen en over hoe dichtbij ze zijn. Volkomen onverwacht na die mini’s in de bakken, we dachten dat dat het was….. We lopen nog een stukje verder over het pad en omdat we net het bord met de waarschuwing voor de beren zijn gepasseerd, staan we direct stil als we een soort schreeuw horen. Iets maakt een alarmerend geluid. Het blijkt een otter te zijn die zijn familie waarschuwt voor naderend onheil, wij dus. We blijven heel stil staan en dan lijkt het erop dat zij zich veilig voelen. Wat een schitterend gezicht en wat een geluk om dit te mogen zien: we staan te kijken naar een stuk of zes otters die aan het ravotten zijn in het water en op de kant. Af en toe staat er eentje ons in de gaten te houden. We voelen ons zeer bevoorrecht, alsof we naar tv kijken, wat bijzonder om dit van zo dichtbij te mogen zien. De filmpjes zijn echt erg leuk en we zullen proberen er wat van te plaatsen. Deze plek is echt een aanrader, op nog geen 500 meter hemelsbreed van de Trans Canada Highway dit stukje oerbos met beek met zalmen en otters. En oh ja, geen beer gezien.
Dat het ondertussen weer was gaan regenen was ons niet opgevallen. Maakt ons ook helemaal niet uit. En dat het als we weer verder rijden nog veel harder gaat regenen maakt ook niet uit. Deze dag is al geslaagd. Ten noorden van Nanaimo ligt Parksville en daar kunnen we ‘overstappen’ van wegnummer 19 naar de 19A, die ligt dichter bij de kust en is dus mooier om te rijden. Haast hebben we niet dus kiezen we voor de toeristische route. Bij Qualicum Beach stoppen we bij een Visitor Centre voor informatie over campings en de meneer achter de balie adviseert de eerst volgende aan de linkerkant. Oh en hij is vorig jaar in Nederland geweest, geweldig land, hij was in Amsterdam, Rotterdam en Volendam. Hier vraagt echt iedereen ‘where are you from’ en meestal kennen ze ook wel iemand in Nederland. Maar goed, terug naar het camping zoeken, de eerste camping links ligt weliswaar op loopafstand van het stadje maar midden in een heel donker bos. Met de voorspelde regen en kou is ons dat te donker en we rijden verder. Zo komen we terecht in Qualicum Bay op een campground van de First Nation, de oorspronkelijke bewoners. Bij de receptie zit niemand en daarom rijden we rustig een rondje over de camping op zoek naar een plek. De camping ligt direct aan zee, er staan wat enorme 5th-wheels (soort caravan) maar er is nog een plek vrij die er redelijk vlak uitziet. Zo staan we om 15.30u weer op de eerste rang aan zee, dit keer met de achterkant ingeparkeerd en komt de zon er weer door. Water en elektra hebben we op de plek maar helaas geen wifi, het verhaal zal dus met vertraging worden geplaatst. Wel een goede reden om morgen ergens een kop koffie te gaan drinken.
Vanochtend bij de Mac hebben we voor dit gebied geocaches ingeladen. Om half vijf hangen we de rugzakken om en gaan we op pad voor een wandeling langs de kust, op zoek naar wat caches. Als we het terrein af willen zien we dat de receptie open is en dus gaan we eerst aanmelden en betalen. Anderhalf uur later zijn we terug bij de camper, twee caches hebben we gevonden en vijf kilometer hebben we gelopen. Onze horloges zijn blij met ons, doel voor de dag is weer gehaald.

Underground

Door Marilien op 12 november 2017 12:21
30 september 2017
Na een hele nacht regen en vanochtend donkere wolken boven zee, gaan we vandaag op excursie ondergronds. Dat is tenminste droog, hadden we bedacht. We rijden vanaf de camping in Qualicum Bay naar Horne Lake Caves, dat is een half uurtje rijden. Dat dachten we tenminste, na 5 kilometer gaat de asfaltweg over in een zand/klei/kuilen weg en daardoor doen we er langer over. Het is een enorm gehobbel en Erik probeert zoveel mogelijk kuilen te omzeilen. Het is alsof we over een ouderwets wasbord (met van de ribbels) rijden, beren zullen we zo niet zien, we maken een helskabaal in maar vast ook buiten de camper. We rijden door groene tunnels, de begroeiing is dicht en de bomen zorgen voor een overkapping van de weg. Als we op 5 kilometer voor het eindpunt ook nog een ‘schaafmachine’ (zie foto) tegen komen is het helemaal feest. Dit is geen weg om haast te hebben.
Het Horne Lake Caves Visitor Centre is gelukkig open en om een bezoek te brengen aan een grot kunnen we kiezen uit een aantal opties. Allemaal verschillend in tijdsduur en ‘soort beleving’. We kiezen voor een tocht met gids van twee uur waar we een van de grootste grotten in zullen gaan. Dit lijkt ook de minst ingewikkelde tocht want hier hoeven we niet op de buik ergens onder door te kruipen of via touwladders af te dalen. Als we een helm op moeten met een hoofdlamp erop, krijg ik toch wat twijfels bij wat men hier verstaat onder simpel…. Onze groep bestaat uit zes personen en een gids, die heet Ryan en hij heeft er zin in. Wij ook en we gaan voortvarend op pad. Eerst moeten we zo’n 45 minuten bult op lopen om bij de ingang van de grot te komen. De andere vier zijn heel wat jaren jonger en het tempo ligt direct best hoog. Gelukkig zijn er onderweg een aantal stops waar Ryan vertelt over het soort gebergte, het ontstaan van de grotten, over fossielen en dergelijke. Reuze interessant en best goed te volgen. Na 3 kwartier gaat het dan gebeuren, we oefenen in het aan en uit zetten van de hoofdlamp, we trekken allemaal onze handschoenen aan (waterdicht en gekocht bij het visitor centre want onze eigen handschoenen die we mee hebben zijn hiervoor niet geschikt!??). Ryan loopt een steile trap af en opent een hek, dan worden we uitgenodigd om één voor één af te dalen. Onderaan de trap staan we in een smalle lage ruimte met heel veel keien. Er is geen pad te bekennen en verlichting is er ook niet in de grot. Ze willen het ‘zuiver’ houden en daarom zijn er zo min mogelijk ingrepen in de natuur gedaan. Zegt Ryan. Nadat we allemaal het hek zijn gepasseerd gaat het achter ons op slot. Ryan heeft ons via zijn telefoon ingemeld bij het Visitor Centre, hier mag niemand zonder gids rondlopen.
Hij gaat ons voor over de keien en legt uit dat we twee handen moeten gebruiken bij het afdalen omdat het nogal laag is. Zitten op de kont kan natuurlijk ook maar het is niet bepaald een glijbaan. We krijgen het advies de zwarte keien te vermijden want die zijn gladder dan de rest…. Na een wat onwennig en onzeker begin krijgen we snel de smaak te pakken en klauteren we als kleuters over de keien. We krijgen uitleg over de afzetting van mineralen en het uitdrukkelijke verzoek om er niet met de handen aan te zitten want dan stopt de groei en die is toch al niet erg vlot. Zo’n stalagtiet doet er 100 jaar over om 1 centimeter langer te worden. Zou toch erg jammer zijn als we er per ongeluk een stukje afstoten. Het is fijn en erg praktisch om een helm op te hebben en ook die lamp die erop zit is hier goud waard. Als we op het verste punt zijn tot waar je redelijk normaal kunt komen, vraagt de gids of we er een bezwaar tegen hebben om absolute duisternis mee te maken. Dat kan alleen als iedereen mee wil werken en dat willen we gelukkig allemaal. We moeten een plek zoeken waar we comfortabel ( 😉 ) tegenaan kunnen hangen of kunnen zitten en daarna gaan alle hoofdlampen uit. De gids doet het als laatste en checkt of iedereen zich er nog prettig bij voelt. Blijkbaar zijn er twee plaatsen op aarde waar je absolute duisternis kunt ervaren en dat is of heel diep in de zee of in een grot. We zitten minutenlang in het donker terwijl we horen hoe lang het duurt voor je gaat hallucineren van het gebrek aan licht, maar ook wat het verder doet met je hersenen. Ryan vertelt hoe in 1969 een vrouw in absolute duisternis in een ondergronds meer is gaan zwemmen om de grot verder te onderzoeken. Blijkbaar hadden ze toen nog geen waterdichte lampen. Na een tijdje doen we de lampen weer aan en dan beginnen we aan de weg terug. Nu is het dus letterlijk klimmen tegen de klippen op. Het is lekker weer buiten te staan en de kleuren van het bos lijken nog intenser. We gaan terug over een ander pad en krijgen nog een restje geologie les. De andere vier personen hebben een andere optie bijgeboekt en zo splitsen we ons op. Zij gaan met de gids verder en wij lopen terug naar het Visitor Centre waar we de helmen inleveren. Wat een ervaring!!!
We rijden terug over de lange zandweg richting Qualicum Beach en gaan op zoek naar een McDonalds of een andere ‘goede cappuccino maker’. Die blijken er niet te zijn. Later lezen we dat men in Qualicum Beach alle vestigingen van ketens weigert, hier alleen gewone winkels. Langs de kust rijden we verder naar Parksville, dat heeft wel een groot winkelcentrum. Er zit onder andere een vestiging van Canadian Tire, een soort Kwantum, waar vaak een filiaal van de McDonalds in zit. Dat is hier niet het geval maar direct bij binnenkomst staat er wel een bord waarop wordt aangegeven dat er wifi is in de winkel. We gaan weer naar buiten en verplaatsen de camper wat op het parkeerterrein zodat we vanuit de camper ook wifi hebben. Vandaag willen we hier in de buurt op een camping en we zoeken op internet naar wat adressen. We eten een large pizza bij de PizzaHut die ze wat ons betreft ook wel een x-large hadden mogen noemen.
Als alle kruimels op zijn (Chicken Ceasar, erg lekker) gaan we op zoek naar de eerste camping. Daar is de receptie onbemand en de camping oogt verlaten. We rijden er een rondje maar het ziet er niet uitnodigend uit. Op naar de volgende, die ligt een paar kilometer verder, niet aan zee dit keer maar aan een rivier. Grappig is dat de camping aan de Riverbend ligt en dat is de rivier die begint bij de grotten waar we vanmorgen waren. Deze camping is open, we krijgen een plek met ‘riverview’ (zit een hek tussen en de rivier ligt meters lager) maar we hebben een full hookup, zelfs wifi op de plek.
Vanmorgen vond de gids ons al ‘Super Cool’, dat vinden wij nu van de camping. Zo ‘cool’ zelfs dat we de kachel even moeten aan doen. Maar het is droog en de verwachtingen zijn goed. Eens kijken morgen hoe oktober start.
Bye folks from us.

Naar Port Alberni

Door Marilien op 12 november 2017 12:33

1 oktober 2017

Voor vandaag staat de TomTom ingesteld op Ucluelet, dat ligt aan de andere kant van het eiland, aan de westkust vlakbij het Nationale Park Pacific Rim. De route over Highway 4 gaat door de Alberni Valley, een mooie weg om te rijden. Er zitten een paar stevige klimmen in maar daar heeft onze camper geen enkel probleem mee.
De eerste stop is bij de Little Qualicum Falls, watervallen in een Provincial Park. Er is plek voor de camper en terwijl ik de rugzakken inpak gaat Erik kijken welke wandelingen er te maken zijn. Het zijn geen lange routes en daardoor zijn gevulde rugzakken eigenlijk niet nodig maar er wordt aangegeven dat je geen waardevolle spullen in de auto moet achterlaten en daarom gaan onze (extra) fototoestellen mee in de rugzakken. Dat zijn voor ons de meest waardevolle spullen. We lopen eerst naar de Upper Falls, steken dan een brug over en gaan aan de andere kant naar de Lower Falls. Het is niet heel erg druk op de route, de meeste mensen lopen het rondje net andersom en dus zien we ze maar één keer. De watervallen zijn indrukwekkend maar zullen in het voorjaar nog wel veel meer water te verwerken krijgen. We lopen ongeveer een uur en dan zijn we terug bij de camper.
Verder over Highway 4 rijden we richting van Port Alberni. De weg gaat door nog een Provincial Park, MacMillan Park en hier kun je bomen van meer dan 800jaar oud vinden in Cathedral Grove. Als we een plek kunnen vinden voor de camper dan gaan we dit bos bekijken, als er geen plek is dan proberen we het als we over een paar dagen terug rijden over deze weg. Er is namelijk maar één weg naar de Pacific Rim dus we moeten over dezelfde highway terug. Wat een geluk, we mogen alleen rechts parkeren en er is nog net een plekje waar de camper tussen past. Ook hier weer de rugzakken vullen met waardevolle spullen en dan steken we de weg over. De ‘Interpretive Trail’ (wandeling met informatiebordjes) ligt aan de overkant van de weg. Er is keuze uit een aantal lengtes, ze stellen allemaal niet veel voor qua meters maar hier zouden we uren kunnen lopen. De bomen zijn zo hoog dat je er een stijve nek van krijgt als je de toppen wilt zien. Sommigen zijn nogal aan de maat qua omtrek en het zijn ook nog eens oudjes. Ook de ondergroei is prachtig, metershoge varens die net even iets meer blauwgroen zijn waardoor ze wel van plastic lijken. En dan die mossen, op de stammen en aan de takken, ze zorgen voor een heel bijzondere sfeer, zeker in combinatie met de zon die er soms tussendoor schijnt. Genieten met hoofdletters voor ‘boomgekken’ zoals wij.
Als we de grootst mogelijke ronde hebben gelopen steken we de weg weer over naar de camper. Aan onze kant ligt ook nog een uitgezette wandeling, ook niet erg lang maar veel rustiger. Op nieuwjaarsdag 1997 heeft hier een enorme storm gewoed en toen zijn er veel bomen om gegaan. Die hebben ze laten liggen waar ze zijn gevallen, het lijkt op mikado maar dan met reuzen stokken. De omgevallen bomen zijn weer voeding voor andere planten, dat is mooi om te zien.
Als we de weg weer opdraaien besluiten we om niet door te rijden tot Ucluelet maar om in Port Alberni een camping te zoeken. We draaien bij het Visitor Centre de parkeerplaats op en zoeken binnen naar informatie over deze omgeving. De camping die we hadden uitgezocht blijkt bereikbaar te zijn na een erg lange en erg slechte gravelweg, de jongeman achter de balie adviseert een andere camping omdat we ook graag water en elektra op de plek willen. Hij wil wel voor ons bellen en dan blijkt campground Arrowvale nog één plek over te hebben. Die wordt voor ons gereserveerd, we krijgen de route mee en dan is het nog een kwartiertje rijden naar de camping. Port Alberni blijkt over alle winkels die je maar kunt bedenken (in Canada) te beschikken dus hier kunnen we morgen of op de terugweg nog wel een keer shoppen. De camping is vrij simpel, het lijkt erop dat het veel heeft geregend de laatste tijd want de grond is behoorlijk nat. Onze plek is ook erg nat en bovendien erg donker. We moeten bijna licht aan doen in de camper.
Om 17.00u dreigen onze ogen dicht te vallen van de stilte en het niets doen. We gaan een stukje lopen, kijken of we onderweg nog een cache kunnen vinden en misschien nog wat zien van de omgeving. Port Alberni schijnt DE stad voor vissers te zijn (ook zalm) en de camping ligt vlakbij de rivier. We vinden de rivier en één van de vier caches, zalmen zien we niet, wel een mooie reiger. Het bos is vrij donker en een duidelijk pad is er niet.
We checken nog even de meegenomen folders en lezen over een wandeling bij watervallen waar een trap voor zalmen is aangelegd. Dat is de eerste bestemming voor morgen en verder zien we dan wel hoe het gaat. Het gaat ons steeds beter af om niet te plannen maar per dag te kijken wat er in de omgeving is en dan een keuze te maken.

Look a bear

Door Marilien op 12 november 2017 13:41

2 oktober 2017

Het is koud en er hangt mist als we om kwart voor tien wegrijden bij camping Arrowvale. Het is herfst en truien weer. De TomTom staat ingesteld op Stamp Falls, een provinciaal park. Hier kunnen we als het goed is zalmen zien springen. Als we een paar kilometer hebben gereden rijden we ineens volop in de zon, op de camping zaten we precies in een laaghangende wolk. Nu is de lucht weer strak blauw, dat is toch wel boffen zeg. Stamp Falls is een twintig minuten rijden waarvan het laatste deel door een donker bos en over een zandweg. Alles in de camper schudt weer lekker op zijn plek. We parkeren de camper, trekken een vest aan over de trui, hangen de rugzakken om met onze ‘valuables’ en dan zijn we er klaar voor. We hebben gelezen dat er een ‘handmade’ zalmtrap is en eigenlijk zijn we niet zo van de handgemaakte hulpmiddelen maar na het lezen van een informatiebord zijn we om. Op deze manier kunnen de zalmen terug naar hun geboortegrond en daarmee is de zalmtrek het hele jaar door gegarandeerd. Naast de stroomversnellingen zijn er ‘tubes’ waar de zalmen tegen een stroom in verder de rivier op kunnen. Ze hebben dus een keuze, of de route via de natuurlijke stroomversnellingen of via de aangelegde weg. Twee Canadezen wijzen ons op een gebouwtje waar aan de zijkant een televisie is opgehangen. Daarop zijn webcambeelden te zien van zalmen die door de buizen zwemmen. Dat is echt gaaf want zo zijn de zalmen van heel dicht bij te volgen. Er komen er veel voorbij.
We lopen verder langs de afrastering en komen bij een punt waar we zicht hebben op de grootste natuurlijke waterval en daar zien we zalmen ‘bij bosjes’ springen en proberen een etage hoger te komen. Dat lukt lang niet altijd in één keer. We staan een hele tijd te kijken, wat een prachtig gezicht. Afhankelijk van de tijd van het jaar zijn er meerdere soorten zalmen die hier langs komen. Op dit moment zijn het de Chinook en de Steelhead waarbij de Chinook verre weg de grootste is, die is een beetje bruinig met zwarte stippen. We lopen verder langs het hek tot aan een volgende serie informatieborden, die gaan over de ‘Salmon Pool’. Als we over het gaas naar beneden kijken zien we wat er wordt bedoeld. Een enorme hoeveelheid vis recht onder ons, alsof ze moed verzamelen om de strijd tegen de watervallen aan te gaan. Duidelijk is ook te zien dat het niet allemaal van één soort is. Het water heeft niet overal dezelfde kleur, sommige stukken zijn groen, dat is prachtig om te zien. Fijn dat er een hek is om tegenaan te hangen want achter het hek gaat het steil meters naar beneden.
We besluiten nog een stukje te lopen en gaan eerst naar een uitzichtpunt, daar krijgen we zicht op een stuk rivier stroomafwaarts. De rivier wordt een heel stuk breder en stroomt minder snel. Er is nog een route die we kunnen lopen en zo komen we bult af terecht bij het water. Dit is een plek waar gevist mag worden maar behalve een verlaten slaapzak, een campingstoel en één bergschoen zien we niemand. We installeren ons op de keien aan de rand van het water en trekken eerst maar eens de vesten uit. Het lijkt wel hoogzomer, zo warm is het. De zalmen springen voor onze neus, sommigen heel elegant, andere doen meer ‘bommetje’. Net als al eerder deze vakantie voelen we ons zeer bevoorrecht dat we hier op de eerste rang mogen zitten. Er zijn nog twee toeristen deze kant op gekomen en zij zijn al klauterend op rotsen een eindje van ons af gaan zitten. Na een tijdje trekken de twee onze aandacht door te zwaaien en te wijzen. En dan zien we wat ze bedoelen: aan de overkant van de rivier loopt een zwarte beer de helling af richting water. Hij lijkt ons niet te zien of hij heeft geen interesse. Zijn doel is duidelijk, hij wil vis. Dat lukt hem niet want hij lijkt droge poten te willen houden. De vissen springen wel voor hem langs maar zijn buiten zijn reikwijdte. Hij blijft lang binnen de reikwijdte van onze fototoestellen! GEWELDIG, dit is waarvoor we zo laat in het seizoen en naar Canada zijn gegaan.
De bult terug naar boven is steil maar we lopen fluitend terug naar de camper. Bij wijze van spreken dan. Het is onvoorstelbaar wat we net hebben gezien. Ondertussen is het bijna half één, we zijn hier langer dan gedacht geweest. Tijd voor de lunch en daarvoor rijden we naar de Harbour Quay in Port Alberni. We doen eerst een rondje over de pier (klein rondje, kleine pier) en gaan dan buiten in de zon eten bij een café dat de Blue Door heet. En dat is wat het heeft, een blauwe deur. En ze hebben er heerlijke zalmburgers, broodjes met sla, tomaten, saus en een flinke moot gebakken zalm. Het smaakt uitstekend en de borden gaan leeg terug naar binnen. We lopen weer terug naar de camper en gaan dan boodschappen doen bij de WalMart, dat is toch wel één van mijn favoriete winkels. Als je slecht weer hebt kun je hier met gemak een dag doorbrengen.
Na de WalMart stellen we de TomTom in op de volgende overnachtingsplaats: Ucluelet aan de westkust. Dat is ongeveer 100km rijden over een ‘long winding and narrow road’. Het is wel een hele mooie route, grotendeels langs een rivier, tussen steile bergwanden door of voorzichtig afdalen met 18%! Jawel. In Ucluelet gaan we op zoek naar een camping en rijden daarvoor eerst het hele dorp door. We zouden hier eerder geweest moeten zijn maar er is niets wat we herkennen. De weg loopt hier dood en we draaien terug. Bij het keerpunt staat een hert in de berm, we gaan ernaast staan en maken een foto. Een tam hert want het kijkt niet op of om. We hadden graag een camping aan de zeekant gehad maar in plaats daarvan zien we een bord aan de ‘landkant’. De camping is beperkt open, we mogen zelf een plek zoeken en er zijn er een aantal met elektra en water. De toiletgebouwen zijn gesloten dus alleen ‘zelfredzame’ camperaars zijn welkom. We hebben een boiler, douche en toilet aan boord dus als er een wateraansluiting is hebben we verder niets nodig. De plek die we kiezen heeft prachtig uitzocht op een binnenhaven, de andere plekken zijn leeg. Op een ander terras staan wel wat campers maar verder is het rustig. Bij de receptie liggen enveloppen die je moet gebruiken om het kampgeld in te doen en daar zet je je plek, naam en aankomstdatum op. Betalen gaat per nacht.
We hebben nog een vrachtje hout voor een kampvuur en dat is nou net een klusje dat Erik leuk vindt. Als snel brandt er een mooi vuurtje naast de camper, we schuiven de picknicktafel er wat dichter bij en blijven zitten tot het hout is opgebrand.
Dit is vakantie!!

Ucluelet too

Door Marilien op 12 november 2017 13:50

3 oktober 2017


Ook vandaag wordt het weer een stralende dag, geen wolk aan de lucht en zo’n 18 graden. We lopen Norah Street in en slaan daarna af naar Rainforest Drive. Dit is de villawijk van Ucluelet, grote panden, grote boten op de inrit en auto’s in een bijpassend formaat. Mieke Dusseldorp is hier één van de makelaars, dat klinkt behoorlijk Nederlands. Een mevrouwtje met een strakke permanent en een ‘rolmops hondje’ aan de lijn vraagt of we verdwaald zijn. Dat zijn we niet, we zijn op weg naar de zee. “Oh, you are looking for the ocean”, ja inderdaad, ze wijst ons de weg.
Zo komen we terecht op de Wild Pacific Trail, een kilometerslange wandelroute langs de kust. Om precies te zijn, er is nu acht kilometer af. Het is de bedoeling het pad verder door te trekken tot aan de Pacific Rim, het Nationale Park dat noordelijker aan de kust ligt. Voor dat doel staan er op een aantal plaatsen een soort afvalbakken bedoeld voor donaties. We starten ongeveer bij kilometerpaaltje 4 en lopen rechtsaf, dit is het deel met de vergezichten en rotsen. De andere kant op liggen wat stranden. Het is super weer voor oktober. We lopen in een dunne trui en hebben onze regenjassen nog bijna niet aan gehad.
Bij km. 7 slaan we van de route af, hier kunnen we via een bos met oude bomen (ceder/conifeer) naar de doorgaande weg lopen en via die weg weer terug naar de camping. We lopen over het fietspad, dat is prettig want de weg is best druk. Tweeënhalf uur na vertrek staan we weer naast de camper, uit en thuis was 10 kilometer. Het liep dus even anders met ons plan om het dorp te gaan verkennen. Dat halen we om 19.00u in, we gaan nog een keer een stukje lopen. Dit keer langs de grote weg naar het dorp, nu over een voetpad. Het blijft bij etalages kijken, de winkels zitten dicht. We dalen af naar de haven waar een boot net is gelost. Het is volle maan en dat is altijd mooi om te zien, zeker boven water.

Pacific Rim part one

Door Marilien op 12 november 2017 14:02

4 oktober 2017


Vanochtend rijden we richting Tofino. Dit is een langgerecht schiereiland waar Tofino op de noordelijke punt ligt en Ucluelet op de zuidelijke. In het midden ligt een Visitor Centre waar we stoppen voor informatie over de kampeermogelijkheden richting Tofino. Ten zuiden van Tofino ligt de Pacific Rim, een Nationaal Park. We zijn hier eerder geweest en het heeft indruk gemaakt. We herinneren ons lange zandstranden met het regenwoud tot aan het strand. De mevrouw bij het Visitor Centre adviseert camping GreenPoint, een zogeheten ‘Federal Campground’ maar wel eentje met elektra op de staanplaatsen. De camping zit dagelijks snel vol daarom geeft ze nog wat alternatieven aan. De camper wordt vlot opgestart en we slaan af naar Tofino.
Als we in de buurt komen zien we een bord waarop de camping wordt aangegeven. Op het bord staat ‘no vacancy’, we zijn te laat, ze zitten vol. “Jammer” denk ik, “even checken” denkt Erik en hij slaat de weg in naar de camping. De camper wordt aan de zijkant bij de receptie geparkeerd en Erik gaat gewapend met de portemonnee kijken of er toch plek is. En die blijkt er te zijn! Eerlijk gezegd ziet de camping er helemaal niet vol uit, geen idee waarom dat bord erop zit. We krijgen plek nummer 6. Het lijkt net alsof het licht uitgaat zodra je de ‘campingstraat’ in rijdt. We rijden door regenwoud en het is midden op deze zonnige dag, donker en koud. Ik ga de camper uit en Erik rijdt achteruit de plek op. Als we weer in de camper staan is het zo donker dat het licht aan moet. En trouwens ook de kachel. Gelukkig hebben we vanochtend in Ucluelet nog even ‘propane’ bijgetankt, de kachel kan nu 24/7 branden als het nodig is.
Blijdschap en teleurstelling doen een wedstrijdje. Fijn dat we een plek hebben gevonden op deze camping want die ligt direct aan Long Beach, een zandstrand van dik 3 kilometer. Jammer dat we geen uitzicht op zee hebben en dat de plek zo donker en koud is. Eerst maar een kop koffie en dan bedenken wat we gaan doen. Als de koffie op is en een stuk dadelplaatkoek voor wat energie zorgt, hangen we de rugzakken om, nemen de grote telelens mee voor het geval dat, en dan gaan we op zoek naar het paadje dat naar het strand moet leiden. De camping ligt aardig wat hoger dan het strand en dat betekent dat we flink wat meters moeten afdalen. Er zijn twee stranden om uit te kiezen: Long Beach en Combers Beach. Vandaag gaan we naar rechts en beginnen we aan een strandwandeling over Long Beach. De naam zegt iets maar niet alles over dit strand. Het is niet alleen lang, het is breed, het is nauwelijks ‘aflopend’ en het is schoon. Tenminste als je de planten uit zee, de stukken krab en de schelpen niet meetelt. In de camper hadden we de trui aan en voor alle zekerheid een regenjack in de rugzak gestopt. Op het strand gaat heel snel de trui uit want het is warm, de zon staat de schitteren aan een strak blauwe hemel. De teleurstelling over de campingplek is gesmolten in de zon! Het wordt nog mooier als we heel hoog in een boom een witte bol ontdekken. Met de telelenzen halen we het dichterbij en dan zien we de eerste Bald Eagle van deze reis. (Zeeadelaar met witte kop en gele snavel). Op zee, niet ver vanaf het strand zien we veel bootjes, dat zijn van die tours op zoek naar walvissen. Als we hardop bedenken waarom die bootjes stil liggen en niet onderweg zijn naar de horizon zien we de reden. Of beter de redenen. We zien het spuiten van de walvissen, ‘smoking’ zoals ze het hier noemen. Wat bijzonder, we wisten dat walvissen hier langs de kust voorbij trekken maar dat we ze echt vanaf het strand zouden zien, hadden we niet durven hopen. Natuurlijk zien we niet dat wat de mensen op die bootjes zien maar ook vanaf het strand zien we ‘stukjes walvis’ voor ze onderduiken.
Zo lopen we vrij ongemerkt 10 kilometer over het strand, in de zon, met de schittering op het water en wij met een brede grijns. Dat het donker is en koud als we terug zijn in de camper? Daar hebben we het niet over, we doen gewoon alle lampen aan en laten de kachel nog wat warme lucht blazen. De foto’s worden gecheckt en verder ingezoomd: Bald Eagle check, Walvis check!!

Pacific Rim part two

Door Marilien op 12 november 2017 14:11

5 oktober 2017


We hebben twee nachten geboekt op deze camping dus vandaag nog een hele dag om te doen waar we zin in hebben. Het strand links heet Combers Beach. We lopen weer dik 2 uur langs de waterlijn (en soms erin). In de verte hangt nog zo’n mooie nevel die ervoor zorgt dat het regenwoud groen kan blijven.
Daarna rijden we richting Tofino waar we het stadje willen bekijken. Zover komt het niet, we komen wel in Tofino maar we vinden geen parkeerplek voor de camper. Er is wel ruimte maar bij alle bordjes staat aangegeven dat RV’s er niet mogen worden geparkeerd. Het is een druk toeristisch gehucht van een paar straten. Vol winkels met surfspullen, voor excursies om walvissen te gaan spotten of om te gaan vissen. Het is een dorp met veel jongeren en mensen die doen alsof ze dat nog zijn. Omdat we de camper niet kunnen parkeren rijden we door naar het Community Center, een soort buurthuis aan de rand van Tofino. Daar beginnen twee wandelingen en daar is ruimte voor het parkeren van de camper. We kiezen voor de route die ‘the Lighthouse Trail’ wordt genoemd, een pad door regenwoud, hoog langs de stranden met veel ‘viewpoints’. Hoe de route aan de naam komt weten we niet, we zien niet één vuurtoren. Het is grotendeels heen en terug over hetzelfde pad, de route kan er niets aan doen, het is weer schitterend maar we bemerken bij ons zelf een soort ‘regenwoudblindheid’. We lopen er maar verbazen ons niet meer over de gigantische varens, over de enorme dikke en hoge bomen, over het geritsel in de struiken (eekhoorns en vogels). Het is voor nu even genoeg, we hebben zware benen van alle kilometers klimmen en dalen en we hebben honger.
Terug op de parkeerplek nemen we eerst wat te drinken (zo handig zo’n camper) en dan zoeken we op een kaartje naar een plek om te eten. Erik heeft op de heenweg iets gezien dat de Wild Side Grill heet en daar rijden we naar toe. Gelukkig kunnen we de camper hier makkelijk kwijt en is er nog een picknicktafel in de zon voor ons vrij. We bestellen Fish & Chips, Erik met kabeljauw en ik met zalm en al snel zitten we achter een heerlijk gevuld ‘mandje’. Jammie, de energie komt snel terug. Dit adres kunnen we iedereen aanraden!!
Zodra we terug zijn in het straatje op de camping lijkt het licht weer uit te gaan. Eigenlijk toch wel heel bijzonder dat we zo midden in de natuur mogen kamperen. Alsof we met de camper in Burger’s Bush staan maar dan na sluitingstijd.
Morgen gaan we weer verder, of eigenlijk eerst een stuk terug. Over Highway 4 via Port Alberni, langs Cathedral Grove en de Qualicum Falls richting Parksville. Hoe ver we doorrijden? Geen idee, dat zien we morgen wel.

Whiskey Creek

Door Marilien op 12 november 2017 14:32

6 oktober 2017

Na dagen zomerse temperaturen en een blauwe lucht is vannacht de regen, keurig zoals voorspeld, ‘gearriveerd’. En zoals alles hier wat groter is waren het ook druppels in xxl-formaat. Normaal vinden we dat wel gezellig klinken op het dak van de caravan of nu van de camper maar dit gaf geluidsoverlast. We werden er zelfs zeer vaak wakker van! Niet alleen ik want dat is niet bijzonder, maar zelfs Erik wist vanochtend te vertellen dat het toch wel heel hard had geregend. Ook vanmorgen ging het vrolijk verder, het regenwoud deed zijn naam weer eer aan. De voorspelling kwam zoals gezegd keurig uit en daarom hadden we vandaag, vrijdag, bestemd om te rijden. Om kwart voor elf is de elektra los gekoppeld en kunnen we de camping afrijden. Onze eerste stop is al op nog geen tien kilometer rijden. Bij het Visitor Centre voor de Pacific Rim gaan we op het parkeerterrein de laatste verslagen plaatsen, proberen we er nog wat foto’s bij te uploaden en proberen we voor de komende dagen wat ebooks te downloaden. Verhaal plaatsen lukt snel en dan is het ‘start the engine’. Terug naar het oosten van Vancouver Island over de Pacific Rim Highway. Op de heenweg zat er een stuk afdaling in van 18%, dat moet nu dus een stijging zijn. Ik hou een camera in de aanslag zodat ik dat kan filmen. Op de achtergrond zingen Simon en Garfunkel hun Greatest Hits. Bij ons bezoek aan de Walmart in Port Alberni eerder deze week hebben we in een grote bak met cd’s voor $5 deze uitgekozen.
Rond 13.00u zijn we in Port Alberni waar we eerst levensmiddelen kopen bij No Frills (‘geen toeters en bellen’ zou die winkel in Nederland kunnen heten), dan naar de Walmart waar we lekker brood kopen en dan naar de Starbucks. En dan is het tijd om te lunchen, die is vandaag zeer verantwoord met zuivel, fruit en vezels. (cappuccino en een bosbessenmuffin).
Weer verder met de reis. Van Port Alberni rijden we door donkere bossen (o.a. Cathedral Grove) in de richting van Parksville. Daar waren we vorig weekend overnacht. Toen hebben we één attractie overgeslagen die we vandaag of morgen willen gaan bekijken: de geiten op de daken in Coombs. Ja echt, dat is geen typefout, schijnt hier een toeristische attractie te zijn. Als we in de buurt komen zien we een bord naar een camping waar bij aangegeven wordt dat er ‘free wifi’ is. Zo rijden we een paar kilometer landinwaarts naar een gehucht dat Whiskey Creek heet en komen we uit op een kleine camping met 15 plekken. Er is nog plek voor ons, we krijgen standplaats 12 met water en elektra. We moeten ‘met de neus erin’ inparkeren omdat we anders een te kort snoer hebben voor de elektra en ook voor het water. Het is weer een donkere plek en na een uurtje droog weer begint het al snel weer te regenen. Met dank aan de wifi hebben we genoeg leesvoer. Eten koken we vandaag zelf.

Naar Port McNeill

Door Marilien op 12 november 2017 14:41

7 oktober 2017

Ook vannacht heeft het nog veel geregend, gelukkig is het droog op het moment van afkoppelen van water en elektra. Het is half elf als we wegrijden van de camping in Whiskey Creek, een gehucht waar de tijd stil lijkt te hebben gestaan. Onze eerste stop ligt heel dichtbij. Coombs is niet meer dan 5 kilometer rijden. We zijn erg benieuwd naar de toeristische attractie van Coombs, de geiten op de daken. Op Foursquare hebben we gisteravond nog een leuk adres gevonden voor een kop koffie of lunch: Cuckoos. Die naam had ons eigenlijk moeten voorbereiden op dit stadje, in Coombs lijkt ‘een steek los’ te zitten. Direct bij binnenrijden zien we het restaurant dat in chaletstijl is gebouwd tegen een heuvel. Op het dak ligt gras en daarop zien we drie geiten. Door de ligging tegen de heuvel lijkt het eigenlijk alsof de weide gewoon doorloopt. Niets schokkends. Toch is de doorgaande straat aan beide kanten vol met geparkeerde auto’s, we rijden langzaam om in te schatten of we wel of niet zullen stoppen. Het lijkt hier een beetje zweverig, een beetje ‘blijven hangen in de hippietijd’, er staan beelden die niet misstaan in de Efteling. We twijfelen niet lang, we draaien om en hebben genoeg gezien vanuit de camper.
TomTom wordt ingesteld op Port McNeill, dat ligt 300 kilometer naar het noorden. Nog steeds op Vancouver Island. We gaan vandaar uit bekijken wat er in dat deel niet gemist mag worden. We hebben nog de tip van mevrouw Harkema uit Ladiesmith: een bezoek aan Alert Bay. Vanuit Port McNeill gaat een ferry naar dit eiland. Omdat het 300 kilometer rijden is kiezen we voor highway nr 19 en niet de meer toeristische 19A langs de kust. Tot aan Campbell River schieten we lekker op, het is rustig op de 4-baans weg en ondanks de dreigende wolken blijft het droog. Bij Campbell River willen we een kop koffie drinken maar hier geen koffieketen langs de highway. Zodra we Cambell River uit zijn wordt het nog rustiger op de weg, dat is wel zo prettig want het is nu een smalle 2-baansweg met nog steeds een deftige naam, de Inland Island Highway.
Bij een zogeheten Point of Interest gaan we stoppen. Er staat een informatiebord over de Seymour Narrows, zo heet hier het stuk water tussen Vancouver Island en de eilanden voor de kust. Op de kaart zitten wij nu aan de rechterkant van Vancouver Island en zijn het eilanden tussen Vancouver Island en het vasteland van Britisch Columbia. Dit was vroeger een erg gevaarlijk stuk zeestraat, vooral door twee grote rotsen (Twin Peaks) die zorgden voor onberekenbare stroming. In de vorige eeuw hebben ze de oplossing gevonden en uitgevoerd. De twee rotsen zijn opgeblazen en sindsdien is het hier veilig varen.
Als we verder rijden houden we het niet droog. Zon en regen wisselen elkaar af en soms hebben we alle twee tegelijk. Het is hier kouder en dat is ook te zien aan het verkleuren van de bomen. Het ziet er mooi uit. Tegen drie uur zijn we in Port McNeill en gaan we op zoek naar het Visitor Centre. Dat vinden we bij de haven maar helaas zit het dicht. Volgens de openingstijden op de deur zou het open moeten zijn maar binnen is het licht uit en de deur zit op slot. We overdenken onze volgende stap bij een grote kop cappuccino bij Tia’s Café. Binnen zijn twee tafels bezet, waarvan een met een groep waarvan wij, gezien hun uiterlijk, denken dat het First Nation zijn. Als het stel van de andere tafel opstaat ontstaat er een gesprek met de groep. Leuk om te horen dat ook hier de eerste vraag is ‘where are you from’. Als ze een tijdje bijzonderheden over het gebied hebben gedeeld wordt aan ons de vraag gesteld waar we vandaan komen. En ze willen weten hoe het kan dat wij een camper met een nummerbord uit Ontario (aan de oostkust) hebben. Ze vinden allemaal dat wij het mooiste deel van Canada hebben uitgekozen voor de vakantie. Natuurlijk gaat het ook even over het weer. Als Erik zegt dat het nog wel meevalt met de regen komt er een hele diepzinnige reactie: “you don’t mind the rain because you can see the sun”.
Dat is wel een goeie om te onthouden vinden we. We wensen elkaar allemaal een goede reis en dan gaan ook wij afrekenen. Nadat we bij de supermarkt vlakbij eten voor morgen hebben gekocht gaan we op zoek naar een camping. De eerste ligt vlakbij en door de naam denken we dat deze aan zee ligt. Helaas is dat niet het geval, camping Broughton Strait ligt midden in een bos, met hoge bomen. Dat is niet wat we zoeken, we besluiten verder te zoeken. We rijden terug richting Highway 19 en dan zien we links een bord met daarop de aanduiding van een Resort met golfbaan en camping. We keren en rijden de paar kilometer naar Cedar Park Resort. Dat klinkt prachtig maar de laatste drie kilometer zijn over een zandweg met plassen water. De camper ziet er al ‘stoer’ uit. Bij het resort ligt vooral de golfbaan en op een soort groot terras hebben ze staanplaatsen gemaakt voor campers en trailers. Er zijn nog drie plaatsen vrij, we hebben geluk. En nog mooier is dat we geweldig uitzicht hebben over het water en eilanden. De camping ligt hoog en ook al staan we niet op een plek aan de rand, doordat de staanplaatsen ruim zijn kijken we tussen de andere campers door.
Ook vanavond hebben we nog een paar flinke regenbuien op ons dak gehad. Gaaf is dat we ze al van verre zagen aankomen. Tenminste zolang het licht was. Nu doen we zo het licht uit. Morgen gaan we proberen met de ferry naar Alert Bay te gaan, maar daarvoor wachten we eerst het weer af. De voorspelling is vrij gunstig, half bewolkt, droog en 13 graden.

Alert Bay

Door Marilien op 12 november 2017 14:55

8 oktober 2017


Als ik wakker word en achter het gordijn langs naar buiten kijk om het weer te checken, is het een grote witte massa. Volgens mij zitten we in een wolk en dat zou roet in ons plan voor vandaag gooien. Als Erik naar buiten kijkt zegt hij dat het helder is en dat het lijkt alsof de zon erdoor komt….. Tsja, ik blijk zonder bril door een beslagen raam te hebben gekeken. Dat was dus mistig.
Ons plan kan doorgaan en we rijden bijtijds van de camping af richting haven van Port McNeill. De camper parkeren we langs de weg en Erik gaat kaartjes kopen. Dat duurt een eeuwigheid voor hij terug is. Blijkt dat de mevrouw die de kaartjes verkoopt de dochter is van een Canadese veteraan die in Nederland is geweest aan het eind van de tweede Wereldoorlog. Er is een straat naar hem vernoemd (die we meekrijgen op een briefje) en we krijgen het advies om even YouTube te checken. Blijkbaar is er een video gemaakt over de onthulling van het straatnaam bord.
Als de boot in zicht komt, pakken we de rugzakken en sluiten we de camper af. We hebben keurig een dagkaart voor het parkeren gekocht en op het dashboard gelegd, ook al zei die mevrouw dat er bijna nooit wordt bekeurd. We gaan aan boord van de Quadra Queen II wat Erik de vraag ontlokt wat er met de eerste Queen gebeurd zal zijn. We laten ons tegelijkertijd “wat een roestbak” ontvallen maar in de praktijk is daar niets van te merken. De overtocht naar Cormorant Island duurt 45 minuten (cormorant = aalscholver) en het dorp op dit eiland heet Alert Bay. Hier wonen de Namgis First Nation. Ons eerste doel is het verkeersbureau maar dit zit helaas op zondag dicht. Dat is jammer want we hadden een kaartje met wandelroutes willen halen. Op de deur hangt een landkaartje en daar maken we een foto van, zo hebben we een digitale versie. Tot midden jaren vijftig was dit een zeer welvarend oord door vooral de visvangst. Van die welvaart is nu niet veel van over en dat is aan de huizen te zien. Nu we zelf een route over een stukje van het eiland gaan zoeken gaan we eerst een supermarkt in. Buiten werd groots aangekondigd dat er binnen cappuccino te koop is en dat er een ‘deli-bakery’ is. Ik verwacht dan cheesecake of muffins maar die hebben ze niet. Wel een vitrine met pasteitjes, bladerdeeg met spinazie en kaas en Vietnamese loempiaatjes (tenminste daar lijken ze op). We delen een pasteitje en de bladerdeegflap. De zon schijnt en we beginnen aan onze route.
Dit eiland blijkt een aanslag op de kuiten en bovenbenen. In totaal hebben we als we terug zijn bij de boot 13.5 kilometer gelopen. Maar wat een heuvels hebben ze hier zeg, Met dank aan het goede weer en de inspanning lopen we bijna de hele dag in de trui en zit de regenjas opgeborgen. Boven Alert Bay ligt een ‘Ecological Park’, een stuk moeras met houten wandelpaden en wat uitgezette trails. In de 19e eeuw hebben ze hier een dam aangelegd omdat ze voor de groeiende bevolking meer drinkwater nodig hadden. Het oorspronkelijke regenwoud verdween door de stijging van het grondwater en andere planten kwamen ervoor in de plaats. In de dennen die het hier in tegenstelling tot de Cedars volhouden met de voeten in het water, hangen ‘baardachtige’ mossen. Het lijken wel kerstbomen waar de slingers nog in hangen. Als we het moeras zijn doorgelopen (met droge voeten dankzij de houten wandelpaden) lopen we nog drie routes door het bos. Daar waar het grondwater niet is gestegen ligt een onvervalst oerbos met grote Cedars en immense coniferen (ben de Nederlandse naam voor de soort vergeten, komt later).
Terug in de bewoonde wereld dalen we af, met een omweg, naar de kust en komen we terug op Fir ST. Links de zee, rechts een rij bebouwing, de ene heel keurig en bij de andere de tuin vol ‘spullen’ en geen verf meer op het hout. Als we de zee staan te bewonderen komt er een vrouw op ons af die vraagt of ze ons misschien kent. Nou, dat zou wel heel bijzonder zijn. Ik vraag of ze op het eiland woont en dan komt er een grote zucht. Mijn ‘it’s a beautiful spot to be’ wordt overruled door de mededeling dat ze regelmatig zonder werk zit, in alle restaurants op het eiland nu wel heeft gewerkt en dat ze ook artiest is. Als toetje zegt ze dat ze van de omgeving geen inspiratie krijgt, het is niet meer dan een bak stenen met veel water…..Tsja, zo zou je het kunnen zien. Wij zien duidelijk een ander beeld. Ze wenst ons nog een goede dag en loopt dan verder. Onze goede dag blijft wel overeind, wij vinden het hier schitterend. Er gaan twee boten terug, de eerste van 15.15 kunnen we niet halen. De volgende vertrekt om 17.55 en die legt dan bij de camper in Port McNeill aan om 18.40. Dat is eigenlijk een beetje laat omdat we nog een camping willen zoeken (niet die van afgelopen nacht want we stonden onder een lantarenpaal met een oranjekleurige lamp die door de twee dakramen naar binnen scheen en daardoor heb ik erg weinig geslapen).
Van al het lopen hebben we wel trek gekregen en we zoeken een plek om te eten. Vrijwel alles zit dicht, zelfs de supermarkt waar we vanmorgen de koffie hebben gedronken. Bij een huis/hotel staat een bordje ‘open’ te knipperen en ernaast staat Bay Side Grill. Eerlijk gezegd gaan we hier naar binnen omdat we niets anders zien dat open is en omdat er meer mensen zitten te eten. We kiezen een tafel aan het raam (maar één andere tafel is bezet) en al snel vinden we dit een super keuze. Een mevrouw met een schort voor komt vragen wat we willen drinken en daarna bekijken wij de menukaart. De mevrouw is beslist van Indiase komaf en dat verklaart ook het rijtje Indiase gerechten naast de reguliere hamburgers. Wij verdenken haar ervan dat ze ook de kok is en we bestellen Tandoori Chicken (Erik) en Fish Curry (ik). Ze brengt het drinken in grote plastic glazen en gaat dan inderdaad de keuken in. Na 20 minuten komt een zoon (denken we) de grote borden brengen, omdat ze erg warm zijn trekt hij eerst de mouwen van zijn trui over zijn handen. Het is echt hartstikke lekker, typisch geval van ‘niet oordelen o.b.v. de buitenkant’ en de borden gaan leeg terug naar de keuken. Terwijl wij zitten te eten gaat de mevrouw/kok ook nog even schoonmaken van de andere gasten hadden er een zooitje van gemaakt. Naar ons idee niet alleen het stel dat net vertrokken is, er lijken ook wat oudere resten op de vloer te liggen, maar ze gaat aan de slag met een vrij geruisloze stofzuiger. Terwijl wij zitten te eten dus, hij maakt bijna geen geluid zegt ze ter verontschuldiging.
We zitten nog een uurtje op een bankje in de zon bij de pier voor de ferry. Het is goed dat er nog een vader met een dochtertje in de buurt aan het spelen zijn en dat de vader heel hard praat want anders waren ons de ogen misschien dicht gezakt. Als er voor onze neus een hele groep meeuwen begint te krijsen en duikvluchten ondernemen op een andere vogel zien we dat die indringer een Bald Eagle is en dat die een vis uit het water haalt met zijn klauwen. Hij vliegt ermee weg, dat gaat wat moeizaam alsof hij teveel gewicht mee moet hijsen.
Dat is ook het laatste deel van de trip van de dag. De zon gaat bijna onder en het is knap koud aan dek. Eigenlijk wilden we een etage lager en dan binnen gaan zitten maar buiten is veel mooier. Ik ontdek dat de mantel van de schoorsteen heerlijk warm is, net een knuffelmuur en daar hangen we drie kwartier tegenaan, genietend van de omgeving die we achterlaten. In de verte zien we de bergen op het vasteland van Canada, van British Columbia en die hebben besneeuwde toppen. Ziet er mooi uit, zo op afstand. We zijn nog steeds erg blij met onze keuze om op Vancouver Island te blijven.
Keurig volgens schema meert de ferry om 18.40 aan in Port McNeill. In de camper zoeken we naar het adres van een camping die zo’n 8 kilometer ten noorden van dit stadje moet liggen. Volgens de beschrijving zijn de plaatsen met ‘oceanview’. We vinden wel de advertentie maar daarin staat geen adres genoemd. Dan maar gewoon richting Highway 19 en hopen op borden. En die staan er ook, al snel staan we bij de ingang van een schitterende camping. De receptie zit dicht en dus zoeken we zelf een plek. We nemen de eerste (en volgens ons de beste) na de receptie en parkeren met de neus erin. We blijven nog een tijdje in onze stoelen in de cabine zitten, alsof we op de voorste rij in een theater zitten. Voor ons zee, eilanden, een vuurtoren op 2.00u (schuin rechtsvoor dus) en links nog wat stralen van de ondergaande zon. Wow, wat een plek.
Dit vraagt om een kampvuurtje en al snel knettert het er lekker op los. Wat een dag!!!

Via Port Alice

Door Marilien op 12 november 2017 15:06

9 oktober 2017


Vanochtend lijkt de weersvoorspelling uit te komen: 100% regen. Dit keer niet van die harde druppels maar meer van dat gemiezer waar je denkt ‘oh dat kan wel even zonder jas’ en dan kom je tot de conclusie dat je d’er goed nat van wordt. Meer type regendouche en dat is met kleren aan echt minder prettig. Op ongeveer 30km afstand van de camping ligt Port Alice, via een soort fjord verbonden met de westkust van Vancouver Island. De route er naar toe is niet lang maar volgens het bord bij het begin ‘a very beautiful scenic drive’. Dat klopt wel, het is een mooie route, door bossen, langs meren en over een paar rivieren. Het is zo rustig dat we op ieder bruggetje stoppen en kijken of we toevallig beren zien bij het water. Volgens Erik gaan we vandaag wild zien. Hij heeft vaak gelijk maar vandaag niet. Verder dan een Bald Eagle komen we niet. We zien zelfs geen mensen, ook niet in Port Alice. Het is er uitgestorven, dat kan natuurlijk komen door het slechte weer want het blijft, keurig zoals voorspeld, regenen. Het is vandaag Thanksgiving en we hadden daar eigenlijk wat bedrijvigheid bij verwacht. Niet in Port Alice. We stoppen even bij de haven, maken een foto en rijden dan maar door tot waar de weg ophoudt. Dat is bij een fabriek waar cellulose wordt of werd gemaakt. Het is ons niet duidelijk of de boel nog in bedrijf is of niet. Er naast is een Country Club met golfbaan, boven de deur is het “OPEN” bord verlicht. Dan verwacht je toch een beetje leven in de brouwerij. Niet dus. Uitgestorven.
Er is een camping waar één caravan staat. Bij het huis staat een groot bord: de camping is te koop. Nee dank u, geen interesse. We rijden met iets meer snelheid Port Alice weer uit. We stellen TomTom in op Port Hardy, havenstad en zeer belangrijk voor de verbinding die ze hier de Inside Passage noemen. Jaren geleden hebben wij die overtocht gemaakt, best een lange van Port Rupert dat nog meer naar het noorden ligt naar Port Hardy. Behalve het eerste half uur ben ik toen de hele reis zeeziek geweest terwijl je technisch gezien dan niet eens op zee komt maar tussen allerlei eilanden doorvaart. Ik weet nog hoe blij ik toen was dat we in Port Hardy aan land kwamen. We gaan nu eerst naar het Visitor Centre, parkeren zo dichtbij mogelijk, om zo min mogelijk regen te vangen en zien dan dat het bordje ‘closed’ op de deur hangt. Ach ja. Plan B (of zitten we al verder in het alfabet), de TomTom wordt ingesteld op een benzinestation en dat lukt helemaal via een binnendoor weg. Er gaat voor $ 200 in en dat is goed voor zo’n 140 liter. Er zit heel weinig druk achter de slang en daardoor duurt het ontzettend lang. Erik staat gelukkig droog……..
Aan de overkant van het benzinestation is een Mall, een winkelcentrum en daar rijden we het vrijwel lege parkeerterrein op. Dat vinden we eerst bijzonder maar als we dichterbij de winkels komen zien we dat ze bijna allemaal dicht zitten. Vanwege Thanksgiving dus. Alleen de supermarkt en een Subway zijn open. We doen een rondje supermarkt, van deze hebben we een klantenkaart en daardoor mogen we meeprofiteren van een aantal kortingen. Jippie, soms zit het mee! Toiletpapier is in de aanbieding, helaas alleen van die enorme verpakkingen maar toch maar gekocht. En ook korting op oude kaas, in plaats van $ 12 betalen we iets minder dan de helft. Zelfs met korting nog bijna het dubbele van de prijs in Nederland, het is namelijk een klein stukje. Na het afrekenen nog een keer de TomTom instellen. Dit keer zoeken we naar een camping, gelukkig vinden we er eentje die open is en plek heeft. Tijdens het eten koken komt een kudde herten vlak langs. Door de beslagen ramen (van het koken) helaas geen foto kunnen maken. Bij het inladen van de foto’s kunnen we niet anders dan concluderen dat het een heel rustig dagje was.
By the way: het regent nog steeds dus ook deze voorspelling is uitgekomen.


Beetje bloederig

Door Marilien op 12 november 2017 15:18

10 oktober 2017

De dag begint heel relaxt, we hebben voor vandaag een tochtje naar Coal Harbour op het programma en dat ligt op nog geen 20km van de camping in Port Hardy waar we hebben overnacht. Op deze route ligt Quatse Fish Hatchery en daar gaan we eerst kijken. Het is bewolkt maar droog en daar willen we van profiteren. Voor we kunnen uitstappen komt er iemand naar ons toe die vertelt dat zowel de camping als de viskwekerij dicht zitten. Dat is erg jammer, ik was net bezig de rugzakken klaar te zetten. Aan de overkant van de parkeerplek zien we een soort wandelroute, met informatiebordjes en Erik gaat even kijken of we daar wel kunnen lopen. Als hij terug loopt naar de camper zegt hij ‘that’s a big guy’ tegen iemand die bij de viskwekerij aan het werk is. Het gaat over een zalm. Dan zegt de man dat we wel even verder mogen komen kijken naar wat ze aan het doen zijn. Dat doen we graag en voor degenen die niet gek zijn op bloederige verhalen: sla de volgende alinea gewoon over.
De eerste man die we aan het werk zijn stelt zich zelf voor als ‘today’s executor’, hij heeft een houten stok waarmee hij een zeer rake klap uitdeelt in de, zeg maar, nek van de zalm. Een klap en de vis is dood. Dan knoopt hij een touwtje om de staart en komt een collega de vis ophalen. In een overdekte ruimte zijn meerdere mensen aan het werk, het gaat er allemaal heel rustig en netjes aan toe. Het klinkt misschien een beetje gek maar het lijkt heel respectvol. De man die heen en weer loopt hangt de vissen aan het touwtje op aan een zogeheten ‘bleeding’ rek. Hier loopt het bloed eruit. Als ze daar even hebben gehangen komt er een ander en die haalt één zalm op en hangt die aan een haak boven een kom. De buik gaat open en de eitjes worden ‘geoogst’. Vervolgens worden ze schoongespoeld en daarna bevrucht (met sperma van mannetjes zalmen uit het zelfde gebied en van het zelfde soort om het ras zuiver te houden). En die eitjes kweken ze op tot ze groot genoeg zijn om weer uit te zetten. De zalmen zijn ongeveer twee jaar oud als ze hier aan hun eind komen. Als ze in de natuur hun eitjes hadden afgezet dan zouden ze daarna ook dood zijn gegaan. Het resultaat is dus hetzelfde, de weg ernaar toe is anders. Alle dode zalmen worden teruggebracht naar de rivier waar ze zijn gevangen. Dat is dan weer voer voor andere dieren. We mogen net zo lang rondkijken als we willen en vragen worden uitgebreid beantwoord. Het is niet zozeer leuk om te zien maar wel heel interessant.
We gaan verder richting Coal Harbour, we verwachten eigenlijk net zo’n uitgestorven dorp als gisteren Port Alice. Dat is het niet, hier zijn mensen op de been. Niet heel veel maar de postbode zwaait vriendelijk en bij de haven zijn mensen bezig op een boot. Het is fris maar de zon komt door en daarom parkeren we de camper en gaan we een stukje lopen. Er liggen hier twee caches die we wel zouden willen vinden. De eerste is bij een soort bunker waar we in moeten en dan bij de achteruitgang zou de container verstopt moeten zijn. Die vinden we helaas niet maar we leren er wel van dat hier Canadese troepen in de tweede Wereldoorlog gelegerd zijn geweest ter voorbereiding op hun bijdrage in Europa en andere landen. De bunker is een soort grote rioolbuis met banken aan weerszijden. Wij vinden het al krap en dan moet je je voorstellen dat die buis vol moet zitten met mensen. Vreselijk.
We zoeken de tweede cache, ook een soort bunker maar dan aan het strand gelegen. Het is even een puzzel hoe we bij het strand moeten komen. Hier geen fijn zand maar gladde keien met veel glibberig groen zeewier. We vinden de ingang naar de bunker, het is er eentje van hetzelfde soort maar hier ligt de container direct bij binnenkomst. Terug bij de camper stellen we de TomTom in op de volgende overnachtingsplaats. We willen doorrijden naar Telegraph Cove van waaruit excursies worden gemaakt om of grizzly beren te zien of om walvissen te spotten …) Op weg terug komen we bij toeval door Fort Rupert (tussen Port Hardy en het vliegveld), een kleine nederzetting van een groep First Nation. Dit is echt een schitterende ontdekking. Hier geen totempalen voor de toeristen maar wel omdat ze horen bij de bevolking. De meeste gebouwen zijn van schitterende beschilderingen voorzien. Ook heel indrukwekkend zijn de monumenten/totems op de begraafplaats.
Jaren geleden hebben we in Telegraph Cove een excursie geboekt en hebben we tijdens de boottocht een walvis gezien. Dat leverde toen een mooie foto op van de staart net voor in zee verdwijnen. De foto die iedereen graag wil maken en wij best nog een keer. Het is heel stil in Telegraph Cove, het Visitor Centre zit niet toevallig alleen vandaag dicht maar gaat pas weer open in mei 2018. Dan maar doorrijden naar de camping. Ook daar zit de receptie dicht, we gaan zelf op zoek naar een plek. Ook hier hebben we eerder overnacht en we willen graag weer dezelfde oceanview. Dat is nu niet mogelijk, de plekken voor de camping hebben ‘havenzicht’ waar eigenlijk niets aan is want de haven is leeg. Op de grond waar toen de plekken met zeezicht waren staan nu gebouwen met waarschijnlijk appartementen. Een bord geeft aan dat we niet verder mogen doorrijden. Een beetje een tegenvaller, we kijken nog even op de tweede camping in Telegraph Cove maar die ligt heel donker in het bos. We draaien en rijden een stukje terug.
De weg voert hoog langs zee en beneden ons zien we vrachten boomstammen in het water liggen. We rijden verder, of eigenlijk terug, naar Alder Bay waar volgens een bord langs de kant van de weg een Resort moet zijn waar ook een camping bij is. Dat klinkt luxe en daar hebben we wel zin in. De camping is open, ligt prachtig aan het water en er zijn plekken vrij. De receptie is dicht maar als we zelf een plek uitkiezen komt er een man uit het huis bij de receptie die ons van harte welkom heet. Hij is de eigenaar en zegt dat het prima is als we morgen even de papieren invullen. We krijgen nog wat tips: als we morgenvroeg rond 8 uur op het strand kijken en het is eb, dan zouden we een of twee moeder beren met jongen moeten kunnen zien. En als we vannacht een heel hard, heel laag geluid horen dan is dat een Orca die voorbij zwemt. Aan de overkant ligt namelijk Alert Bay waar we zondag waren en dat is de ‘home of the killer whale’. En we kunnen ook nog kleinere walvissen voorbij zien komen. Als hij ze ziet dan komt hij ons wel even waarschuwen. Geweldig, wat een ontvangst.
Straks de wekker zetten want we willen wel wakker zijn als de beren hier voorbij lopen…..

Alder Bay

Door Marilien op 12 november 2017 15:25

11 oktober 2017

We blijven nog een dagje in Alder Bay, de zon gaat vandaag schijnen en we hebben zin om niks te doen. Nou ja, bijna niks dan. We hebben de wekker gezet omdat er mogelijk een beer met jongen over het strand zal lopen bij eb. De wekker loopt om half acht af omdat we hadden begrepen dat het om acht uur eb is. Bedoeld was waarschijnlijk, dan wordt het eb. Het laagste punt is nog lang niet bereikt, dat duurt nog tot half tien. Moederbeer heeft er vandaag geen zin in, misschien te weinig publiek? We staan met drie campers op de tweede rij vanaf zee. De eerste rij is bestemd voor tenten maar die staan er niet. We zien wel otters, Bald Eagles en een paar ijsvogels. En natuurlijk, onvermijdelijk zo aan zee ‘kuddes’ meeuwen in allerlei soorten en maten. Van alle vogels hier zijn dat wel de meest aanwezigen, wat kunnen die krijsen zeg. De buurvrouw van de camper twee verderop komt nog even buurten. Ze vindt het hier ook mooi maar voegt daaraan toe dat wij ook een mooi land hebben: Duitsland. Lachen, wij zeggen dat wij ernaast wonen, in Nederland. Dan volgt een hele aubade aan het Rijksmuseum, ik schrijf het bewust met een hoofdletter want de buurvrouw is er lyrisch over. En dat was begin jaren ’90. Ze weet van de verbouwing maar het was al zoooo mooi. Ze gaan onderweg naar Port Hardy en we geven ze wat tips mee voor onderweg. Leuk, wij geven tips aan Canadezen. We doen niet moeilijk… Wij gaan nadat we in de zon naast de camper en met zicht op twee Bald Eagles, koffie hebben gedronken even boodschappen doen in het dorp. Het dichtstbijzijnde is Port McNeill, daar weten we de weg naar de supermarkt (van de cheesecake). Op de heenweg zoeken we drie caches en vinden we er eentje. Terug zoeken we er ook een en die wordt vlot gevonden.
Dat zijn zo’n beetje de enige meters die we maken. Oh nee, nog een keertje naar de steiger gelopen omdat daar een stelletje rivierotters (of zijn het hier toch zeeotters?) aan het ouwehoeren zijn. Ze zijn aan het ravotten op de planken van de steiger en kunnen zich vreselijk dramatisch achterover laten vallen. Wat een aanstellers, erg leuk om naar te kijken. Erik heeft het gisteren erg koud gehad bij het kampvuur, daarom begint hij vandaag wat eerder. Vanochtend zeiden we nog tegen elkaar: het lijkt wel rond het vriespunt. Toen we daarna de weerapp gingen checken bleek het -1 te zijn. Uiteindelijk hebben we nog de 7 graden boven nul aangetikt. Heel kort. Lang buiten de camper blijven is niet fijn, ook niet met trui en vest. Buiten hebben we het fototoestel op het statief gezet en hebben het zo ingesteld dat er een time-lapse filmpje wordt gemaakt. Na anderhalf uur elke 15 seconden een foto maken levert een video op van 30 seconden. Zo is te zien hoe Alert Bay aan de overkant onzichtbaar wordt in de avond. We zullen proberen de video op Facebook te zetten.
Zo, dat was wel de hele dag. We zitten binnen met de kachel aan. Voor morgen hadden we nog geen plannen maar we zijn wat aan het zoeken geweest op de kaart en vervolgens op de weerapp. Daarmee is nu de keuze gemaakt om morgen naar Zeballos te gaan. Ja echt, die plaats heet zo. De weg er naar toe is volgens de site van het dorp prima onderhouden, maar het is wel een ‘gravel road’ van 40km. Ach, dan schud alles weer lekker op zijn plek, hoeven we geen keuze te maken uit onze drie cd’s want die komen toch niet boven het lawaai uit. Als de beschrijving op internet klopt heeft de camping wifi. Klopt het niet dan zijn we een tijdje niet online.
We will see, till we meet again.

Zeballos

Door Marilien op 12 november 2017 15:37

12 oktober 2017


Nadat we de afvalwatertanks hebben geleegd en voldoende vers water aan boord hebben, rijden we weg uit Alder Bay Resort, op weg naar Zeballos over een zandweg van 40 km. Eerst nog rijden we een stuk over de Island Highway, de nr. 19 naar het zuiden. We komen langs Nimpkish Lake, een prachtig groot meer waar ’s zomers veel activiteiten zijn zoals vissen, kanovaren of zwemmen. Ten zuiden van dit meer ligt de afslag naar Zeballos. Bij het begin van de zandweg staan een aantal regels waar het verkeer zich aan te houden heeft. Dit is een zogeheten Forestry Road wat betekent dat er grote trucks met gevelde bomen rijden. Die vrachtwagens moeten we ten allen tijde voorrang geven. Verder moeten we zachtjes rijden maar daar hebben we geen enkele moeite mee. Langs de kant staat er iedere kilometer een bordje dat aangeeft hoe ver we inmiddels zijn, we moeten 42km. over deze weg die soms meevalt maar soms ook best slecht is. Gelukkig is het droog, of meestal droog en er is weinig verkeer. De meeste auto’s die ons tegemoet komen steken de hand op, nou ja, de chauffeurs dus. Vriendelijke mensen. We stoppen een paar keer om foto’s te maken, de herfstkleuren bij een meer waar we langs rijden zijn prachtig en ook komen we langs de Mason Falls watervallen. Daar valt nu niet veel water maar dat zal in het voorjaar vast indrukwekkend zijn. We doen anderhalf uur over de 42km. en zijn blij als we bij binnenrijden van Zeballos weer enig asfalt onder de wielen hebben.
Gisteren bij het zoeken naar een plek met droog weer voor vandaag kwamen we per toeval uit op Zeballos. Dit ligt aan een inham aan de westkust en daar zou het vandaag minder regenen als aan de oostkant. Vooraf gisteravond dus ook gecheckt of er een camping is in Zeballos en of die open is. En die bleek er te zijn. Verder kwamen we, ook erg per toeval, erachter dat vandaag in Zeballos de Sugarloaf Bridge om 11.00u geopend zou worden en dat aansluitend er een lunch werd aangeboden aan de inwoners. Als iedereen komt zijn dat er 200 dus dat valt nog mee. De brug is 1 rijbaan breed met ernaast een fiets of wandelstrook. En ze hebben er twee ‘viewing platforms’ bij aan gebouwd voor het veilig bekijken van de beren…… Eigenlijk trok dat laatste onze aandacht en ons over de streep om vandaag naar Zeballos te rijden. We komen vanaf de goede kant het gehucht binnen rijden en zien de vlaggetjes en de ballonnen op de nieuwe brug al van verre. Het is 13.00u en de festiviteiten zijn achter de rug. Voor de brug ligt nog een heel klein bruggetje en omdat we heel zachtjes de brug over moeten stopt Erik even midden op het kleine bruggetje. Zoals we steeds doen in deze vakantie kijken we dan alle twee even aan de eigen kant naar buiten om te zien of we wild zien. Erik roept (zachtjes) “beren” en eigenlijk dacht ik dat het een geintje was. Maar dat blijkt niet zo te zijn, aan zijn kant staan langs de bedding van het riviertje een moederbeer met jong. Er is verder geen verkeer dus maken we vanuit de camper (raam open, deur dicht) wat foto’s en een paar seconden film. Dan ruikt moeder ons, kijkt ons recht aan en draait zich om en gaat er met het kleintje van door. We zijn beduusd, nauwelijks binnen in het dorp en al twee beren gezien. Op de nieuwe brug staan we ook stil maar daar zien we een aantal vissers in het water staan en wat zalmen vrolijk springen.
Om op de camping te mogen overnachten moeten we in het dorp bij de ‘Village Office’ betalen. We vinden het gebouw dat hiervoor is bestemd en Erik gaat betalen. Het duurt even voor hij terug komt, hij heeft niet alleen de parkeerkaart voor het overnachten maar ook een stuk gebak. Hij had ze binnen gefeliciteerd met de nieuwe brug en toen een stuk gebak meegekregen. Hoe aardig is dat. Volgens de mevrouw zou het ondertussen etenstijd voor de beren moeten zijn dus rijden we terug naar de brug. De ballonnen en slingers hangen er nog maar de beren laten zich niet zien. Het begint weer te regenen en we rijden naar de camping. Dat is eigenlijk een te groot woord voor dit stuk gras. Het lijkt erop alsof ze een kavel over hadden dat niet verkocht werd en waar ze vervolgens een aantal stroom en watertappunten hebben aangelegd. Links een rijtje voor 15 ampère, rechts een rijtje met 30. Wij hoeven niet zoveel en de 15 lijkt meer in de zon te liggen. Die komt namelijk tussen de buien door heel sterk naar binnen.
We hebben bij de overnachtingsprijs ook nog een code gekregen voor 24 uur internet. De camping ligt in een rustig dorp maar stil is het niet. Het dorp ligt in een vallei en op een van de hellingen zijn ze bezig met het weghalen van bomen. Daar is het niet mogelijk om eerst een weg aan te leggen en dus gebeurt het verplaatsen van de gevelde boom met een helikopter. Die vliegt heen en weer en dat horen we continu.
Nadat we een uurtje of twee hebben zitten lezen trekken we de jassen aan om nog een keer naar de brug te gaan. Misschien hebben de beren ondertussen wel etenstijd. We staan er nauwelijks of de eerste beer laat zich al zien, de viewing platforms zijn de ideale plek om de beren te bekijken. En daarna lopen we een uur van de ene naar de andere kant van de brug. De beren zitten overal, bij wijze van spreken. Maar we zien er echt heel veel en ook al is het weer gaan miezeren, daar merken we eigenlijk niets van. Dit is zo bijzonder, als we naar een beer in de verte staan te kijken die een dooie zalm uit de rivier haalt en vervolgens laat liggen, blijkt er onder ons, onder de brug een beer te lopen. We staan er misschien 5 meter boven!! We zien een beer zwemmen, we zien er eentje rennen omdat er een hond achteraan zit, we zien ze ook ons recht aan kijken en je hoort ze bijna denken “niet interessant” (met een beetje fantasie hè). Als het te donker wordt gaan we terug naar de camper. Onderweg, het is maar een paar honderd meter, worden we aangesproken: “you must be the folks from the RV, how come you get lost here”. De man is zeer verbaasd dat we op eigen initiatief in deze uithoek zijn beland. Er volgt nog een leuk gesprek en zo horen we dat de herten hier allemaal verdwenen zijn doordat hier niet alleen veel beren maar ook veel wolven en poema’s zijn. De herten zijn allemaal richting steden aan de oostkust vertrokken. Dan kan kloppen want in bijvoorbeeld Qualicum Beach zagen we herten lopen in het centrum.
Wat een dag, we hadden gehoopt een beer te zien maar dit overtreft alles. Het was even wat gedoe om hier te komen maar het resultaat is boven verwachting. Morgen gaan we in een natuurgebied(je) een wandeling maken. Bij de brug is ook een wandeling uitgezet maar daar staat een waarschuwingsbord bij in verband met de beren die in dat stukje bos leven. Die wandeling slaan we over, de beren hebben veel indruk gemaakt en we hebben ze goed kunnen gadeslaan. Dichterbij hoeft niet.

Kzag twee beren……

Door Marilien op 12 november 2017 15:47

13 oktober 2017


Er zit een laagje ijs op het gras als we de gordijnen open schuiven. Het heeft vannacht gevroren en de camper staat nog in de schaduw. Daardoor is het koud binnen en gaat de kachel aan. Goed dat we bij de start van de huur in Vancouver een extra deken hebben gevraagd. Vandaag rijden we terug naar de bewoonde wereld maar eerst gaan we nog een stukje lopen, over de brug, naar een natuurgebied(je) en door ‘Historic Zeballos’. Door de zon warmt dit stukje van de wereld op en de damp trekt op. Een mooi gezicht. Bij de brug aangekomen zijn we nog net op tijd om een moederbeer met twee cubs de struiken in te zien lopen, moeder heeft een grote zalm in de bek. We zien nog meer beren en blijven nog even kijken. Aan de overkant ligt de hoofdstraat van Zeballos en daar is de zon nog niet gearriveerd.
Bij een aantal oude panden of lege kavels staan bordjes met uitleg over wat er te zien is of te zien was. Zeballos heeft een aantal hoogtij jaren gehad, tussen 1935 en 1945 vond hier een heuse ‘gold rush’ plaats. Zes mijnen waren actief en leverden voor $ 13 miljoen aan goud. In die periode woonden er 1500 mensen. Nu wonen er nog maar 200 mensen en die leven voornamelijk van de houtkap. Een dagelijkse herinnering aan de gouden tijden is het ‘Golden Gate Park’, waar een zogeheten nature trail is uitgezet in de riviermonding. We lopen er het rondje en verbazen ons over al het oud ijzer dat er ligt. Of dat met opzet hier is achtergelaten om te herinneren aan oude tijden of dat het gewoon te veel moeite kost om op te ruimen? Geen idee, het stoort ons eigenlijk een beetje. We lopen het rondje en gaan daarna verder het dorp verkennen. We lopen tot het eindpunt, een steiger bij de haven. De zon schijnt hier nu ook en dat scheelt een paar graden.
Na het eten gaat de stroom eraf en koppelt Erik de waterleiding weer af. We beginnen aan de 42km. over de zandweg terug naar de bewoonde wereld. Met de camper rijden we de nieuwe brug op en dan zien we weer de moederbeer met de twee jongen. Erik stopt op de brug, ik stap uit gewapend met een fototoestel en Erik gaat de camper aan de overkant ergens parkeren. Fijn dat hier nauwelijks verkeer is, je staat hier niet snel iemand in de weg. Het is zo schitterend om de beren zo ongestoord ‘hun ding te zien doen’, af en toe gaat even de neus in de lucht (om te ruiken). Een van de beren gaat actief aan de slag om een vis uit het water te halen, geweldig hoe hij vaart maakt in het water en met sprongen op een zalm af gaat. Je krijgt bijna medelijden als het hem (of haar) niet lukt.
Met tegenzin gaan we de camper weer in en begint al snel het kabaal en geschud en getril. Er zit een vervelend stuk in waar het ook nog eens smal is en nogal klimt. Geen probleem voor de camper, die tuft rustig door naar boven en gelukkig op dit stuk geen tegenliggers. Er gaan niet veel mensen naar Zeballos en dat is echt jammer. Wat een geweldige aanvulling op onze route.
Terug op Highway 19, de Island Highway staat de TomTom ingesteld op een camping in Campbell River. Na de 42km over het zandpad moeten we nog bijna 150km over de 19. Dat duurt wel even en we bedenken dat we best iets eerder kunnen stoppen. Voor Campbell River ligt Sayward aan de kust en daar hebben ze vast ook wel een mooie camping met Oceanview. De TomTom wordt bijgesteld, het scheelt zo’n 70km en dat is toch wel een uurtje minder rijden. Sayward vinden we en we zijn er snel op uit gekeken. Een tegenvaller dit keer, dat kan natuurlijk ook gebeuren. Doordat we tot nu toe bijna altijd schitterende plekken hebben gezien wanneer we nogal impulsief ergens naar toe gingen of afweken van de bedachte route, verwachtten we dat eigenlijk ook nu. Sayward is het niet voor ons en de TomTom krijgt de eerdere bestemming weer terug: een camping in Campbell River.
Het is al 17.30 als we de plaats binnen rijden en één van de eerste dingen die we zien is het immense blauwe bord van een Walmart. Jippie, een grote winkel, we gaan melk kopen en dan de laatste 2 km. naar de camping rijden.
Als we de poort binnenrijden van Thunderbird RV Park is de eerste persoon die we zien de buurvrouw waar we gisterochtend in Alder Bay de koekjes van hebben gekregen. Dat is toevallig! Ze zouden naar het noorden reizen en staan nu 200km zuidelijker. Gelukkig is er nog plek, we krijgen standplaats 15 met Oceanview. Het is al hartstikke donker maar we kunnen nog zien als we op de plek parkeren dat we inderdaad de zee kunnen zien. Er zit wel een weg tussen ons en het water maar we zitten op een landtong dus het is geen doorgaande weg. (hopen we)
Het wordt weer koud en voor morgen is de voorspelling 100% regen. Maar dat is niet erg, ik weet nu waar de winkels zitten……





Raindrops

Door Marilien op 12 november 2017 15:53

14 oktober 2017We hebben een mooie plek op Thunderbird RV Part met uitzicht op de oceaan. Het is een natte boel, de regent komt met bakken uit de lucht en heel soms met bakjes. Veel plannen hebben we niet gemaakt voor vandaag, het lijkt een prima dag om binnen te blijven. Als we thuis zouden zijn zouden we zeggen “we steken de houtkachel aan”, dat is nu geen optie. Voor aanstaande dinsdag hebben we twee plekken gereserveerd bij een zogeheten Grizzly Tour en die wordt georganiseerd door een bureau hierin Campbell River. Om te betalen voor de excursie moeten we vandaag nog wel even naar het kantoor of de winkel van die organisatie. Met behulp van Google Maps bekijken we de route en zien dat het slechts een kilometer of drie is. Nadat we koffie hebben gedronken, trekken we de wandelbroeken aan en onze wandelschoenen. (wandelbroeken omdat die van een materiaal zijn dat snel droogt…). De regenjassen gaan aan, dan hangen we de rugzakken om en daarover heen gaat als een soort blauw sausje de regencape die we hebben gekocht bij het Visitor Centre op de Pacific Rim. Dat was iets meer dan een week geleden toen de temperatuur nog boven de twintig graden was. Vandaag is het zes graden, boven nul en volgens de weersverwachting zal het rond twaalf uur iets minder hard regenen. Dat is het moment dat wij als twee blauwe smurfen de camper uit stappen. Erik had eigenlijk nog een regenbroek aan willen trekken maar dat leek mij wat overdreven. Dat was een verkeerde veronderstelling, binnen vijf minuten zijn onze broeken doorweekt en ook de schoenen aan de buitenkant. In de schoenen blijft het droog en de cape is een uitkomst. Het eerste stuk is redelijk beschut tegen wind maar zodra we langs het water lopen krijgen we er een koude wind bij. Best guur maar we lopen door, natter kunnen we niet worden. Na drie kwartier staan we druipend voor de deur van de winkel, trekken we buiten de capes uit en dan gaan we naar binnen. Heerlijk, de jas is droog maar de broek plakt aan de benen. De juffrouw achter de balie zoekt onze reservering erbij, Erik mag betalen, onze wensen voor de lunch worden gecheckt en dan zijn we klaar. Binnen vijf minuten staan we weer op de stoep en gaan de blauwe capes weer over de jassen.
Op de heenweg hebben we de omgeving goed verkend. Dat is een voordeel als je loopt, je hebt meer tijd om alles goed in je op te nemen. Zo kunnen we nu blindelings uitleggen waar de Starbucks zit, waar Tim Hortons, waar de McDonald en waar Boston Pizza. We kiezen de pizza, het is ondertussen wel lunchtijd en dan kunnen we mooi even een beetje opdrogen. Boston Pizza blijkt een aanrader te zijn, op de kaart naast pizza’s en pasta’s ook veel lunchgerechten. Erik bestelt een lunch dipper (broodje warm vlees met jus in een apart bakje) en ik een Caeser Salad met een quesadilla met kip. Erg lekker!
Als we weer buiten staan regent het nog steeds en dus gaan de blauwe hoesjes weer aan over de jassen. We lopen nog niet terug naar de camping maar gaan eerst even naar de Walmart, het brood is op. Bij de Pharmacy afdeling koop ik tabletten tegen reis- en zeeziekte. De excursie aanstaande dinsdag begint met een twee uur durende boottocht tussen wat eilanden door naar het vasteland van British Columbia. Daar ‘komen we aan land’ bij een nederzetting van First Nation en die brengen ons naar een aantal uitzichtpunten waar we, als we geluk hebben, grizzly beren kunnen zien. Na afloop gaan we weer terug met de boot en aangezien ik nogal wat herinneringen heb aan eerdere boottochten leek het me verstandig om te zorgen voor wat ‘medicinale ondersteuning’. Deze excursie staat op onze wensenlijst en we hebben veel geluk dat we nog mee kunnen dinsdag. In de zomer, als er meer toeristen zijn, zijn er bijna dagelijks tochten. Nu nog maar één per week en waarschijnlijk is zelfs die van a.s. dinsdag de laatste van het seizoen. Niet dat de beren er dan niet meer zijn maar er zijn te weinig deelnemers waardoor de tochten niet rendabel zijn.

Hiking in Elk Falls

Door Marilien op 12 november 2017 16:05

15 oktober 2017

Vandaag is het zondag en ook al schijnt de zon niet, we hebben geluk want het is droog. We gaan naar Elk Falls, een Provincial Park op 7 kilometer van de camping. In dit park zijn meerdere wandelroutes uitgezet en ook is er een vrij nieuwe hangende brug, een Suspension Bridge, te bewonderen. Omdat het zondag is verwachten we veel auto’s maar het parkeerterrein is vrijwel leeg. Toch maar een keurig plek voor de camper langs de rand gekozen want dan heeft er niemand last van. Waarschijnlijk durft niemand bij de camper in de buurt te komen want het zand hangt er (sorry) in dikke korsten tegen aan. Voor vertrek vanochtend nog bijna de blooper van de eeuw kunnen maken. We moesten achteruit de standplaats uit en voor alle zekerheid ging ik even kijken en een soort van aanwijzingen aan Erik geven. Daarna loop ik dan naar voren en stap ik in. Zo ook vanochtend maar doordat Erik remde om stil te gaan staan en omdat het gisteren zo ontzettend veel heeft geregend en omdat de camper een beetje ‘afhing naar mijn bijrijders kant’ kwam er net toen ik de hand uitstak om het portier open te doen een soort van Niagara Waterval voor mijn gezicht naar beneden. Ik kon nog net iets achteruit stappen. Jammer dat ik jullie niet kan laten horen hoe hard Erik zat te lachen….
Maar terug nu naar Elk Falls Provincial Park. Bij de ingang staat een bord met wandelroutes. We kiezen er een paar en lopen eerst naar de Suspension Bridge, een hele mooie constructie 60 meter boven water niveau. Doordat er zo weinig mensen aan het wandelen zijn hebben we de brug even voor ons alleen. Dat scheelt veel gewiebel! Er hangt nog veel nevel boven het water en in de bomen en dat maakt het nog mooier. Eerst lopen we dus naar de brug, daarna doen we de Riverside Loop Trail en daarna nog de Old Growth Trail. Daarna zijn we weer terug bij de splitsing naar de brug en we lopen nu een ander pad: the Millennium Trail. Hier zijn een aantal caches langs de route verstopt en we gaan proberen er een paar te vinden. Dat valt nog niet mee, soms helpt zelfs de tip die een eigenaar kan toevoegen weinig. Een voorbeeld: log (omgevallen boom) of ribbon (lintje). Dit vraagt om echte speurneuzen en gelukkig hebben we een paar keer geluk. Tot half vier is het droog, dat is ook geluk hebben want we hebben de regenjassen in de camper gelaten. De voorspelling was immers ‘droog’, voor alle zekerheid hebben we altijd twee nylonjassen in de rugzak zitten (basis uitrusting, net als een zaklamp en een medicijnendoosje). Gelukkig hadden we vandaag alleen de jassen nodig. Na een half uur in de regen over de millennium trail draaien we om. We beginnen aan de klim terug, richting parkeerplaats. Als we net in de camper zitten begint het harder te regenen. We hebben weer veel geluk gehad, niet alleen met het weer maar we hebben ook heerlijk gewandeld. Dit is nu al een vakantie met heel veel mooie herinneringen.
Zo nog even de weersverwachting nakijken en dan bedenken wat we morgen gaan doen.

Storm

Door Marilien op 12 november 2017 16:12

16 oktober 2017


Gelukkig niet zo heftig als momenteel in Ierland maar ook hier hebben we last van een storm. Dat is dan een nadeel als je een standplaats met Oceanview uitzoekt. Sinds gisteravond regent het weer stevig en daar kwam vannacht harde wind bij. De rukwinden laten de camper op de banden ‘dansen’, ons uitzicht op zee wordt geblokkeerd door mensen die vanuit hun auto naar de golven willen kijken. We brengen de dag grotendeels in de camper door met lezen, koffie drinken, eten en breien (laatste alleen ik). Volgens de weersapp wordt het rond 4 uur even droog en we zijn er klaar voor om dan even in actie te komen. Ons gas is bijna op en we rijden eerst naar een tankstation waar propane getankt kan worden. Dat tanken is altijd een heel ritueel wat we niet zelf mogen doen. In de camper moet de koelkast uit en alle inzittenden moeten op afstand buiten de camper wachten. Een medewerker sluit de slang aan en tankt. Daarna binnen afrekenen en dan mag de koelkast weer aan. Dat moest vandaag dus echt even gebeuren want de kachel slaat regelmatig aan en zonder verwarming zitten is nu geen pretje.
We rijden nog even een stukje door en parkeren weer, net als gisteren, bij Elk Falls Provincial Park. Vandaag zou er een aantal keren een sluis worden opengezet en dat zou voor meer water bij de waterval moeten zorgen. En misschien heeft de regen hier ook een positieve invloed op Elk Falls. Het is nu verlaten, pas als we het park weer uitlopen zien we nog wat mensen die gaan beginnen aan een wandeling. Helemaal droog is het niet. We zullen de foto’s van gisteren en vandaag naast elkaar moeten leggen om te zien of er verschil zit in de hoeveelheid water. We denken te horen dat het geluid nu harder is maar dat kan ook best inbeelding zijn. We bewonderen nog een keer de mooie bomen en de herfstkleuren en dan gaan we terug naar de camper. Toch even een frisse neus gehaald en waarschijnlijk is dit wel de laatste boswandeling deze vakantie.
Als tenminste morgen de boottocht door gaat, we duimen alle twee dat de wind dan minder is want ik weet niet of ik anders voldoende pillen heb gekocht. We hebben nog geen mail gehad dat de tour is geannuleerd. Misschien gebruiken ze dezelfde weerapp want die zegt dat het morgen vanaf 11 uur droog is. We wachten het maar af. Voor vandaag dus een erg kort verhaal met een paar foto’s. Hopelijk morgen meer tekst en beeld.
Graag in Nederlandse tijd 20.00u en dan gedurende 8 uur voor ons duimen voor goed ‘boot weer’. En dat we ook nog een of een paar grizzly ’s mogen zien.

Bute Inlet

Door Marilien op 12 november 2017 16:17

17 oktober 2017


Allereerst hartelijk dank voor al het duimen, het heeft geweldig geholpen. De tabletten werkten ook uitstekend, daar halen we nog een voorraadje van voor andere bootmomenten. We beginnen bij het begin. Vanochtend scheen de zon nadat het gisteravond nog lang heeft gestormd. Vanmorgen was het droog en leek de zee voor onze camper een heel stuk kalmer. Om tien uur zijn we naar een parkeerplaats gereden vlakbij het vertrekpunt van onze Grizzly Tour. Bij het melden kregen we twee formulieren om te ondertekenen. Eentje voor het ‘netjes gedragen en luisteren naar de gids van First Nation’ en de andere voor het netjes gedragen op de boot. Zo mocht ik bijvoorbeeld niet Erik overboord gooien om daarmee een Orca binnen camerabereik te krijgen. En we mochten geen honing meenemen naar de uitzichtpunten om de grizzly’s voor de lens te krijgen. Onze groep bestond uit 20 personen en drie man bemanning. Keurig om elf uur zijn we de weg overgestoken naar de boot, volgens kapitein John was dat het meest gevaarlijke deel van de excursie. Het bootje leek me aan de buitenkant best klein, er was precies voldoende zitruimte binnen voor de 20 personen. Er was ook zitruimte boven op dek en sta ruimte achter op het dek. Omdat ik binnen meestal het snelst beroerd word hebben we binnen de veiligheidsinstructie gevolgd en zijn we daarna naar buiten gegaan. Gelukkig was het zonnig en dankzij een aantal lagen kleding was het ook niet koud. Het eerste half uur varen ging over rustig water, daarna kwamen we aan bij de Seymour Narrows en toen werd het ‘andere koek’. We werden gewaarschuwd voor flink wat golven en dat was zeer terecht. Er moet op dit stukje doorgang aardig wat water door en door de regenval van de laatste dagen was er meer water dat verplaatst moest worden. Het ging heel erg te keer maar ik werd er niet misselijk van en die snelheid van de boot en het opspattende water was eigenlijk geweldig. Tot ik twee keer een laag opspattend water over me heen kreeg en het ook nog begon te regenen, toen zijn we maar naar binnen gegaan. Voor alle zekerheid nog een tweede pilletje genomen. De kapitein vertelde dat ze heel goed leren om ‘het water te lezen’, het ene moment is het spiegelglad en een paar meter verderop zit bijvoorbeeld een draaikolk. Die draaikolken hebben we vandaag van dichtbij gezien, zo bijzonder hoe er een soort ‘deuken’ in het oppervlak zitten, soms wel een halve meter lager. Er stond flink wat stroming (en deining).
Nadat we bijna twee uur hadden gevaren ging de snelheid eruit, vertelde kapitein John alvast hoe we als we in het reservaat waren, als groep bij elkaar moesten blijven. We mochten niet meer dan een armlengte van elkaar af staan maar als soort blok bij elkaar staan. De grizzly’s schijnen vrij slechte ogen te hebben en daardoor maken we als blok meer indruk dan als individu. Verder mochten we niet omdraaien of wegrennen. Als er onverwacht een beer voor ons zou staan dan moesten we volkomen stil blijven, ze niet in de ogen kijken maar wel in de gaten houden en vooral de voeten niet bewegen. Klinkt eenvoudig toch? Terwijl de kapitein vertelde werd de lunch uitgedeeld: allemaal een zeer goed gevulde pistolet en koffie of thee. Prima geregeld. Daarna weer ‘het gas erop’ en naar de aanlegsteiger in Bute Inlet bij de monding van de Orford River. Daar werden we opgewacht door twee mensen van de First Nation Homalco, Janet was de gids en Anthony de chauffeur van de shuttlebus. Janet vertelde eerst wat we wel en vooral wat we niet moesten doen (niet praten, geen flitslicht gebruiken) en dan stijgt de spanning in de groep. Gaan we grizzly’s zien?? De nederzetting van de Homalco is alleen per boot, helikopter of watervliegtuig te bereiken. Wegen naar de nederzetting zijn niet aangelegd. Er wonen 7 personen en in het drukkere seizoen zijn ze met 15. Anthony, die er uit ziet als max 16jr, brengt ons met de bus naar het eerste uitzichtpunt. Als we er zijn volgt eerst een heel ritueel: Janet, Anthony, kapitein John en natuurkundige Kaitlyn stappen uit en verkennen de directe omgeving. Dan maakt Janet het hek open dat de trap naar het uitzichtpunt afsluit, dan mogen we de bus uit en zo snel mogelijk en zo stil mogelijk allemaal de trap op en naar boven. Direct al bij de eerste stop zien we de beren, eentje alleen aan het eten en een moeder met twee cubs ook aan de lunch. Onvoorstelbaar mooi, ze doen gewoon hun ding en wij mogen toekijken. Het is een heel geklik van fototoestellen. Omdat we zo stil mogelijk moeten zijn krijgt er iemand natuurlijk een hoestbui, gelukkig worden de beren hierdoor niet gealarmeerd. Zo stil is het namelijk niet om hen heen, er zijn honderden meeuwen aan het krijsen en de snel stromende rivier maakt ook behoorlijk lawaai. Er is voldoende tijd om te kijken en er is voldoende ruimte om foto’s te nemen. Geen ellebogenwerk om de beste plek te bemachtigen, heerlijk is dat. Na een tijdje (geen idee hoe lang we er hebben gestaan) moeten we weer instappen en gaan we verderop langs de rivier naar een volgende uitkijk hut. Als we daar bijna zijn steekt er een grizzly precies voor de bus het pad over, Anthony rijdt stapvoets dus stopt direct en dan zien we ook een bijna volwassen grizzly die zijn moeder volgt. De tweede heeft een zalm in de bek en terwijl de tweede ook oversteekt moet hij ook nog even piesen. We zitten op de tweede rij in de bus en Erik heeft daar een foto van kunnen maken door de voorruit heen. Niet een exemplaar om uitvergroot op te hangen maar wel grappig om hier te plaatsen. Bij het tweede uitkijkpunt komen geen andere beren in beeld en we stappen weer in de bus. Op naar de derde en daar hebben we weer veel geluk. Vlakbij staat een grizzly in de struiken te eten en verderop staat er eentje aan de waterkant. Hier komen de Orford River en een smallere bergbeek bij elkaar, ook de omgeving is schitterend. Zeker nu met de herfstkleuren. Hier staan we best lang te kijken voor we weer de bus in moeten. Dan mogen we er nog een keer uit, de gidsen vinden het voldoende veilig en we moeten bij de bus blijven maar vlakbij staan een bijna volwassen mannetje (ongeveer 5 jaar oud) in het zand te graven naar iets eetbaars. Ze zien er zo knuffelig uit maar wat een brok spieren.
Na deze stop rijden we terug naar de aanlegsteiger, onderweg steekt nog een hert de weg over en dan is het daarna gebeurd met het wild spotten. Met de boot moeten we nu nog terug naar Campbell River, ruim twee uur varen. Dit keer via een andere route en omdat het erg koud is blijven we de hele tijd binnen. Nou ja, bijna de hele tijd want als we langs een grote kale rots komen zien de mensen aan de rechterkant van de boot dat daarop zeehonden en zeeleeuwen liggen. De kapitein maakt een ‘U-turn’ en vaart heel langzaam langs de rots zodat we dit wild ook kunnen zien. Een toetje! Daarna gaat het gas erop en ‘vliegen’ we over het water terug naar de pier in Campbell River. In een soort van ‘jubelstemming’ gaan we van boord. Wat een superdag, inderdaad alweer één.
Aan de overkant van het parkeerterrein waar we vanmorgen de camper hebben gestald ligt Dicky’s, dat is hier ooit de eerste Fish and Chips zaak geweest en ook al gaat de geschiedenis niet verder terug dan tot rond 1950, men is er hier zeer trots op. We gaan hier eten, Erik een puntzak patat met daar bovenop gefrituurde kabeljauw en ik heb hetzelfde maar dan met zalm. Terwijl we zitten te eten gaat de lamp van het bord ‘Open’ alvast uit, over een kwartier gaan ze namelijk sluiten maar we hoeven ons niet te haasten. Terwijl wij eten wordt alvast de vitrine schoon gemaakt en de kassa geteld. De fooienpot wordt geleegd en verdeeld en de keuken wordt schoongemaakt. Zo zijn we allemaal tegelijk klaar, om 19.00u kan de deur op slot.
We gaan nog een kop cappuccino drinken bij een Starbucks maar als we daar aankomen zit de zaak al dicht. Geen probleem, de camping is dichtbij en nadat we daar weer zijn aangekoppeld aan water en elektra gaat eerst de kachel aan en daarna zetten we water op voor koffie. Het is nog een hele klus om uit de berg foto’s een selectie te maken. Fijn om zoveel beeld te hebben want voorlopig zitten de grizzly’s nog wel op ons netvlies maar we hebben zoveel bijzondere momenten tijdens deze reis beleefd dat foto’s wel helpen om het beeld terug te halen.
A great day is was!

Nanaimo

Door Marilien op 12 november 2017 16:28

18 oktober 2017

Na de schitterende dag gisteren werd er voor vandaag en de resterende dagen deze vakantie regen voorspeld. Niet een klein beetje maar variërend tussen 90 en 100%. Dat is heel veel water. Vannacht kwam daar nog weer een portie storm bij. Eigenlijk zijn we daar wel blij mee want dat maakt het vertrek makkelijker dan wanneer de zon schijnt en het T-shirt weer is. We rijden vandaag naar het zuiden, richting Parksville. Daar willen we op een camping overnachten die ons is aangeraden door de buren in Jordan River, Ewen en Sandy (Wesendany op geocaching). We luisteren een keer niet naar de TomTom want die wil ons naar de grote weg sturen, de highway 19. Liever rijden we langs de kust over de 19A en dat kan tot aan iets voorbij Parksville. Onderweg nog steeds heel veel water, hele stukken weg staan blank, gelukkig waait het niet meer zo hard en blijft de wegligging van de camper onveranderd. Die was al ‘deinend’. Langs de route geen voetpaden met wandelaars want anders hadden we er heel wat door het opspattende water een nog natter pak bezorgd.
Vrij vroeg zijn we op camping Rathtrevor Beach in Parksville, een camping in een Provincial Park. De camping is nog open maar er geldt een ‘winter regelement’ dat betekent dat de helft van het terrein open is, we zelf moeten inchecken en dat niet alle sanitair gebouwen zijn geopend. Het is een schitterende camping met een ligging direct aan zee maar door het slechte weer is het nu vooral een heel donkere en lege camping. We rijden er weer af, stellen de TomTom in op Living Forest Oceanside Campground and RV Park (jawel) in Nanaimo. Daar hebben we bijna vier weken geleden de eerste twee nachten gestaan. Dat is wel een mooie afsluiting want daarmee is letterlijk de cirkel over het eiland rond.
Naar de camping is het dan nog 17 kilometer rijden en gelukkig hier geen bord ‘gesloten’. Er is dit keer wel een plek met Oceanview beschikbaar en we mogen doorrijden naar nr. 137. Een prachtige plek, beetje hoog gelegen maar met vrij uitzicht (tussen wat bomen door) over zee. Rechts zien we de landtong waar we morgen met de ferry van Duke Point naar Tswawwassen zullen oversteken. Tegen zes uur wordt het vrijwel droog en, in het kader van restjes opmaken, stookt Erik een laatste kampvuurtje.
Als de afwas klaar is en het water weg loopt horen we een raar geluid uit de badkamer (wc en doucheruimte)…..daar borrelt het water omhoog door het doucheputje……. Waren we bijna vergeten, ook dat gebeurt eigenlijk iedere camperreis één keer. Steeds checken we op hoe ver de afvaltanks vol zitten en vandaag hebben we dat dus niet gedaan. En nu is de tank met het afwas- en douchewater vol, gelukkig niet die van de wc!! Erik gaat buiten kijken of we een afvoerputje hebben op de standplaats, we hebben een full hookup dus dat zou eigenlijk moeten maar het is 22.00u en er is geen verlichting langs de paden of op de plek. Zoek dan maar eens op grijs grind naar een deksel op een putje. Maar de afvoer wordt gevonden en dat levert een volgende uitdaging op. We hebben de camper met de neus ingeparkeerd omdat we van het uitzicht willen genieten (aan de achterkant geen raam) maar ook omdat het een vrij smalle plek is en indraaien met de neus naar voren vanmiddag met het slechte weer even beter uitkwam. Nu moet Erik dus eerst alles weer loskoppelen, dan uit het parkeervak achteruit in donker, iets doorrijden en dan achteruit weer erin. En niet te ver want aan het eind van de plek zit niks (zie eerdere tekst: hoog gelegen met vrij uitzicht) , alleen een afgrond. Ik zet de zaklamp op mijn telefoon aan en schijn op mezelf, als het meezit kan Erik dat zien in de spiegels en dan zou het goed moeten (kunnen) gaan. Niet echt een ideale tijd om zo laat de motor weer te starten maar het is even niet anders. Het is een aantal keren heen en weer steken en heen en weer lopen maar dan staat de camper 180 graden gedraaid weer op de plek. Nu met de afvoer van de tanks aan de kant waar het afvalwaterputje zit. De tanks kunnen leeg en water en stroom worden weer aangesloten. De camper blijft nu zo staan, we gaan niet nog een keer draaien. Als we morgen de zee willen zien dan gaan we wel buiten staan!

Naar het vasteland

Door Marilien op 12 november 2017 16:34

19 oktober 2017

Vandaag sluiten we de reis op Vancouver Island af met de overtocht terug van Duke Point naar Tsawwassen. Aan de ene kant onvoorstelbaar dat we bijna vier weken geleden hier zijn ‘geland’ en aan onze verkenning van Vancouver Island zijn begonnen. Aan de andere kant ook weer snel gegaan, nu ‘alweer’ terug bij de veerpont. We gaan met de boot van 12.45 mee en daarvoor staan we al twee uur eerder in de rij. Vooraf konden we niet reserveren en deze zit sneller vol omdat het een kleinere uitgave is dan de boot van de heenweg. Dit is zo’n dag waarop we dingen terughalen die we hebben meegemaakt, die we hebben gezien, of waar het afzien was tijdens een wandeling. Of hoe de boottocht mee viel en al het wild dat we mochten bekijken. Vooraf was eigenlijk de bedoeling om een kleine week op Vancouver Island te blijven en dan over te steken naar het vasteland en door te reizen naar de grote bekende Nationale Parken bij Banff, Lake Louise en Jasper. Misschien hebben we het al eerder geschreven maar door de bosbranden is niet alleen veel bos verloren gegaan maar hebben ze daar ook veel last van luchtvervuiling. Net voor we vertrokken was er een nieuwe brandhaard bij een park op de grens met Amerika (in Waterton), dat gebied hadden we als plan B bedacht omdat vandaar uit een mooie route te rijden is via Montana, Washington (state) en Oregon. Wie de laatste serie van Wie is de Mol heeft gezien, heeft de beelden van dat gebied voorbij zien komen. En hoe het dan komt dat we op Vancouver Island zijn gebleven? Dat begon op de eerste camping doordat we niet één maar twee nachten zijn gebleven. Daardoor hadden we ‘een extra dag’ om in te vullen, nogal spontaan voor ons doen, niet volgens het vooraf uitgewerkte en meegenomen schema. Die invulling met een flinke wandeling naar watervallen en door een prachtig bos ’s ochtends en ’s middags langs de haven in Nanaimo waar het zo heerlijk was in de zon, zorgde ergens voor een soort ‘knop om’ bij ons alle twee. Dat was, hoe raar dat misschien voor anderen klinkt, voor ons wel even wennen om per dag te bekijken wat we wilden doen. We moesten niet een schema volgen maar wilden doen waar we op dat moment zin in hadden. En dat is geweldig goed bevallen. Wat natuurlijk mee hielp was dat we gewoon erg veel tijd hadden, vier weken zijn wel 28 dagen om in te vullen. En wat heel erg mee hielp was de zon in de eerste twee weken. Canadezen die we spraken hadden nog nooit zulke temperaturen in september en oktober meegemaakt. Dat was erg veel geluk hebben.
Op de momenten dat er wifi beschikbaar was hielden we de weerapp goed in de gaten. Zo planden we ‘rijden’ bij regen en ‘blijven/lopen/niks doen’ bij zon. Daardoor kon de omgeving ook bij ons ‘binnen komen’ en voelden we ons, zeker ook altijd met die vracht fototoestellen, geen Japanners. Niet kwetsend bedoeld hoor!! D’er zijn vrachten boeken geschreven over het leven in het nu en ik denk dat dat is wat we de afgelopen vier weken hebben gedaan. Het was heel makkelijk om te accepteren wat we niet konden veranderen (een lange boswandeling met een grote kans op wild en dan niks zien, of lopen naar een waterval en de laatste 25 meter een afgesloten pad waardoor het doel niet werd bereikt). Er stonden namelijk heel veel toevallige, geweldige, schitterende, gezellige, komische en zo kan ik nog wel even doorgaan, momenten tegen over. Blij zijn met wat er is, hebben we hier in praktijk gebracht. (haken er al mensen af omdat ik/we te filosoferend word/worden??
Zoals gezegd, vandaag tijd om terug te denken maar ook weer genieten. De boottocht was prima, de overtocht duurt twee uur en gaat over open water, geen smalle doorgangen en daardoor weinig deining. Eerst hebben we een tijdje aan dek gestaan, kijkend hoe Vancouver Island achter ons verdween. Of eigenlijk hoe wij verdwenen van Vancouver Island. Het was knap koud en er stond een hele stevige wind waardoor we vrij snel naar binnen zijn gegaan. Terwijl we met onze lunch een plekje zochten, meldde de kapitein dat er aan bakboord walvissen te zien waren. We hebben gekozen voor ons eten, wilden dat niet koud laten worden. Als we walvissen willen zien, komen we wel een keer terug. Tegen drie uur zijn we de boot afgereden op weg naar een camping in Burnaby, één van de ‘wijken’ van Vancouver. Deze ligt gunstig ten opzichte van de camperverhuurder. Het was even wennen na het afrijden van de boot, we hebben erg lang gedaan over de 40 kilometer. Zoveel verkeer hebben we vier weken niet gezien en dat het weer hard regende hielp ook echt. Op de camping krijgen we een plek toegewezen waar Erik achteruit moet inparkeren. Dit is verreweg de duurste camping maar wat een krappe plek zeg. We staan met de achterkant bijna in een conifeer en met de voorkant net aan de weg. Het past, zullen we maar zeggen. Een geval ‘meine Bäume’ voor intimi.
De minst leuke klus van deze reis moet dan echt gebeuren: de koffers moeten worden ingepakt en het gewicht moet kloppen. We vliegen met KLM en die hanteren 23 kilo per koffer. We hebben een kofferweger meegenomen om niet op het vliegveld voor verrassingen te komen staan. Er moeten ook een paar stenen mee terug dus we komen wel aan ons max. Hier hebben we gratis wifi, jawel, maar er zit een voorwaarde aan. We krijgen 6 uur per 24 uur. Nou sta je hier natuurlijk geen 24 uur als je één overnachting hebt want je moet voor 12 uur morgenmiddag echt van je plek af zijn maar goed, die 6 uur wordt opgeknipt in stukjes. Je kunt kiezen voor 2 uur en dan 3 uur niet of voor 30 minuten en dan 2 uur niet. Oh en downloaden en uploaden lukt ook niet echt…… Jammer dat er geen McDonald in de buurt is. Voor de wifi hè!
Met de restjes is het ook bijna goed gekomen, morgen zetten we een doos bij de verhuurder neer voor volgende klanten. Ze krijgen wat rollen toiletpapier, kruiden en drie uien. Die kregen we vandaag niet meer op. Leek ons niet handig in verband met de 9,5 uur vliegen en niet zelf aan het gangpad zitten. Oh ja, we laten ook een half volle spaarkaart achter van de cappuccino van de McDonald. Een volle geeft recht op een gratis koffie.
Ingecheckt hebben we al, morgen moeten we op het vliegveld nog de boardingpassen printen. We vliegen om 15.40u en als het volgens de planning gaat, zijn we zaterdag, om 10.00u Nederlandse tijd op Schiphol. Precies een maand na vertrek. Wat een luxe.
Nu nog even de camper schoon maken, alleen de binnenkant, de buitenkant hoeft niet. Gelukkig maar want dat zou een flinke klus worden. We hebben niet veel kilometers gereden, zo’n 2200, maar er zaten wel veel zandwegen tussen en dan maakt het niet uit of het regent (blub) of de zon schijnt (stof). Over de fotoprinten op de camper hangt een mooie waas.

Until we meet again!

On our way back home

Door Marilien op 12 november 2017 16:41

20 en 21 oktober 2017

Na het ontbijt maken we de toilet/doucheruimte schoon, halen een doek over het aanrecht en door de koelkast. We droppen de laatste afvalzak in een container en rijden dan, met regen, naar het verhuurstation. Het eerste stuk is door een vrij luxe en Engels aandoende wijk, grote huizen, grote grasvelden en grote auto’s. Dan komen we op een snelweg en helaas ook vrijwel direct in een file. Het is bijna 20 kilometer naar CruiseCanada en het gaat erg langzaam.
De volgende uitdaging blijkt het vullen van de gastank te zijn, die moeten we vol afleveren. De benzinetank moet gevuld worden tot ‘half’. Vlakbij CruiseCanada zit een tankstation maar daar staan we een half uur te wachten tot iemand komt om de gastank te vullen. Niet lekker als je eigenlijk op tijd de camper had willen inleveren zodat je op tijd op het vliegveld kunt zijn. Uiteindelijk wordt ook deze hobbel overwonnen en rijden we naar de verhuurder. Bij het oprijden van het terrein staat de mevrouw die we al op twee eerdere campings hebben gesproken. Zij en haar man leveren net voor ons hun camper in. Kleine wereld. We moeten wachten tot zij klaar zijn en dan komt de medewerker onze camper controleren. Alles is prima in orde, gelukkig maar want anders zouden we een deel of de hele borg kwijt zijn. Ze bellen voor ons een taxi en dan is het even geduldig wachten tot de Green Cab aan komt zoeven (elektrisch). We hebben een aardige taxichauffeur die en snel rijdt en ook nog een leuk gesprek kan voeren. Zo worden we drie uur voor we terugvliegen afgezet bij de vertrekhal voor internationaal vliegverkeer.
We hebben zelf al ingecheckt maar we moeten nog kofferlabels en boardingpassen printen. Daarna is er gelukkig slechts een korte rij voor het afgeven van de koffers die binnen het toegestane gewicht zitten. Altijd weer prettig als de koffers ‘weg’ zijn. De verwachting is dat de rij bij de security lang is omdat het vrijdag is en daarom gaan we vroeg die kant op. De rij valt reuze mee, ik kom er zonder piep door en bij Erik volgt er de gebruikelijke visitatie. Ze willen graag nog even zien of de laptop werkt en ze doen een controle op drugs (met zo’n doekje over het toetsenbord). Er zitten geen sporen op en dan kunnen we de boel weer inpakken en de schoenen weer aantrekken.
We zitten op rij 21, naast de linkervleugel. Net voor vertrek komt nog even de zon door. De captain geeft aan dat ze extra hebben getankt en daardoor sneller zullen kunnen vliegen. We vertrekken namelijk te laat en zo zouden we toch rond geplande aankomsttijd op Schiphol moeten landen. De vlucht is vlekkeloos, we doen geen oog dicht (niet moe) en kijken alle twee een paar films. Negen uur na vertrek worden we aan de slurf gekoppeld op Schiphol. Terwijl Erik op de koffers wacht, koop ik vast de treinkaartjes. Beide koffers komen dicht op de band binnen en bij de douane hebben we geen verder oponthoud. Om 13.00u zijn we thuis en beginnen we aan de strijd tegen de jetlag.
Dank allemaal voor het lezen van de verslagen. Wat hebben we een super vakantie mogen beleven.
See you!

Reacties

REAGEREN

Fam. Koldewijn

CAMPERREIS IN WEST-CANADA

september/oktober 2017