We bereiden ons voor met lezen, dingetjes regelen, spullen al een beetje bij elkaar zoeken etc.

We hebben er heel veel zin in!

Eerst thuis nog even een voorproefje voor het kampvuur

Na een voorspoedige vlucht met Air Canada, waarbij eten en drinken goed verzorgd waren,  arriveerden we om 14 u in Toronto. De veiligheidscontrole ging erg vlot, en aangezien onze bagage direct doorging naar de aansluitende vlucht hadden we uren tijd over, temeer daar de vlucht naar Vancouver 1 u later zou vertrekken. 

We vertrokken om 18 u en vlogen nog bijna 5 uur lang boven Canada westwaarts. Ja, Canada is een heel groot land! 

We kwamen om 20 u aan, de bagage was er gelukkig ook snel. 

De transfer naar het Accent Inn Hotel verliep vlot en bij aankomst aldaar bleek er al bericht te zijn van de camperverhuurder Fraserway dat we zondagochtend om 8:30 u zouden worden opgehaald.

Nou, vroeg opstaan was geen probleem, want dankzij de jetlag hadden we eigenlijk vanaf 02 u niet meer geslapen.

Samen met een grote groep andere Nederlanders werden we om 8:30 naar het Fraserwayterrein gebracht, alwaar een heel contingent campers van verschillende formaten op ons stond te wachten.

We maakten kennis met " onze " camper en kregen uitgebreid uitleg van een Nederlandse mevrouw.

 Na het tekenen van het contract kregen we de sleutels, de TomTom , een welkomstcadeau van Fraserway( een thermoskan) en een tegoedbon van de Horton's keten.

En toen: rijden maar met dat bakbeest! Ietwat onwennig gingen we op zoek naar een winkelcentrum (Wallmart), maar onze TomTom deed het niet goed, dus terug naar Fraserway.

Met een nieuwe ging het navigeren goed. Eerst inkopen gedaan, toen zonder problemen de eerste camping bereikt, Burnaby Cariboo RV, nog in Vancouver gelegen. Ingeklemd tussen drukke wegen, een spoorlijn met soms hele lange en lawaaiige goederentreinen en een vliegroute, is het toch een mooie rustige camping met veel bomen en goede voorzieningen. We stonden half-hooked, dus met water en elektriciteit , maar geen afvalwater afvoer (was nog niet nodig).

We hadden nog steeds jetlag symptomen dus zijn we vroeg gaan slapen.

Met een OV dagpas op zak gingen we met de Skytrain naar Vancouver downtown. Af en toe hadden we een mooi uitzicht op de bergen en op de skyline van de stad. Bij het eindpunt (Waterfront) namen we de Seabus naar Noord Vancouver , Lonsdale Square. Het was een indrukwekkende overtocht met uitzicht op de stad en op Stanley Park.

Daarna nog een tijdje in dat park rondgelopen. Prachtige bloemenperken, grote en oude bomen. Ook zagen we nog eekhoorns en wasbeertjes. Bij Stanley Park Bar & Grill wat gegeten en gedronken.

Eind van de middag terug naar camping om daar de avond te vullen met rust en de planning voor morgen.

In Mission even langs geweest bij een Visitors Information Center waar we wat kaarten en folders bekwamen( ja we zijn ouderwets, we volgen liever de wegenkaart dan de routeplanners ).

De reis verliep verder vlot en we arriveerden om ca 14:30u in Hope, bij de Coquihalla Campground. Het was een eenvoudige, stille camping, gelegen in een bos, vlakbij een rivier en iets verderop Lake Coquihalla.

We kwamen er echt tot rust, de jetlag was zo goed als uitgewerkt !

Na het avondeten legden we nog een kampvuur aan met gekochte houtblokken (en met behulp van de bijl van houthakker René!)

Het werd overigens snel donker!

We zagen zwarte zwanen voorbij vliegen boven het meer, een eekhoorn zat uitgebreid voor ons te poseren en er schenen ook slangen voor te komen, maar die hebben we niet gezien.

We wandelden door een dorre woestijnbegroeiing, het leek wel wat op Curaçao . In het Resort zagen we monumenten en kunstwerken 

van/ over Indianen en info over de streek. Er was ook een Cultureel Centrum en een wijngaard en wijnkelders.

Deze streek maakte op ons veel indruk door het warme klimaat, de tegenstellingen in het landschap en de Mexicaans aandoende bouw stijl in Osoyoos .

Daarna over de Hw 3 richting Manning Park, door de Sunshine Valley. Het was goed weer.

Allengs steeg de weg naar Princeton , de bladeren kleuren al zo mooi geel. Maar de zomer is nog niet voorbij!

Bij Keremeos begint het landschap te veranderen: droge, woestijnachtige heuvels, maar ook groene, vruchtbare graslanden .

Dit wordt de Canadian Desert genoemd.

Er zijn veel fruitkwekerijen en - kraampjes langs de weg.

Bij het Osoyoos Lake bereikten we het NK'MIP Resort, mooi gelegen tussen wijngaarden en droge heuvels in.

Het water in het meer was nog lekker genoeg om er in te zwemmen.

De zon zakte al snel achter de heuvels en het koelde dus ook vlot af.

Naast ons stond een enorme camperbus (42ft lang) + auto + 2 fietsen; dit Quebecse echtpaar trekt 9 maanden door N - Amerika!

Wat is het hier toch een mooi gebied!

In West-Kelowna bezochten we de Mission Hill Winery op een prachtige locatie. We hadden geen tijd voor een tour maar namen wel deel aan een wine-taste en genoten van een goede lunch.

Daarna verder langs Okanagan Lake, via Vernon en Sicamous naar de HW 1. Het landschap begon weer duidelijk te veranderen, het werd beboster en vochtiger, en de echt Rockies kwamen in zicht.

In Revelstoke stonden we op het CanadaWest RV Park. Hier hoorden we dat er in het dorp beren waren gesignaleerd, de laatste paar weken waren er 14 neergeschoten ! Ook op de campground was er een keer 'snachts een beer op bezoek geweest( niet toen wij er waren gelukkig!)

Over Hw4 gingen we richting Banff, een hele mooie route, via Sinclair Pass en Vermillion Crossing reddn we Alberta in.

we kochten ook een pas voor alle National Parks (55 $).

Bij de Paint Pot een hele mooie wandeling gemaakt naar een gebied waar vroeger de grondstof voor gele verf (ochre=oker) werd gemaakt. De bodem en de waterpoelen en stroompjes kleurden geel en af en toe groen ( door ijzeroxide en -hydroxide,  dit voor de chemici onder ons!)

Steeds beter zagen we de deels besneeuwde bergtoppen van de Rockies.

In Banff stonden we op de Tunnelmountain Trailer Court ( fully hooked,  maar geen Wifi)

's middags met een bus naar Banff, om wat rond te kijken, te winkelen en te eten/drinken. Het is een gezellig stadje.

De route ging vandaag via Hw 1, door Revelstoke en via Mt Revelstoke NP en Glacier NP, waar we de Rogers Pass (1327m) passeerden , richting  Golden. Onderweg nog een paar mooie, korte wandelingen gemaakt:

- Skunk Cabbage Trail, waar grote planten groeien die 's zomers (sub)tropische vogels aantrekken; nu waren ze al bijna vergaan. Het was een mooie wandeling over vlonders door de wetlands.

- Bear Fall: een lange afdaling naar een riviertje waar we dichtbij een heel indrukwekkende waterval kwamen.

In Golden afgeslagen naar het zuiden over een rustige Hw 95 door de vallei van de Columbia River. We passeerden de tijdsgrens tussen PST en MST. Af en toe hadden we zeer felle regen- en hagelbuien.

De hoge toppen van de Rockies waren al duidelijk zichtbaar.

In Radium Hotsprings op de Canyon RV Resort gaan staan, bij een beekje met uitzicht op twee herten.

De lucht was heel helder, de bergtoppen waren heel goed te zien.

In Banff bij het Visitors centre wat infomateriaal gekregen, en een tijdje op de WiFi geweest (want die hadden we niet op de camping)

Met de roaming bus de Banff Gondola gereden en met de gondel Mt Sulphur op; wat was dat een belevenis! In alle richtingen een prachtig uitzicht. Bovenop was een restaurant + informatieruimte( heel boeiend).

Op een groot platform buiten kon je de hele omgeving zien, en doordat het zonnig was ook heel ver. We zagen oa het Fairmont Springs hotel in Banff en Lake Minnewanka.

Weer beneden reden we nog naar dit meer ( het Lake of the Spirits, or Devil Lake). Het is een prachtig meer, heel rustig.

In Lake Louise op de campground gearriveerd, met alleen elektriciteit en we betaalden d.m.v. een envelop + geld.

We stonden niet ver van een spoorbaan en een riviertje.

We keken wat rond in het kleine dorpje Lake Louise maakten gebruik van een lokale Wifi.

Daarna naar het gelijknamige meer gereden. Dat ligt heel mooi tussen de bergen, op een afstand is de Victoria Glacier te zien.

Het was er wel heel erg druk, bussen vol vol aziatische toeristen.

Aan het meer ligt ook een groot (maar niet echt mooi) hotel: het Fairmont Hotel Lake Louise.

's avonds nog een kampvuur gemaakt.

Het begon al wat te regenen.

Eerst zijn we even naar het Visitor's Centre van LL geweest. Wat was dat mooi! Veel Visitor Centres zijn trouwens heel goed, niet alleen qua informatie verschaffing, maar vaak is er ook een soort exhibitie van de omgeving en de geschiedenis van de stad/streek.

Via de Icefields Parkway reden we naar Jasper. Een geweldig mooie route, we zijn op 4 plaatsen uitgestapt:

1. Hector Lake, mooi groen/blauw gekleurd water

2. Peyto Lake en Bow Summit; door een besneeuwd bos naar het meer gelopen, alleen het meer was zichtbaar, de rest zat in de wolken (op 2000m hoogte)

3. Bij het Icefield Centre zagen we de enorm indrukwekkende Athabasca Glacier, onderdeel van het Columbia Icefield. Om stil van te worden. Voor veel geld en een lange wachttijd kon je met een voertuig een stukje over de gletsjer rijden.

4. Athabasca Falls: een prachtige waterval die je op veel punten kon bekijken, dit was zeer indrukwekkend.

In Jasper op Whistler's Campground , midden in bos, gaan staan. Vlakbij onze plek nog een viertal (vrouwtjes) elks gezien; de bulls zijn erg gevaarlijk zegt men!

De reis vervolgd naar Mount Robson Provincional Park waar we het visitor's centre bezochten; helaas was het erg bewolkt en regenachtig zodat Mt. Robson (met 3954 m het hoogste punt in de Canadese Rockies) niet te zien was.

Via Valemount reden we naar Blue River, waar we aan een river safari (bear watching) deelnamen. Dit was heel spectaculair; in een snelle boot en met een uitstekende gids een stukje over een rivier en een meer gevaren en op 2 plaatsen, van zeer dichtbij, een zwarte beer zien rondscharrelen. Heel bijzonder! Ook nog een mooie waterval bezocht.

Na afloop, koud en nat, warm geworden bij een grote kachel en nog lekker wat gegeten. 

Deze middag was echt weer een van de hoogtepunten van onze Canadatrip.

op de kleine, knusse camping Blue River Campground gestate (met een goede wifi!)

Via Hw 5 (de Yellowhead Hw) reden we naar Clearwater en Kamloops; van de bergen was weinig te zien met al die wolken boven ons.

Na Kamloops namen we de Hw 97, richting Cache Creek, door een bijzonder landschap, kaal en dor, langs Kamloops Lake, steeds vergezeld door de Thompson River en aan beide zijden een spoorlijn.

We arriveerden op de campground Juniper Beach, kregen een plekje aan de rivier. Het was echt een hele eenvoudige camping, en ook de goedkoopste tot nu toe.

Gelukkig was het droge een beetje zonnig; we maakten nog een mooie wandeling langs de rivier, en langs de spoorbaan terug.

Voorbij Lillooet op de Duffy Lake Road geraakten we boven de sneeuwgrens; de weg werd witter en witter, we moesten goed in de sporen van de voorgaande auto's blijven en reden vaak niet harder dan 40 km/u. Onderweg was er nog een auto de berm ingegleden.

Kortom, een rit die we nooit verwacht hadden en die weer de nodige (rij)ervaring heeft opgeleverd.

Zelfs in Whistler was het nog nat en koud. De campground (Riverside Resort) bleek behoorlijk bezet te zijn vanwege het Thankgivingsweekend (10 oktober); veel mensen kwamen bij elkaar om voor familiebezoek. De plaatsen waren behoorlijk klein

Na een korte wandeling in de mooie omgeving vertrokken we over the Hw 99 (the Sea to Sky Highway), een brede alsmaar dalende weg naar Squamish en Horseshoe Bay. Onderweg hadden we af en toe prachtige vergezichten op de, soms nog hoge en behoorlijk besneeuwde, toppen van 2500 tot 3000 m, en later ook op de diepe zee-inhammen.

Met de grote veerboot " Coastal Renaissance"  overgevaren naar Nanaimo op Vancouver Island, onder het genot van een lekkere lunch en een prachtig uitzicht op Vancouver, de Mountains, en verschillende eilanden.

Na aankomst in Nanaimo hebben we ons geïnstalleerd op de Living Forest Oceanview Campground, zeer fraai gelegen in een bos, aan de oostkust, met zicht op de oceaan en het Gabriola Island. Het is een zeer geschikte plek voor een knus kampvuur.

Via de Hw 19 reden we langs Nanaimo vlot westwaarts, in het drukke verkeer vanwege Thanksgiving. De scenic route 4a ging langs het plaatsje Coombs, een grappig dorpje, een beetje hippie-achtig.

Bij Port Alberni zagen we nog het Cameron Lake, erg mooi gelegen. Voorbij Pt. Alberni reden we door een bosrijk, bergachtig gebied langs Sproat Lake naar Tofino. De laatste 30 km ging door het Pacific Rim NP, af en toe langs de kust waar baaien te zien waren.

Op de Bella Pacifica RV campground kregen we een mooie plek met uitzicht op de Pacific!

Het was erg aangenaam weer, mooi genoeg om nog lekker op het strand in de heerlijke Canadese klapstoeltjes te relaxen.

's Avonds op de meest westelijke plek op aarde waar we ooit geweest zijn een prachtige zonsondergang gezien!

In Tofino wat rondgekeken; het is een heel sfeervol dorpje, mooi gelegen aan een baai. Er zijn veel excursiemogelijkheden en surfcentra, die natuurlijk met name in de zomer erg in trek zijn. Wij hebben oa vanwege tijdgebrek geen whale-excursion meer gedaan.

De Botanical Gardens bezocht, een heel mooi tuin/bosgebied met beelden en andere constructies.

Op Long Beach , een heel lang en breed strand met flinke golven zagen we (wave)surfers in actie.

In het plaatsje Ucluelet maakten we een mooie wandeling rond het lighthouse Amphitrite en langs hele steile kliffen door een bos. Ook hoorden we nog een boei, waarvan het geluid wordt voortgebracht door de golfbeweging van de zee.

Eind van de middag op Bella Pacifica weer een tijdje heerlijk in de zon zitten bakken, en 's avonds weer van een mooie zonsondergang genoten.

Het weer was nog aardig zonnig, zodat we onderweg nog een aantal besneeuwde bergtoppen konden zien.

We vonden met moeite een krappe plaats op het Westbay Marine Village RV Park.

In het aanliggende haventje ("secret harbour") lagen een aantal zeer bijzondere woonboten, sommige met meerdere verdiepingen.

Tegen de avond (toen de lucht al grijzer en grijzer werd) liepen we via de West Bay Walk Way naar Victoria downtown, met uitzicht op de haven, watervliegtuigen en veerbootjes met de bergen op de achtergrond.

In een heel gezellige Ierse pub ( Irish Times) met goede muziek lekker gegeten.

Vervolgens reden we even via Fraserway naar de bekende campground Cariboo Burnaby RV Park.

's Middags nog even naar de Manor Street en de Moscrop Secundary  School geweest, i.v.m. de historische betekenis voor ondergetekende ;)

Later vanaf de camping nog een mooie wandeling gemaakt naar Burnaby Lake, een rustig vogelrijk gebied.

De laatste avond goed gebruikt om alles in te pakken.

De afhandeling aldaar verliep zogezegd geölied, en ook de transfer naar de airport (in de stromende regen) was goed geregeld, zodat we mooi op tijd aan onze terugvlucht (via San Francisco) konden beginnen.

We hebben gedurende deze drie weken zeer veel gezien en genoten, en zijn dan ook heel tevreden over onze reis; we kunnen zowel Travelhome als Fraserway bij iedereen aanbevelen.