Amsterdam - Calgary - Whitehorse
Als ik aankom op Schiphol begint het meteen te kriebelen. Alles hier ademt voor mij vakantie! Ik sjouw mijn koffers naar departure hal 3, naar de Air Transat balie. Daar ontmoet ik de rest van de groep, waar ik de komende 10 dagen bijzondere herinneringen mee ga maken. Eenmaal ingecheckt en door de douane drinken we nog wat koffie en kunnen we daarna al vrij snel aan boord.
We hebben het Option Plus pakket van Air Transat geboekt, waardoor we eerder mogen instappen. Als we in de lucht zijn komen de stewardessen meteen naar ons toe met een lekker dekentje, oogmasker, oordopjes én de vraag of we alvast wat willen drinken. Naast het reguliere aanbod aan drank mogen wij ook kiezen uit een wijntje of sterke drank én een snack. Een leuke verrassing.
Ik kan niet slapen tijdens de vlucht, dus ik kijk een heleboel films en ben blij als we landen in Calgary. We hebben hier een stop van ongeveer zes uur en ik ben van plan om lekker even te gaan shoppen in het winkelcentrum dat vlakbij de luchthaven ligt. De rest van de groep vindt dat ook een prima plan, dus als we de douane door zijn halen we de koffers op en gaan we op zoek naar een plek om ze bewaakt achter te laten.
We nemen een Uber naar de Crossiron Mills Mall, een ritje van ongeveer 10 minuten. Ik vind het altijd heerlijk om in dit soort gigantische shopping malls rond te wandelen. De enorme hoeveelheid winkels is overweldigend en ik vind het erg leuk om er net als de locals even wat te eten en flink te shoppen. De tijd gaat lekker snel zo en voor ik het weet zitten we alweer in de Uber terug naar de luchthaven voor onze volgende vlucht.
We halen de bagage weer op en checken in bij de desk van Air North. Wát een verademing, het grondpersoneel is ontzettend vriendelijk en relaxed. Als we bij de gate wachten op onze boarding tijd komt de man van de incheckbalie ons vragen om al in te stappen, dan kunnen ze hopelijk zelfs wat eerder vertrekken!
Ik slaap door verschillende drankrondes, de befaamde chocolate chip cookie én het kaasplankje heen en voor mijn gevoel zijn we nét pas in de lucht als we de landing inzetten naar Whitehorse. Ik kijk door het vliegtuigraampje en zie héél af en toe een lampje op de grond, maar verder is alles donker.
Vanaf de luchthaven zijn we in ongeveer tien minuutjes bij ons hotel midden in het centrum. Het was een lange dag en ik ben blij als mijn hoofd het kussen raakt. We zijn er!
Hotel: Best Western Gold Rush Inn, Whitehorse
Whitehorse
6.30 uur klinkt mijn wekker al, want we halen tijdens deze trip zoveel mogelijk uit de dagen. Iets wat ik erg fijn vind. Ik wil alles hier meemaken en genieten van elk moment.
Na een heerlijk ontbijt (met verse Sockye zalm!) worden we opgehaald door Teena, van Who What Where Tours. Ze woont al haar hele leven in Whitehorse en vertelt honderduit over het leven hier, hoe het was om op te groeien in de Yukon.
Zo vertelt ze bijvoorbeeld dat ze als klein meisje met haar vader ging vliegen. Ze mocht dan zeggen waar ze naartoe wilde om bijvoorbeeld te gaan eten en daar vlogen ze naartoe. Dat is hier helemaal niet gek, want de afstanden zijn groot.
Whitehorse voelt niet groter dan het dorp waar ik in Nederland woon. Alles is hier laagbouw, de wegen zijn breed en er is bijna geen verkeer. Heel anders dan ik me deze hoofdstad van de Yukon had voorgesteld, maar deze hoofdstad past perfect in het plaatje zal ik later merken.
Na de tour door de stad worden we opgehaald door Fabian, een hele aardige kerel die precies past in het beeld dat ik van Yukonners heb: houthakkersblouse, bergschoenen en baard. Als hij begint te praten hoor ik dat hij eigenlijk uit Duitsland komt. Hij vertelt dat hij hier met zijn Duitse vriendin heen is verhuisd omdat ze allebei erg houden van hondensledetochten maken. Ze hebben zelf een grote roedel en hebben zelfs al deelgenomen aan de wereldberoemde Yukon Quest.
De eerste winter dat ze er woonden leefden ze samen in een hutje zonder elektriciteit. Ze hadden een auto die ze ieder uur moesten starten, anders zou hij het door de extreme kou helemaal niet meer doen. Ieder uur, dag en nacht. Dat geeft meteen al duidelijk aan dat er hier echt mensen zijn die bewust kiezen voor een leven in de verlaten wildernis. Fabian is de eerste die ik tegenkwam tijdens deze reis, maar er zouden er nog een stuk meer volgen.
We krijgen een workshop Bushcraft en survival skills. Fabian geeft allerlei workshops zoals deze en heeft er voor ons een aantal gecombineerd. Hij neemt ons mee zo'n 40 minuten rijden buiten Whitehorse naar zijn land waar we in het bos aan de slag moeten om een kampvuur te maken (hoe je dat doet in de wildernis leren we stap voor stap) waar we uiteindelijk een erg lekkere driegangen maaltijd op bereiden. Tussendoor vertelt Fabian ons meer over wat je moet doen als je beren tegenkomt in de wildernis en hoe het is om te leven in een gebied waar géén mobiel netwerk is en je dus niet direct iemand kunt bereiken als dat nodig is.
Ik vind het een geweldig leuk begin van deze reis. Het is donker als we weer worden afgezet bij ons hotel in Whitehorse en ondanks dat we allemaal ruiken naar het kampvuur en onze fleecevesten aan hebben gaan we gewoon naar de bar van het hotel om nog even te genieten van een biertje en live muziek. We vallen er totaal niet op, iedereen loopt hier in outdoorkleding! Lekker relaxed dus.
Hotel: Best Western Gold Rush Inn, Whitehorse
Kluane National Park
We halen vandaag onze campers op bij Fraserway. Dat kan al meteen na ons ontbijt. Gelukkig, want we hebben een vol programma! We reizen met acht personen in twee Truck campers en drie C-smalls (22 ft campers). Na alle formaliteiten verzamelen we nog wat handige spulletjes en wat boodschappen uit de kast waar andere reizigers hun overgebleven spullen na hun reis hebben achtergelaten. Dingen als kruiden, een grote kaars en een pak rijst komen prima van pas en hoeven we zometeen dus niet meer bij de supermarkt te halen.
We rijden met de campers richting ons hotel om onze bagage op te halen. Onze campers parkeren we gewoon hier voor de deur. Dat gaat meer dan prima, want er is bijna geen verkeer en de wegen zijn erg breed.
De stop die daarna volgt is bij de supermarkt én de drankhandel (wijn en bier verkopen ze hier namelijk niet in de supermarkt) en dan rijden we ieder voor zich naar het eerste nationale park waar we zullen overnachten: Kluane N.P.
De rit erheen is bijna magisch. Omdat we in september reizen hebben we het geluk dat de blaadjes van de bomen en planten prachtig gekleurd zijn. Van groen naar felgeel naar oranje, roodbruin en felrood. Dat zorgt voor veel fantastische uitzichten onderweg. We stoppen het liefste om de vijf minuten even om foto's te maken en dit moois allemaal vast te leggen, maar we moeten een beetje vaart maken om rond etenstijd in Kluane aan te komen.
Ik geniet ervan om weer in een camper te rijden en dan ook nog in zo'n schitterende omgeving, wat vind ik dit leuk! Als we aankomen op Katleen Lake Campground zetten we onze camper op een van de mooie beschutte plekken aan de rand van het bos. We maken het vuur aan voor een lekkere barbecuemaaltijd. Een perfecte afsluiting van de eerste camperdag.
Camping: Kathleen Lake Campground in Kluane National Park
Beaver Creek
Kathleen Lake Campground, die naam geeft aan dat er hier ergens een meer is, maar we hebben het gisteren niet gezien! Dus in alle vroegte rijden we in een paar minuutjes naar de oevers van een stil meer waarin de omliggende bergen perfect worden weerspiegeld. Het is erg fris deze morgen dus we kleden ons goed aan. Thermokleding, een fleecevest en een softshell jas, handschoenen, een sjaal en een muts. We kiezen voor de Kings Throne wandeling langs het meer omhoog de bergen in. Na een paar meter stoppen we, want we zien verse berenpoep op het pad. Oei! Er zitten hier dus écht beren.
Hoger en hoger klimmen we en het uitzicht over Kathleen Lake en de omliggende bergen en vlakten met bomen in de mooiste kleuren wordt steeds mooier. Ik merk dat we hoog zitten, want ik kom niet meer zo gemakkelijk aan mijn adem. Ondanks dat het koud is gaat mijn jas uit en loop ik in mijn fleecevest verder. Als je je zo inspant krijg je het goed warm! We lopen niet helemaal tot het hoogste punt, maar stoppen op een open vlakte met een adembenemend uitzicht. De herfstkleuren maken het écht net een schilderij. We snuiven de frisse, schone lucht in terwijl we genieten van dit magische uitzicht. Wat is dit genieten.
Naar beneden wandelen gaat een stuk gemakkelijker, dus voor mijn gevoel zitten we ook in no time weer in onze camper. We hebben een afspraak bij Kluane Glacier Air Tours, die ons in een vliegtuigje boven de gletsjers van het nationale park zullen rondvliegen. Ik ben ontzettend benieuwd hoe dat zal zijn. De enige keer dat ik in zo'n klein vliegtuigje heb gezeten was tijdens het whalewatchen in Nieuw-Zeeland en dat was voor mijn maag niet de beste beslissing ooit.
We stoppen eerst bij een gezellig cafeetje in Haines Junction waar ze zelf gemaakte lekkernijen en heerlijke koffie verkopen. Even opwarmen is daar absoluut geen straf.
Dan is het tijd om naar de kleine airstrip te rijden. De twee vliegtuigjes staan al klaar. Degene waarin ik zit komt uit de jaren 70 en is van binnen lekker ouderwets bekleed met hoogpolige vloerbedekking en wit leren stoeltjes. Het vliegtuigje heeft ramen die deels open kunnen tijdens het vliegen, om zo de mooiste foto's te kunnen maken zonder de reflectie van de ramen. De piloot laat ons voor we vertrekken zien dat ze kampeerspullen én voor een week aan eten bij zich heeft mocht er iets gebeuren. Dat was nog nooit gebeurd gelukkig, maar het gebied waar we naartoe vlogen is erg verlaten dus wil ze goed voorbereid zijn.
Eenmaal in de lucht vliegen we de voorste bergen over en worden we verrast door een schitterend gebied vol gletsjers, ijsvelden, grillige besneeuwde bergtoppen en zelfs een gletsjermeer waarin ijsrotsen drijven. Het is een super heldere dag, 10 out of 10 volgens onze piloot. We hebben dus ook het geluk om Mount Logan, de hoogste berg van Canada, in de verte te zien.
Deze vlucht hoort zeker tot de top 5 allermooiste ervaringen van mijn leven. Met tranen in mijn ogen besef ik wat een geluk ik heb dat ik dit zomaar mag meemaken. Wat is dit gebied wonderbaarlijk mooi, het maakt een diepe indruk op mij.
We rijden verder richting de grens met Alaska. In Beaver Creek ligt de camping waar we vanavond overnachten. We komen er aan het einde van de middag aan en lopen dan een stukje over de camping. De eigenaresse heeft namelijk een mooie verzameling van machines van het Amerikaanse leger die gebruikt zijn om de Alaska Highway mee aan te leggen. Erg interessant om te zien, zeker niet alledaags!
In het kantoortje van de camping is (zwakke) wifi dus ik laat het thuisfront even weten dat alles in orde is. Daarna mogen we aanschuiven bij een groot kampvuur en genieten we van grote steaks van de barbecue. Na het eten zitten we met z'n allen rond het kampvuur en komen we zowaar een groepje andere Nederlanders tegen die ook de warmte van het vuur komen opzoeken. We zijn met een paar mensen van plan om vanavond op te blijven voor het Noorderlicht. Volgens de app die we hebben is de kans best goed dat we het zullen zien. Als het later wordt gaat een deel van de groep slapen, zij zullen vannacht een paar keer de wekker zetten om te kijken. De eigenaresse van de camping komt bij mij en de andere twee meiden zitten en we raken in gesprek.
Ze vertelt dat ze met haar man en zoon in BC woonde toen ze besloten dat ze naar de Yukon wilde verhuizen. Haar man had dit plekje uitgezocht en zij ging later met haar zoon kijken. Toen ze aangaf dat ze graag voor deze plek wilde gaan vertelde haar man dat hij bij haar wegging omdat hij een ander had. Ze had zoveel verdriet dat ze min of meer vluchtte naar deze mooie plek, samen met haar zoon. Die eerste winter met z'n tweetjes was erg zwaar, er lag metershoge sneeuw en er zaten veel beren in het gebied. Ze zette door om er deze camping van te maken en zegt nu nooit meer weg te willen. In de winters moet ze van haar zoon terug naar BC, want ze is al op leeftijd en als ze alleen in dit afgelegen gebied is vind hij dat niet fijn. Zij vindt het verschrikkelijk dat ze weg moet want ze houdt intenst van dit gebied. Wat een mooi verhaal heeft deze mevrouw, ik vind haar ontzettend stoer.
We zien het Noorderlicht niet die nacht, echt heel jammer! Maar wie weet komt het nog een andere nacht.
Camping: Discovery Yukon Lodgings, Beaver Creek
Top of the World Highway
We genieten van door de campingeigenaresse zelfgemaakte French Toast met Maple Syrup en rijden dan verder richting de grens met Alaska. Het wordt een drukke dag waarin we veel moeten rijden.
Aangekomen bij de grens met Alaska moeten we naar binnen bij het kleine grenskantoortje. We moeten daar onze vingerafdrukken laten maken en een irisscan, omdat we Amerika binnen gaan. Ik had nog een ESTA die geldig was, dus verder hoefde ik niets in te vullen, alleen een paar dollar te betalen voor de grensovergang.
We vervolgen onze weg over de Alaksa Highway en stoppen onderweg af en toe om mooie foto's te maken. Tot nu toe zijn de uitzichten onderweg allemaal overweldigend mooi en stoppen we dus ook veel voor foto's.
We merken dat Alaska wat meer ontwikkeld is dan de Yukon. Er zijn meer borden die aangeven wat er te zien of te doen is en onderweg lijkt er nét wat meer bewoonde wereld te zijn dan in de Yukon.
We stoppen in Chicken, Alaska bij de grote toeristische winkel en natuurlijk moet ik een t-shirtje meenemen voor mijn vader die shirts spaart!
Hier start ongeveer de onverharde weg en rijden we een stuk door een soort bosgebied, waar we verschillende jagers tegenkomen. Net nadat we de Canadese grens weer over zijn start de prachtige Top of the World Highway, ons doel van vandaag.
Het is een volledig onverharde weg, maar je kunt er prima overheen rijden met de camper als je het rustig aan doet. We merken dat de Truck campers een stuk sneller kunnen rijden dan wij met onze 22 foot camper (rammel de rammel), maar dat geeft niets want we wíllen ook niet hard rijden. De uitzichten zijn zó geweldig mooi! Ik snap meteen waarom deze weg deze naam heeft gekregen. Rijdend over de bergruggen voelt alsof je over de top van de wereld rijdt.
Hoe verder we deze weg op rijden hoe meer 'mist' er lijkt te hangen. Later horen we dat dit te maken heeft met de vele bosbranden. Het is geen mist maar rook. Het zorgt in ieder geval wel voor een misterieus uitzicht over de bergen.
Ongeveer driekwart over deze weg passeren we een fietser die we wat lekkers te eten en drinken aanbieden. Dat is hier gebruikelijk. Hij zegt nog helemaal naar Dawson te willen fietsen vandaag, maar het begint al te schemeren dus wij hebben er onze twijfels bij. Misschien zien we hem daar vanavond, zeggen we nog als we verder rijden.
Het is bijna donker als we op onze camping aankomen. De camping is eigenlijk al gesloten voor het seizoen, maar de hekken zijn open en we mogen er gewoon staan. Er zijn prachtige ruime plekken aan de rivier, maar door de vele black flies en muggen die er dit jaar zijn kiezen we ervoor om niet aan het water te gaan staan. Ook op onze plek die iets verder van het water ligt is het buiten bijna niet te houden met alle vliegjes en muggen, dus we gaan gauw Dawson City in.
We lopen in een paar minuten naar de ferry, die ons naar de overkant van de rivier brengt. Vanaf daar lopen we zo het stadje in. Er zijn geen verharde wegen en de historische houten gebouwn hier stammen nog uit de Gold Rush tijd. We wanen ons terug in de tijd als we door de mooie straten wandelen, op weg naar ons restaurant (Klondike Kate's) voor die avond. Na een heerlijke maaltijd én cheesecake na (aanrader!) besluiten we om nog wat te gaan drinken in 'The Pit'. Het blijkt een ouderwetse kroeg te zijn met veel locals. Super grappig om te zien.
We drinken er een biertje, maar houden het dan voor gezien voor de avond.
Tijdens onze wandeling terug naar de camping komen we een fietser tegen. Het is de man die we eerder vandaag al op de Top of the World Highway tegenkwamen! You made it! roepen we. Als hij Engels terugpraat horen we dat hij uit Nederland komt. Ik herken zijn accent en vraag waar in Nederland hij vandaan komt. Hij noemt het dorp waar ik woon. Nou, hoeveel toeval is dat! In de middle of nowhere kom ik een dorpsgenoot tegen! Hij fietst van Anchorage helemaal naar Panama. Een tocht waar hij een paar maanden de tijd voor neemt. We nemen nog een selfie en dan wens ik hem succes op zijn verdere tocht.
Moe maar voldaan stappen we die avond ons bed in. Het was een lange rijdag, maar wat was het mooi. We hebben ontzettend zin in morgen, want er staat vanalles in en rondom Dawson City op ons programma.
Dawson City
Vroeg in de ochtend rijden we onze campers op de ferry en zetten we ze naast het Vistor Center in Dawson City neer. Parkeren is hier gratis en er zijn ruime plekken. Het is weer erg koud, maar daar kunnen we ons prima op kleden. In het Visitor Center warmen we op bij de hete verwarming en kunnen we allemaal even bellen met onze familie thuis, want er is gratis wifi hier.
We beginnen met een stadstour die wordt georganiseerd door Parks Canada. Een mevrouw verkleed in een jurk én hoed van vroeger leidt ons door de stad en vertelt honderduit over de historie van deze plek. De Gold Rush en hoe deze tot stand kwam, maar ook hoe het leven hier was en ze vertelt over bepaalde mensen die belangrijk waren in de geschiedenis. Ze laat ons verschillende oude gebouwen zien, zoals het oude postkantoor, een bank en een saloon. De gebouwen zijn allemaal precies zo hersteld als ze er vroeger uit zagen. Ze laat in de saloon een foto zien van hoe deze er destijds uitziet en de verschillen zijn nauwelijks op te merken.
Na de stadstour hebben we even de tijd om rond te wandelen in het prachtige centrum van Dawson City. We komen uit bij een hip cafeetje (Alchemy Cafe), waar we verwend worden met geweldige koffie en wat lekkers. Even opwarmen en uitrusten. Daarna worden we opgehaald bij het Visitor Center en met een busje en mountainbikes naar een plekje aan Bonanza Creek waar in augustus 1896 voor de eerste keer goud is gevonden. De start van de Klondike Gold Rush! Een mooie plek om onze biketour langs de dredges te beginnen. Onze gids komt oorspronkelijk niet uit Canada, maar is hierheen verhuisd nadat hij verliefd werd op Dawson tijdens een bezoek aan het plaatsje. Hij weet alles te vertellen over de goudkoorts en zo worden we al fietsend steeds wijzer over hoe het hier vroeger geweest moet zijn. We fietsen langs Dedge Number Four, een oude dredge waar je ook in kunt en langs Claim 33, waar we zelf leren hoe we goud scheiden van zand en kiezels.
We fietsen helemaal terug naar het centrum en fietsen ook nog even naar de Cabin waar Jack London (de schrijver van het wereldberoemde The Call Of The Wild) heeft gewoond en fietsen dan weer terug naar onze campers.
Even tanken en dan door naar de camping in de stad (een andere dus dan waar we gisteren stonden). We slapen er op de laatste nacht dat deze camping geopend is en dat er dus faciliteiten als douches etc open zijn. Vanaf deze camping loop je zo het centrum in, een prima ligging maar qua mooie natuur steekt die van gisteren er met kop en schouders bovenuit.
In de avond gaan we lekker uit eten en daarna moeten we er echt aan geloven: de Sour Toe Cocktail moet worden gedronken. Ik had er al van gehoord omdat het een paar jaar geleden eens op televisie is geweest, het is een geamputeerde teen die in een borrel zit. Die moet je kussen en vervolgens doen ze hem in een zelf uitgezochte borrel die je in een keer opdrinkt, waarbij je lippen de teen weer moeten raken. Afschuwelijk, wie verzint zoiets. En wie doet zoiets? Ja, dat dacht ik inderdaad ook. Het is hier echt een begrip en zo'n beetje een must voor iedereen die Dawson City bezoekt.
We bestellen een shotje Yukon Jack Whiskey aan de bar en lopen met gemengde gevoelens naar de Sour Toe capitein. We kijken het tafereel eerst nog even aan bij onze voorgangers en verzamelen wat moed. "Drink it fast, drink it slow, kiss the toe" zegt ze en voor ik het weet kus ik de teen en heb ik de borrel op. Gatverdamme! Maar als bewijs voor het thuisfront krijg ik een heus certificaat met mijn naam erop.
Om te vieren dat we het allemaal overleefd hebben met de geamputeerde teen gaan we nog wat drinken. We komen uiteindelijk bij de hipste bar van Dawson City én voormalig bordeel: Bombay Peggy's. Het is een gezellig, klein, donker en druk barretje met vooral locals. Al snel raken we aan de praat met een groepje. Weer treffen we mensen die niet oorspronkelijk uit de Yukon komen (maar uit Zwitserland en Oost-Canada) en hier bewust heen zijn verhuisd omdat ze het hier zo fantastisch vinden. De natuur is overweldigend, de rust die er is, geen grote winkelketens, geen hordes mensen. Ze vertellen dat veel mensen in Dawson City in het zomerseizoen zoveel mogelijk werken (2 of 3 banen tegelijk zijn heel normaal!), zodat ze in de winter kunnen reizen. De mensen die hier in de winter wel blijven hebben elkaar dan ook echt nodig. Kom je hier net wonen dan word je, volgens hen, echt in de community opgenomen. Daardoor voelt iedereen die er woont als familie, zeggen ze.
Het is ontzettend gezellig, maar rond 2 uur besluiten we toch terug te gaan naar onze camper (inmiddels ligt de rest van de groep al lang op een oor), want we zijn toch wel moe en morgen moeten we er weer vroeg uit.
Tombstone Territorial Park
Veel koffie, dat heb ik nodig deze morgen. Na de korte nacht moet ik net wat langer wakker worden dan normaal. We wisselen vandaag van camper en rijden in de Truck naar Tombstone Territorial Park. Ik vind het leuk om ook eens te zien hoe zo'n camper rijdt. Meteen al ben ik blij verrast. Het voelt meer als een super luxe auto dan een camper.
We stoppen eerst nog even bij The Dome, een mooi uitkijkpunt over de stad. Normaal gesproken dan, want door de rook van de vele bosbranden die er op dit moment zijn zien we bijna geen hand voor ogen. Super jammer, maar het is zoals het is. We rijden verder en komen bij het beginpunt van de Dempster Highway zowaar wéér de fietser uit mijn dorp tegen!
De Dempster Highway is een 740 kilometer lange gravel weg en een begrip onder de avontuurlijke reizigers. Er zijn geen services (eten/drinken/tankstations, etc) langs de Dempster dus we zorgen dat we helemaal zijn voorbereid als we eraan beginnen. Het voelt als een nieuw avontuur als we het bruggetje over rijden, de gravel op. Van al verlaten gebied gaan we naar een nóg verlatener gebied.
Onderweg hebben we nog steeds geen telefoonbereik gehad, behalve op de eerste camperdag bij Kluane. Het contact met de buitenwereld is dus nihil en we krijgen niets mee van het nieuws. We zitten echt in onze Yukon bubbel. Een heerlijk gevoel.
Tombstone Territorial Park wordt ook wel het Patagonië van het noorden genoemd. Het is een toendra gebied, waardoor de vegetatie anders is dan dat we in de vorige dagen gezien hebben. Begin september kleuren de planten hier dieprood. Nu wij er zijn, tegen het eind van september, is alles een diepe okergele/goudbruine kleur. Schitterend! Hobbelend en genietend van het uitzicht over bergen en glooiende heuvels rijden we over de Dempster Highway tot aan het Visitor Center van Tombstone Territorial Park. Hier heeft de ranger verse kruidenthee op het vuur staan en warmen we even lekker op. Ze vertelt ons meteen welke wandelingen we het beste kunnen maken in de korte tijd dat we hier hebben. We besluiten meteen een wandeling te maken, want we hebben nog even tijd voor het avondeten. We kiezen voor de Goldensides hike, wat een prachtige wandeling door de okergele bergen blijkt met onderweg verbluffende uitzichten. Een goede keus dus!
Nu rijden we door naar onze camping en gaan we lekker barbecueën!
Onze campingplek die wij hebben uitgekozen ligt recht aan een ruig riviertje en is beschut door planten en bomen. Een super plek. Er zijn ook plaatsen die uitkijken over de bergen van Tombstone, ook ontzettend mooi.
Carmacks
We beginnen de dag met een korte wandeling van ongeveer een uurtje vanaf de camping langs de rivier. Zo worden we helemaal wakker en kunnen we de lange rit die vandaag op het programma staat helemaal aan.
Vandaag is het voornamelijk een rijdag. We rijden richting Carmacks. We stoppen af en toe onderweg, niet te vaak want dit is het gebied waar de bosbranden zo hevig zijn en er worden zelfs mensen geëvacueerd.
We slapen op een sprookjesachtige camping midden in het bos met ontzettend veel eekhoorntjes. Je ziet ze werkelijk overal in de bomen klimmen en in de bossen rennen.
Ook deze camping is officiëel dicht, maar we mogen er gewoon staan. Er is alleen geen water en het afval wordt niet meer opgehaald.
De camping ligt aan een meertje en er is een steiger waar we even op lopen en genieten van het prachtige stille meer en de bossen eromheen. Een idyllische plek die recht uit een filmset lijkt te komen.
In de avond genieten we weer van een lekkere barbecuemaaltijd en daarna van een kampvuurtje met uitkijk op het water.
Camping: Tatchun Creek Campground, net voor Carmacks
Whitehorse
Weer starten we de dag met een wandeling bij de nabijgelegen Five Finger Rapids. We lopen wat lijkt als honderden traptreden omlaag (argh, naar beneden gaat weer, maar we moeten ook weer omhoog bedenk ik me), over een bospaadje naar een uitkijkpunt over waar de rivier buigt. Dit was vroeger voor de mensen die op zelfgemaakte vlotten en boten naar Dawson City vaarden een spannende plek, want er liggen enorme rotseilanden in het water en daar botste men gemakkelijk tegenaan.
Het is een erg mooi fotomomentje en we nemen het uitzicht even rustig in ons op voor we teruglopen naar boven, waar de campers staan. De volgende stop is Braeburn. Het is niet te missen, langs de weg ligt hier een cafeetje waar een oude meneer die me ontzettend aan de kerstman doet denken (fors gebouwd, witte baard, vriendelijke uitstraling) de lekkerste Cinnamon Buns maakt van de hele Yukon. Nou dat moeten we meemaken! Het cafeetje zelf stelt niets voor, maar toch is het een bijzondere plek. De Cinnamon Buns liggen op de balie en ze zijn gigantisch. We delen er met vier personen één. Wat zijn ze heerlijk!
Het ontbijt dat de mensen aan het tafeltje naast ons aan het wegwerken zijn ziet er ook heel goed uit! Ik houd het bij nog een plakje cake en een blikje cola voor onderweg (want in de Yukon moet je elke gelegenheid waar je onderweg iets van eten of drinken kunt kopen een beetje aangrijpen, het zijn er namelijk niet zoveel).
We mogen onze campers in de middag bij Fraserway inleveren (normaal gesproken is dat altijd in de ochtend) dus we rijden naar het Fraserway kantoor en nemen met pijn in ons hart afscheid van onze campers. Dit deel van de reis zit erop, wat was het een mooi avontuur.
We checken in in ons hotel en hebben dan nog even de tijd om door de stad te wandelen. Die gebruik ik om wat cadeautjes te scoren voor thuis én een grote koffie te halen bij de Starbucks (dit is de enige plek waar ik ketenrestaurants heb gezien in de Yukon).
In de avond eten we bij een hip restaurant en drinken we speciaalbiertjes. Super gezellig!
Hotel: Coast High Country Inn, Whitehorse
Whitehorse
De allerlaatste dag in de Yukon. Met gemengde gevoelens sta ik op, want het is alweer bijna tijd om naar huis te gaan. Maar nog even niet. Nog even kan ik genieten van deze plek van overweldigende natuur en heerlijke rust.
We worden na een fantastisch ontbijt in het hotel opgehaald door Who What Where tours. Er staat vandaag een tour door het Southern Lakes gebied op de planning. Al eerder hebben we van verschillende Yukonners gehoord dat dit gebied ontzettend mooi is, dus ik heb er veel zin in.
Als eerste stoppen we bij het prachtige Emerald Lake. Een groot azuurblauw meer, omringd door hoge bergtoppen. Het uitzicht vanaf de parkeerplaats naast de weg is fantastisch en ik maak er mooie panoramafoto's. De volgende stop is vlakbij: de kleinste woestijn ter wereld. Je zou het niet verwachten in de Yukon! De zon komt achter de bergen uit terwijl ik een stukje over het woestijnzand wandel. Wat een bijzondere plek. Daarna volgt nóg zo'n mooi meer, we stoppen bij Bove Island Scenic Viewpoint om het prachtige uitzicht in ons op te nemen. Het gebied waar we doorheen rijden heeft erg veel grote meren. Je rijdt vrijwel altijd wel langs of over het water óf bent er vlakbij.
We rijden naar Carcross, een apart klein plaatsje aan een brede rivier. We halen er koffie in het hippe koffietentje dat je hier compleet niet zo verwachten en wandelen door het toeristische centrumpje. Er zijn leuke boetiekjes, speciaal aangelegd voor de toeristen die er komen. Er is een oude rode spoorwegbrug die regelrecht uit een schilderij zou kunnen komen. Er ligt een strandje bij met een oud bootje, het geheel zorgt voor een perfect plaatje dus ik maak er een heleboel mooie foto's.
We sluiten de dag af met een kanotocht over de Yukon River door de schitterende Miles Canyon. We hebben Miles Canyon op de eerste dag in Whitehorse al van bovenaf gezien, maar gaan er nu dus doorheen varen. Het water stroomt niet zo snel (al leek het van bovenaf wel zo te zijn), dus het tripje is prima te doen, ook als je (net als ik) iets minder sportief bent. Een prachtige tocht en ik ben blij dat we dit nog meemaken voor we morgen naar huis gaan.
We eten die laatste avond in The Deck, het restaurant van het hotel. Morgenvroeg moeten we er om 5.00 uur uit, dus het wordt niet laat.
Whitehorse - Vancouver - Amsterdam
Het is 5.00 uur als mijn wekker gaat. Ik ben vannacht nog een paar keer wakker geworden want vanuit mijn bed kijk ik uit op een groot raam waardoor ik theoretisch gezien het Noorderlicht zou kunnen zien. Ik denk dat de 'vervuiling' van het licht vanaf de grond hier te groot is, waardoor ik het vannacht helaas ook niet heb gezien. Super jammer, want het staat echt bovenaan mijn bucketlist en we hebben van verschillende Yukonners gehoord dat het Noorderlicht wél te zien was tijdens ons bezoek. Goede reden/smoes voor mij om nog eens terug te gaan!
Met een busje worden we naar de luchthaven gebracht en weer worden we door de Air North medewerkers super vriendelijk geholpen. Onze vlucht naar Vancouver verloopt vlotjes en we komen ruim op tijd aan. Ik wil heel graag een indruk krijgen van de stad en dat kan ook, want we vliegen vanavond pas verder naar Nederland dus hebben ruim de tijd.
We brengen onze bagage naar de luggage storage en nemen de trein naar de stad. Het duurt ongeveer een uurtje voordat we bij Canada Place zijn. Een prima manier om naar de stad te komen én voordelig (je betaalt maar een paar dollar). Om zoveel mogelijk te zien in korte tijd wil ik gebruik maken van de Hop On Hop Off tour van Gray Line. Ik kies voor de Garden Route, op aanraden van de medewerkers. Deze route gaat helemaal door Stanley Park en stopt op veel belangrijke punten in de stad. Ik wou dat ik de tijd had om hier en daar uit te stappen, vooral in Stanley Park. Wat een prachtig park met grote oeroude bomen en een niet te evenaren uitzicht op de skyline van Vancouver. Verder springt Gastown er qua sfeer bij mij echt uit. Dit is een historisch deel van de stad met erg mooie oude stenen gebouwen, natuurlijk de stoomklok en gezellige restaurantjes en winkels.
Na twee uur in de tourbus stappen we uit bij de Gastown stop en wandelen een klein stukje terug naar Canada Place. Hier nemen we de trein naar de luchthaven. We komen er precies op tijd aan om in te checken voor de tweede vlucht naar Amsterdam.
De reis is dan echt afgelopen. Ik ben erg dankbaar dat ik dit gebied heb kunnen leren kennen. Mijn conclusie? De Yukon is een schitterend ruig, ongerept gebied, puur natuur en uitgestrekte wildernis. Doordat het zo verlaten is is het niet een bestemming voor iedereen. Maar houd je van rust, stilte en wil je weg van het massatoerisme dan is dit jouw bestemming. De Yukon is voor de avonturiers, de buitenmensen, de wandelaars, de natuurliefhebbers, de pure levensgenieters. De Yukon is écht 'Larger than Life'.