Camper ophalen
Vandaag worden we weer om vier uur wakker. Gelukkig vallen we ook weer snel in slaap en we staan uiteindelijk om half acht op. We worden in een busje naar onze camperverhuurder Fraserway gebracht. Daar is alles perfect geregeld. We hoeven alleen een paar handtekeningen te zetten, een ‘cursus’ campergebruik van een half uur door de Duitse Michelle te volgen en we kunnen vertrekken. Onze camper komt zo uit de fabriek; er staat pas 450 km op de teller! Rond twaalven rijden we richting de veerboot naar Vancouver Island.
Het rijden in Canada is een verademing. Bumperkleven en afsnijden kennen ze hier niet. Om 12.59 uur komen we aan bij de veerboot, die om 13.00 uur vertrekt. We zijn de laatste auto die nog mee mag! Mazzel!!! Anderhalf uur later rijden we het eiland op. We gaan verder naar Victoria, waar we even een snelle tour langs alle bezienswaardigheden willen maken om er daarna ergens te kamperen. In het boekje lezen we dat Victoria de droogste plek van Canada is, maar alle regen die er in een jaar valt komt vandaag waarschijnlijk naar beneden. Na een minuut of drie eindigt onze wandeling door Victoria! We besluiten alvast een stukje naar het noorden te rijden en vinden, na een korte tussenstop bij supermarkt en beer&wine-store, een prachtige camping in het Goldstream Provincial Park. Onze eerste buren staan op een meter of 50 afstand. Wat een rust! We zien hier ook onze eerste ‘wildlife’: twee eekhoorns en een naaktstlak die in Nederland voor slang zou doorgaan.
Vancouver Island
Om half acht ’s ochtend maken we een korte wandeling door het park. Hier zien we meteen hoe ruig en onaangetast de natuur is. Bomen die zo hoog zijn dat je de top amper ziet, watervallen, rotsen… geweldige plek voor een ochtendwandeling! We rijden later in de ochtend verder noordwaarts naar Port Alberni. Hier bezoeken we de Stamp Falls, waar een enorme vistrap is gemaakt voor de miljoenen zalmen die hier ieder jaar komen om eitjes te leggen en te sterven.
Hierna rijden we naar de camping aan het Sproat Lake, waarop het grootste blusvliegtuig ter wereld ligt. We kopen bij de parkwachter wat hout en leren van onze Australische buurman hoe je een vuurtje moet maken. Om tien uur duiken we in bed.
Vancouver Island
Vandaag rijden we naar Tofino en het aangrenzende Pacific Rim National Park. Na een paar stappen in de Pacific Ocean maken we twee wandelingen van een kilometerdoorhet regenwoud. Het bos is een ondoordringbaar woud van (omgevallen) bomen, varens en kleine waterstromen. Overal waar we kijken zien we sporen van zwarte beren en/of poema’s zoals afgekloven bomen en platgelopen varens. We zijn in bear-country!
In de middag maken we vanuit Tofino een Whale-Watch-Tour. We blijken de enige klanten te zijn en krijgen dus een ‘private-tour’. Met zijn tweeën in de supersnelle Zodiac-boot! Onze stuurman is een lokale indiaan die ons trots langs zijn geboorteplaats vaart en bold-eagles laat zien (inclusief nest), evenals zeeotters, zeehonden en zeeleeuwen. Het hoogtepunt van de tour is natuurlijk het zien van de Grey Whales. We krijgen een volwassen exemplaar te zien, en een moeder met een baby-walvis. Een schitterend tafereel, zeker met zijn tweetjes! De indiaan neemt uitgebreid de tijd om ons alle details over alle dieren in de oceaan bij te brengen. Op de terugweg varen we langs de mooiste plekjes rond Tofino. Al met al een niet te vergeten belevenis.
’s Avonds vinden we een camping met full-hook-up (water, stroom en dump van afvalwater) en wifi. Hier maken we de balans op van onze eerste paar dagen. We komen tot de conclusie dat de vakantie eigenlijk nu al geslaagd is. En dan moeten de Rocky Mountains nog komen! Ergens hopen we ook nog beren te zien; ergens ook niet…
Vancouver Island
Vandaag vertrekken we vroeg van de camping. Al om acht uur lopen we steil omhoog naar een uitkijkpunt dat tijdens de koude oorlog werd gebruikt als verdedigingsbolwerk. Best spannend om in een verlaten deel van het eiland op een verlaten weg te lopen zo vroeg in de morgen. Het lijkt alsof we alleen op de wereld zijn en klappen dan ook veelvuldig in onze handen om eventuele beren op onze komst te attenderen. Na een paar kilometer steil omhoog komen we aan bij het uitkijkpunt. Helaas kunnen we door de dichte mist niet eens de rand van de berg zien, en van het verdedigingsbolwerk rest nog slechts een gat in de grond. We verbeelden ons dat daar ooit een zendmast heeft gestaan en beginnen aan de afdaling.
We maken verderop nog een wandeling door het bos naar een indianenreservaat en later over Long Beach: hét surfparadijs van Canada. Hierna rijden we door naar Cathedral Grove waar we bomen zien die met een omtrek van meer dan negen meter ruim dikker zijn dan mijn buik.
Na een korte wandeling bezoeken we de Qualicum-watervallen en rijden we door Coombs, dat bekend staat om zijn goats-on-the-roof. Meer dan dat is het ook niet. Op de camping in Parksville, aan de andere kant van het eiland, zitten we nog even lekker in de zon op het strand en maken we een vuurtje.
t/m 7- Birkenhead Lake
Om acht uur rijden we weg om zo de ferry van negen uur naar het vaste land te nemen. Helaas blijkt die bij aankomst om half negen te zijn vertrokken. Er zit niets anders op dan uitgebreid te ontbijten en te wachten op de boot van kwart voor elf. Om twaalf uur komen we aan in Horseshoe Bay en we rijden in één ruk door naar Birkenhead Lake Provincial Park waar we het May Long Weekend zullen doorbrengen; een soort onafhankelijksweekend. Het laatste stuk van de route is 17 kilometer over gravel-wegen. Een behoorlijke test voor onze camper. Eenmaal op de camping worden we op alle mogelijke manieren gewaarschuwd voor de aanwezigheid en gevaren van beren. De boswachter vertelt ons dat er nog deze week een zwarte beer op bezoek is geweest op de camping. Helaas zien wij er het hele weekend geen één.
18 mei
We hebben besloten dat we dit weekend alleen boodschappen doen en wandelen. Het eerste doen we vandaag in combinatie met een bezoek aan de Nairn Falls, het wandelen bewaren we tot morgen.
19 mei
Tijdens de wandeling die we maken moeten we 180 hoogtemeters overbruggen, maar het eindpunt is dan wel de Goat-Lookout. Het bord aan het begin van de route belooft een fenomenaal uitzicht op een kudde berggeiten waarvan we er, na een behoorlijk pittige wandeling, welgeteld nul zien. Het uitzicht is onverminderd schitterend. ’s Middags lezen we een boek, doen een dutje en maken een vuurtje. Heerlijk rustig weekend zo. Als troost voor alle gemiste wildlife zie ik nog wel een hert een sprintje over de camping trekken!
Wells Gray Provincial National Park
Om zeven uur vertrekken we naar Wells Grey Provincial Park. We moeten vandaag een lang stuk rijden (400 km, wat op deze wegen heel lang is met een gemiddelde van rond de 60 km per uur). Vlak buiten de camping zien we een overstekend hert. We verbazen ons onderweg over de enorme kale bergen en dalen. Het lijkt hier eerder op Oklahoma of Texas dan op Canada. Hoe dichter bij Wells Grey, des te groener het landschap weer wordt. We zoeken een camping met Full-Hook-Up bij de ingang van het park waar we voor het eerst sinds dagen weer bereik hebben met onze mobiele telefoons. Bovendien heeft de camping heerlijke douches en wifi! Ik lees het laatste Feyenoord-nieuws, schrijf een stukje voor de site en plaats enkele foto’s, Hanneke bekijkt het laatste Nederlandse nieuws en komt tot de conclusie dat we weinig hebben gemist. Daarnaast ontvang ik berichten dat het niet mogelijk is om een reactie te plaatsen op de site. Ik kan zo snel niet achterhalen waar dat aan ligt, maar ik weet dat de verhalen worden gelezen.
Morgen rijden we het park in, waar we een nachtje zullen doorbrengen. Overmorgen rijden we naar de Rocky Mountains.
21 mei
We beginnen de dag met een ochtendwandeling aan het begin van het Wells Gray Provincial Park, een park van 5200 vierkante kilometer groot. We lopen door dichtbegroeid bos op een paadje vol berenpoep. We zijn toch wel een beetje zenuwachtig, maar troosten ons aan de gedachte dat volgens de boswachter slechts 1% van alle bezoekers van het park een beer te zien krijgt. We overleven de wandeling, die ons langs een meer leidt dat zo sprookjesachtig mooi is dat het lijkt alsof er nog nooit een mens is geweest. Eenmaal terug bij de camper besluiten we de weg waar we de wandeling zijn begonnen verder omhoog te rijden naar een uitkijkpunt. Na 200 meter zien we een camper stilstaan op de weg. Zodra hij ons ziet aankomen rijdt hij verder. Bij aankomst bij het uitkijkpunt vertelt de Duitse bestuurder van de andere camper ons dat er een zwarte beer met drie jonkies (cubs) de weg was overgestoken, net voordat wij de hoek om kwamen. Jammer! Hoewel…ze liepen zo akelig dicht bij waar wij net hebben gewandeld, dat we vooral blij zijn dat we ze niet daar zijn tegengekomen.
We rijden verder het park in en stoppen bij alle watervallen, stroomversnellingen en uitkijkpunten die het park te bieden heeft. Uiteindelijk komen we aan bij de camping. Hier krijgen we enkele tips van een verhuurder van boten en kano’s over mooie wandelingen en plekken waar we wildlife kunnen zien. Hij wijst ons op enkele plekken waar we, wanneer we daar in de schemering naartoe gaan, zeker beren zullen zien (‘or lets say 80%!’). Dit verhaal wordt later bevestigd door de boswachter. Om zeven uur ’s avonds stappen we in de camper en rijden de voorgestelde route. Na een kilometer of acht denkt Hanneke iets te zien op de weg in de verte. Verrek! Een zwarte beer! Enkele seconden later blijkt de beer te worden vergezeld door twee ‘cubs’. Wat een geweldig gezicht! De kleintjes moeten net geboren zijn; ze zijn van het formaat Hannes en Kiki. Wanneer de beren in het bos verdwijnen rijden we verder. We zien nog een paar herten (saai!) en een enorme ‘moose’ (eland). De berenteller staat op 3 en de moose-teller op 1, dus wij zijn dik tevreden met vandaag.
Jasper National Park
Vandaag rijden we van Wells Gray naar Mount Robson Provincial Park, zo’n 400 km rijden. We schatten dat dit op de Canadese wegen (slingeren en klimmen) een hele dag in beslag zal nemen. Gelukkig blijk je over de gehele route 100 te kunnen rijden, dus om 13.30 uur zijn we al bij Mount Robson, met 4 km de hoogste berg van de Rockies. Meer dan dit blijkt het park ook niet te zijn. We besluiten alvast door te rijden naar Jasper National Park. Na een bezoek aan het bezoekerscentrum aldaar zijn we blij met deze beslissing, want er is hier veel te zien en te doen. Helaas heeft Hanneke twee enorme blaren op haar rechterhak die lopen met schoenen bijna onmogelijk maken. Hopelijk gaat dat morgen beter.
23 mei
Nadat we heerlijk hebben uitgeslapen gaan we op zoek naar een ‘drugstore’ voor een oplossing voor het blaren-probleem. We kopen zalf, gaasjes en tape en hopen op het beste. Tijdens de rit naar Maligne Lake zien we in de verte een enorme zwarte beer. Helaas loopt hij net een bos in, dus we zien hem alleen van veraf en kunnen er geen foto’s van maken. Maar… de berenteller staat op vier! Na een korte podotherapeutische behandeling maken we een wandeling rond het meer. (De hak van) Hanneke houdt het goed vol, dus we maken nog een wandeling door de Maligne Canyon. We besluiten het hierbij te laten voor vandaag wat wandelen betreft .
We rijden nog langs enkele bezienswaardigheden en de slijter en keren terug naar de camping. Tijdens deze tour zien we een kudde berggeiten en een heleboel rendieren (elks), die zich opmerkelijk genoeg niets lijken aan te trekken van welke menselijke activiteit dan ook. Terwijl ik ’s avonds dit dagboek bijhoudt ziet Hanneke vanuit haar ooghoek iets lopen. Hoewel we het dier duidelijk kunnen zien, komen we er niet uit wat het nou is. Te licht en te geel voor een wolf, te groot voor een coyote en een vos. We houden het voorlopig op een coyote.
Banff National Park
Vandaag rijden we van Jasper NP naar Banff NP. Onderweg stoppen we een paar keer voor wandelingen en uitstapjes. De eerste stop is bij de Five Lake Valley, waar we een wandeling maken langs vijf meren die door hun verschillende mineralen en diepten alle vijf een andere kleur hebben. Hanneke heeft deze wandeling acht jaar geleden al eens gemaakt en hoewel ze niet meer precies weet hoe de meren er uitzien weet ze wel dat het de moeite waard moet zijn. Dat blijkt inderdaad zo te zijn. Het ene meer is nog mooier dan het andere, en het is onwerkelijk om op het ene moment langs een felgroen meer, 50 meter verder langs een helderblauw meer (bounty-eiland-stijl) en weer 50 meter verder langs een geel-bruin meer te lopen.
We rijden verder zuidwaarts door de steeds intensievere regen. Dit weerhoudt ons er niet van nog te stoppen bij twee watervallen. Uiteindelijk gaat de regen over in sneeuw en hoe hoger we de bergen in rijden hoe meer sneeuw er ook langs de weg blijft liggen. Voor we het weten ligt er aan weerszijden van de weg een dikke meter sneeuw. We begrijpen nu waarom de weg waarop we rijden de Icefields Parkway heet!
We stoppen bij het Columbia Icefield waar we met een enorme bus met gigantische tractorbanden de gletsjer op zullen gaan. Helaas zitten we ook op de gletsjer in een soort sneeuwstorm, dus behalve de ijsvloer die bedekt is met een laag sneeuw zien we weinig van de gletsjer. Gelukkig is onze gids Rex een enorme clown, zodat we ons prima vermaken.
We rijden verder naar Lake Louise (de plaats) waar we de nacht zullen doorbrengen. Door alle sneeuw, bewolking en mist zien we helaas weinig meer dan de weg waarop we rijden.
Yoho National Park
We stonden vannacht langs dé spoorverbinding tussen Calgary en Vancouver. Naast de camping is een oversteekplaats, hetgeen de machinisten ertoe dwingt heel hard te toeteren precies op het moment dat zij de camping passeren. Desondanks hebben we prima geslapen. Na een bezoek aan het bezoekerscentrum besluiten we vandaag het Yoho NP te bezoeken. Daar moet het ook met het aanhoudende slechte weer mooi zijn. Morgen wordt het in Lake Louise beter weer.
In Yoho maken we eerst een wandeling waarbij we 2,4 km lopen voor een prachtige waterval waar de gehele Kicking Horse River (vernoemd naar de ontdekker van het gebied die tijdens zijn missie herhaaldelijk door zijn paard werd geschopt) in een keer 20 meter naar beneden valt. Indrukwekkend!
Daarna bezoeken we de Natural Bridge, een waterval die onder de rotsen stroomt, Emerald Lake en de bijbehorende watervallen. Het pad naar de waterval is slechts 800 meter lang, dus ik houd mijn sneakers aan. Al na 100 meter ga ik bijna onderuit door de gladde modder, waarbij mijn voorheen witte schoenen in een klap bruin zijn. Ik had er bovendien niet aan gedacht dat we in die 800 meter wandelen ook 180 hoogtemeters moeten overwinnen; een stijgingspercentage van 20%. De waterval blijkt als klap op de vuurpijl in vergelijking met de watervallen die we hier gewend zijn niet meer dan een pisstraaltje te zijn. Ik ben even niet te genieten!
Na een korte stop bij de Spiral Tunnels, een letterlijke 8-baan voor treinen, rijden we weer richting Lake Louise. Na enkele minuten zien we langs de weg een paar auto’s staan: een bear-jam!!! En ja hoor, langs de weg, midden op het spoor, loopt een grote zwarte beer! Bij het zien van zo’n enorm beest begrijpen we ineens alle waarschuwingen: hier moet je geen ruzie mee maken. We volgens twee auto’s die even verderop bij een spoorwegovergang de beer ‘opwachten’. Het duurt een uur, maar dan is ‘ie toch wel heel erg dichtbij. Als de beer zo’n 30 meter van de overweg is komt er een trein aan. De beer erkent op het allerlaatste moment zijn meerdere in de toeterende trein en gaat op zijn dooie gemak van het spoor. Na vijf minuten vervolgd hij zijn weg over het spoor alsof er niets is gebeurd. Hij passeert onze camper op een meter of vijftien afstand. Geweldig om te zien. Als we verder rijden richting Lake Louise zien we in de berm ook nog een grizzly-beer! Aangezien we hier zeventig rijden en er geen plek is om te stoppen verliezen we onze eerste grizzly weer snel uit het oog. Maar… de berenteller staat op 6!
Lake Louise
Vandaag bezoeken we Lake Moraine, dat we kennen van prachtige plaatjes in onze Canadaboeken. Het meer is nog bedekt met een dikke laag ijs en sneeuw, dus van de mooie blauwe kleur zien we helaas niets terug. Toch is het een prachtige omgeving. We rijden ’s middags naar Lake Louise (het meer), dat al wel helemaal is ontdooit. Hoewel het meer en de bergen erachter prachtig zijn is het door de busladingen Japanners, Chinezen en Duitsers niet wat we hadden gehoopt. Bovendien is er pal naast het meer een enorm Efteling-kasteel gebouwd.We besluiten daarom een wandeling te maken naar de 400 meter hoger gelegen Agnes Lake en Mirror Lake, waar een theehuis moet staan.
Het wordt een tocht door sneeuw van een meter dik. Wel leuk, maar ook heel erg zwaar. Bij aankomst op de top blijkt het theehuis te zijn gesloten! Het uitzicht is evenwel schitterend. We maken een paar foto’s en glijden/skien/schaatsen/lopen naar beneden en halen in het plaatsje nog een enorme donut en kaneelkoek/-taart. In de coffeeshop waar we dit doen hangen grote tv’s die beelden vertonen van de dieren die in deze omgeving voorkomen. Daarbij komt een wolf in beeld die exact lijkt op het beest dat wij eerder niet konden definiëren (zie 23 mei). We wisten niet dat er wolven bestonden in de kleur van een Golden Retreiver. We hebben dus met terugwerkende kracht ook een wolf gezien.
Banff National Park
Vandaag slapen we weer eens lekker uit. Als we wakker worden blijkt het tegen de verwachtingen in best mooi weer te zijn, dus we besluiten vandaag met de Banff Gondola naar het hoogste punt in de omgeving te gaan. Eenmaal boven blijkt er weinig te doen. Er is alleen een horeca-gebouwtje en een wandeling naar een weerstation. Als we besluiten naar het weerstation te lopen begint het opeens heel hard te hagelen. Geen goed idee dus! In plaats daarvan nemen we in het restaurantje een Beef Panini en gaan weer naar beneden.
In dit weer is er van uitzicht ook niet echt sprake. ’s Middags gaan we de plaatselijke winkeltjes langs en zoeken we de Starbucks op voor gratis internet. Helaas lukt het hier steeds niet om foto’s op de site te zetten, dus jullie zullen moeten wachten tot we weer terug zijn (of misschien als we vrijdag op het vliegveld in Calgary zijn). Op weg naar de auto koop ik nog een nieuwe multifunctionele jas die van €240,- naar €120,- is afgeprijsd J.
Banff National Park
Vandaag maken we een lange wandeling, iets waar Hanneke ondanks haar (steeds beter wordende) blaren heeeeel erg naar uitkijkt. Het is een wandeling door de Johnston Canyon: eerst langs de Lower Falls, dan de Upper Falls en uiteindelijk naar de Ink Pots, een vijftal natuurlijke bronnen die ieder een andere kleur hebben. Vandaar lopen we dezelfde route terug.
Hoewel de tweemaal 5,9 kilometer niet heel indrukwekkend klinkt is de wandeling behoorlijk pittig, niet in de laatste plaats door de enorme hoogteverschillen hier. Volgens het kaartje overwinnen we 218 meter hoogteverschil, maar dat doen we uiteindelijk wel meerdere keren. Het blijkt allemaal zeer de moeite waard: de bronnen zelf zijn niet eens zo spectaculair, maar de omgeving waarin ze ontspringen is een lust voor het oog. Na de wandeling besluiten we op de camping van de zon en een paar biertjes te genieten, hierbij vergezeld door een veel te groot kampvuur
Calgary
Vandaag is al weer de laatste volle dag in Canada. We beginnen de dag in de Starbucks, waar we uitzoeken wanneer we kunnen inchecken, waar we kunnen printen en hoe het weer in Nederland is. Ik werk het dagboek nog voor de laatste keer bij. Hierna zullen we nog een paar korte wandelingetjes maken en dan moeten we helaas alweer gaan inpakken.
Hoewel het een eeuwigheid geleden lijkt dat we in Vancouver waren is de tijd ook voorbij gevlogen. Het lijkt wel een lang weekend in plaats van drie volle weken. Vanavond sluiten we af met een gigantisch Noord-Amerikaans eetfestijn met burgers voor mij en voor Hanneke een onmetelijk bord nacho’s with cheese.