Na een bijna jaar aan voorbereidingen is het vertrek daar. Hup naar Schiphol!

Met de trein is het een snelle en vooral relaxte manier van reizen en tegenwoordig kun je vaak een dagkaart kopen voor gemiddeld 15-20 euro per persoon. Dit kan interessant zijn voor als je niet dichtbij Schiphol woont.

Air Transat is een airline die goed herkenbaar is in Terminal 3. Zorg er wel voor dat je op tijd op Schiphol bent, omdat het in de zomer maanden (ook al in juni) druk is. De officiële inchecktijd is 3 uur vooraf. Air Transat biedt de mogelijkheid om een Option Plus pakket bij te boeken. Hiermee heb je voorrang bij het inchecken (een aparte balie), je mag 10 kilo meer bagage meenemen p.p., je hebt voorrang om het vliegtuig in te gaan en je bagage krijgt een mooi oranje label met pritority erop. Tijdens de vlucht krijg je een pakketje met een dekentje, oog maskertje, etc. Drankjes en snacks zijn inbegrepen. Het meest belangrijke is dat je ervoor kunt kiezen om een stoel reservering te maken. Je hebt keuze uit 3 stoelen naast elkaar of 2 stoelen naast elkaar. Een aanrader is om twee stoelen naast elkaar te nemen. De ruimte aan boord is prima in een rij van 3 stoelen, maar met zijn tweetjes naast elkaar is toch ook wel fijn. Voor de mensen die wel echt meer been ruimte willen, dat kan ook. De kosten verschillen wel per stoel. De gehele vlucht duurt ongeveer 9 uur en verloopt goed. In Vancouver moet je net als in de VS eerst door de douane. Let erop dat hier altijd een rij staat, dus dat het wat tijd kan kosten. Paspoorten gecontroleerd en het formulier (wat je in het vliegtuig ontvangt en moet invullen) is gestempeld, en voila, daar zijn we dan officieel in Vancouver aangekomen.

Je kunt ervoor kiezen om met de metro naar de stad te gaan. Direct tegenover de aankomsthal is een roltrap naar boven waarvandaan de Canada Line vertrekt naar de stad. Je kunt er ook voor kiezen om met een airport shuttlebus naar je hotel te gaan. Deze verzamelen altijd bij een bushokje ook tegenover de aankomsthal. De busjes zijn bijna altijd inclusief bij een airporthotel en rijden iedere 20 minuten ongeveer. Een andere manier is om een auto te huren en zelf te rijden. Het ophalen van de auto is ook tegenover de aankomst hal, in een parkeergarage. Je kunt er lopend naartoe. De auto ophalen bij Alamo ‘rent a car’ verloopt soepel en snel. De categorie Full Size blijkt een mooie Dodge Charger te zijn. Geweldig voor de mannen onder ons. De eindbestemming van de dag is het Accent Inn Airport hotel nabij de luchthaven. Het is een mooi hotel met veel bloemen rondom het hotel. Er is een restaurant, gratis parkeren voor de kamer en gratis WIFI is inclusief.

Overnachting: Accent Inn Aiport hotel
CAD$ 100,- per kamer per nacht

Whalewatching vanuit Vancouver wordt niet snel gedaan. De twee meest bekende plaatsen zijn Tofino en Victoria op Vancouver Island. Als je geen tijd hebt om het eiland te bezoeken dan is Vancouver zeker een goede optie. Vanuit het hotel is het ongeveer 20 minuten rijden naar een klein dorpje in de omgeving van de luchthaven. Voor toeristen is het nog vrij onbekend, maar daarom juist heel charmant.

Steveston heet het dorpje en het is een kleine gemeenschap op zich zelf. Een prachtige kleine haven met een houten pier voor de restaurantjes en winkeltjes. Een straat verderop is een markt aan de gang waar locals handgemaakte producten verkopen. Het bedrijf dat de whale watching aanbiedt is genaamd, Seabreeze adventures.  Vandaag zijn er twee boten met gemiddeld een man of 10-15 aan boord. De boten zijn geen open zodiac´s, maar hebben wel een uitkijk punt boven op het dek. De gehele tocht zal een uurtje of vier-vijf duren. Eerst vaar je een uur of wat naar de open oceaan en dan op zoek naar de walvissen. De grens met de VS wordt gepasseerd op weg naar de San Juan eilanden waar orka´s zouden zijn vandaag. Het is een prachtig gezicht om deze dieren te mogen bekijken. De kleintjes springen zelfs uit het water, snel een foto nemen. Genieten onder een strak blauwe hemel kost geen enkele moeite. Veel te vlug vaart de boot terug, maar dit is absoluut geen saaie tocht. Op de terugreis vaart de boot via andere eilanden met hele mooie huizen erop, maar aan de tocht komt toch een einde. De rest van de dag genieten aan de haven, ergens lekker een hapje eten of gewoon lekker rond struinen, voordat je terug rijdt naar het hotel voor de laatste nacht voorafgaand aan de camper tocht.

Overnachting: Accent Inn Aiport hotel
CAD$ 100,- per kamer per nacht

Vaak kan je pas in de middag een camper ophalen. Je hebt in de ochtend de tijd om lekker te relaxen of om nog iets te gaan doen. Het laatste brengt wel iets meer stress met zich mee, maar dan heb je nog wel iets gedaan of gezien. Bekijk zelf wat je wilt!

De Capilano Suspension Bridge Park is een van de bekende attracties in Noord Vancouver. De rit er naar toe kost wel een driekwartier ongeveer, dwars door Vancouver, Stanley park en je rijdt over de Lions Gate bridge. Het park heeft een hangbrug die 137 meter lang is en 70 meter boven de rivier hangt. In het voorjaar is de rivier vol met water en in het najaar kan deze droog liggen. Als je de overkant hebt bereikt dan is er een mooi bos waar je lekker kunt wandelen. Voor de kids of avontuurlijke heb je ook nog treetop adventure, kleine hangbruggen tussen boomtoppen. Nieuw is een uistekende hangbrug die aan een rotswand is vastgemaakt en waar je ook een wandeling over kunt maken. Het park is geheel in een historisch thema opgesteld en je kunt hier ook veel over de geschiedenis terug vinden. Replica´s van totempalen bijvoorbeeld ook.

Na het bezoek is de tijd gekomen om de camper op te halen. Cruise Canada is de grootste aanbieder van campers in Canada en de VS. Ze zijn gelegen in Delta, een buiten wijk van Vancouver. Overigens liggen bijna alle verhuurders in Delta. Het is druk bij Cruise Canada, maar even wachten op de camper is niet erg. Je wordt op volgorde van binnenkomst geholpen. Het verloopt soepel en is snel afgehandeld.De auto moet alleen nog terug naar de luchthaven. Een van ons rijdt in de camper en de ander er achteraan. Vooraf is het verstandig om een TomTom of een andere navigatie systeem mee te nemen. Dit rijdt wel fijner en makkelijker. Gelukkig verloopt ook het inleveren van de auto voorspoedig.
De afstand naar de camping voor de nacht is niet ver, ongeveer een 40 km. De highway 99, de Sea to Sky Highway, is een van de mooiste wegen om te rijden. Het uitzicht is fenomenaal en je rijdt letterlijk van de zee naar de lucht. Tot aan Squamish (ongeveer) loopt de weg langs de Pacific.

Overnachting: Porteau Cove Provincial Park
CAD$ 40,- electric/water

Wakker worden aan het water is altijd erg bijzonder, maar als dan ook nog de hertjes aan de camper komen is dit een compleet gevoel die het kamperen zo bijzonder maakt!

Vandaag is de afstand minder dan 100 km. De Sea to Sky highway loopt helemaal tot aan Whistler en al gauw merk je dat de bergen komen. De weg gaat langzaam aan omhoog. Na een uurtje of twee rijden arriveer je in dit bergstadje. Whistler is de laatste jaren vooral bekend van de Olympische Winter spelen die hier in 2010 georganiseerd zijn (ook in Vancouver niet te vergeten). In het stadje zie je nog van alles wat hier aan herinnert. In de wintermaanden komen de toeristen vooral om te skiën of snowboarden, maar in de zomermaanden is het vooral een mountainbike paradijs. Het leuke is dat er een autovrij centrum is waar door je verschillende pleinen hebt met appartementen, restaurants, winkels, ski/snowboard verhuur in de winter en fietsverhuur in de zomer. Terrasjes mogen ook niet ontbreken. Je kan ook zelf fietsen huren en rondrijden in de omgeving. Een van de meest bekende routes is naar Lost Lake.

Parkeren is heel gemakkelijk aan de rand van het centrum. Er zijn verschillende, grote parkeerplaatsen, waaronder ook een RV parking voor de camper. Hier is parkeren gratis en het is ongeveer 5 a 10 minuten lopen naar het stadje. Midden in het centrum op een van de pleinen valt de skipiste meteen op. Nu in de zomer is dit een crossbaan voor mountainbikers die van boven naar beneden crossen. De naast gelegen gondel brengt je naar de top van Whistlers Moutain. De naam Peak to Peak Gondola zal je overal tegenkomen. Dit zijn twee aparte gondels die Whistlers Mountain en BlackComb Mountain met elkaar verbinden. Als je de mogelijkheid hebt om dit te doen, doe dit zeker! Het is niet goedkoop (per volwassene CA$ 49,-), maar het zijn twee gondels. De eerste gondel duurt het langst en brengt je naar de top van Whistlers Mountain. In het midden ligt een tussenstation waar in de winter de beginnende skiërs uitstappen, maar schrik niet als er jongeren met een mountainbike uitstappen om vanaf hier naar beneden te crossen. Dan nog verder naar boven, maar het uitzicht wordt steeds mooier en weidser. Op de top ligt nog volop sneeuw. Een jas en goede wandelschoenen is een must. De Olympische ringen staan boven op de top, hier ook als herinnering aan de Spelen.

De tweede gondel verbindt de Whister berg top met de Blackcomb top. Als je naar de lift kijkt dan volgt er eerst een schrik, maar dan neem je toch de gondel. De gondel is namelijk alleen met een kabel verbonden met de andere top. Het uitzicht tijdens deze gondel is overweldigend. Je kijkt 180 graden in de rondte en ziet alleen maar de prachtige bergen waarvan de toppen nog met sneeuw zijn, maar het dal is sneeuw vrij. Adembenemend werkelijk.

Op beide toppen kan je wandelingen maken, maar de sneeuw is nog te hoog voor dit moment. Lekker een kop chocolademelk in het zonnetje en dan terug naar beneden via de dezelfde mooie weg.
Op de camping is het tijd voor de eerste BBQ van deze vakantie, lekker een wijntje en vuurtje, helemaal genieten.

Overnachting: Riverside RV resort
CAD$ 57, fully hook up

Een lange (rij) dag vandaag. Na een kortere dag gisteren is de afstand vandaag flink, 440 km. De eindbestemming is Clearwater. Het is geen aanrader om deze afstand in een keer te rijden. Er zijn mooie plekjes onderweg om te overnachten. Ondanks dit advies is dit een bewuste keuze. Het eerste gedeelte van de weg tot aan Lilloet zal de weg zich langs bergen, door bossen heen kronkelen. Schrik niet van een scherpe bocht of een stijging/daling. Neem de tijd voor dit gedeelte. Lilloet is een van de weinige plaatjes waar je beter niet kunt stoppen. Het is niet onveilig, maar het heeft weinig charme. De omgeving ziet er droog uit en doet aan als een woestijngebied. Een betere stop, voor een lunch of een overnachting is Marble Canyon Provincial Park. Dit ligt op de doorgaande weg aan een prachtig meer. Dit is een provinciale camping met weinig faciliteiten.

De weg vervolgt zich langs Cache Creek (mooi stadje) naar Kamloops. Onderweg is de omgeving nog steeds woestijnachtig met canyons en de bekende Thompson River. Bij deze river (ook bij veel andere) zie je een bord staan met een zalm erop. In september komen de zalmen terug van zee naar hun geboorteplek om eitjes te leggen en te sterven. Daar is deze rivier bekend om. Bij iedere rivier waar dit voorkomt zal je zo’n bordje zien staan.
De wegen worden groter en drukker naar mate Kamloops dichterbij komt. Een van de grootste steden in dit gebied. Vanuit hier kan je alle kanten uit. De stad is ook ideaal om boodschappen te doen. Er is veel keuze in supermarkten. Deze keer de geliefde Wallmart. Tijd voor het laatste stukje route van de dag. Highway 5 loopt in een redelijk rechte lijn naar Clearwater. De naam van de camping zegt het al, Dutch Lake Campground, is gelegen aan het gelijknamige meer. Op deze camping kunnen de kids kijken naar schildpadjes. Je kunt ook gewoon lekker genieten van de ondergaande zon en wederom de barbecue er bij pakken. Morgen is het eerste grote park aan de beurt! Wells Grey provincial park.

Overnachting: Dutch Lake campground
CAD$ 40,- fully hook-up

Clearwater is de toegangsplaats tot het beroemde Wells Grey provincial park. Het park is bekend als spectaculair en een wildernis gebied. Je hebt een mogelijkheid om enerzijds veel actieve activiteiten te ondernemen, maar je kunt ook alleen de prachtige natuur bekijken. Kanoën, raften, kajakken, vlieg vissen of paardrijden, het is allemaal mogelijk. De natuur in dit park bestaat vooral uit canyons en watervallen. Bij de ingang is het visitor centre gevestigd waar altijd informatie beschikbaar is voor toeristen en vaak kan je een praatje maken met de park ranger om zo goed voorbereidt een park te kunnen bezoeken.

Het park heeft maar 1 ingang/uitgang, dus je rijdt sommige stukken dubbel. Dit geeft niet, omdat iedere keer weer nieuwe dingen te zien ontdekken zijn. Het eerste stuk na de ingang zul je nog verbazen over de ingang gaat de weg over in bossen. In deze bossen zijn verschillende stopplekken die via een korte wandeling uitkomen op een waterval of canyon. Het meest bekend zijn de Helmcken Falls die naar beneden stort in de uitgemonde canyon. Een prachtig schouwspel. Als je geluk zie je in de nevel een regenboog. Sta even stil bij deze waterval, want dit aanzicht zul je niet op deze manier meer zien op deze route. Het beste is overigens om of in de ochtend of de namiddag het park te bezoeken om hiermee de drukte en hitte (zomer) te vermijden. Het is natuurlijk ook prachtig om niet op de camping te ontbijten, maar om dit nabij de waterval te doen. Er zijn parkeerplaatsen vlakbij en je kunt via een hele korte wandeling je ontbijt nemen met uitzicht op de waterval.

Een andere bekende waterval is de Dawson Falls. Bij lange na geen hoge waterval, maar een brede. Op een kleine schaal kan je hier de Nigara Falls in Oost Canada in herkennen.
Er zijn ook provinciale campings in het park die op dit moment nog niet allemaal open zijn, maar zullen later open gaan. Ze hebben geen faciliteiten. 

Het park uit rijden gaat dus via dezelfde weg. Nog steeds volg je Highway 5. De route gaat eerst nog langs Murtle Lake waar je heel goed op kunt kanoën. Dit is het grootste meer van Noord Amerika waar alleen kano’s zijn toegestaan. Letterlijk een kano walhalla.

De route loopt verder omhoog naar Mount Robson, maar eerst nog een tussenstop in Blue River. De afstand is ongeveer een 100 km vanaf Clearwater. Het plaatsje Blue River stelt weinig bijzonders voor. Bij het binnen rijden valt direct op dat er heel veel reclame borden staan voor de attractie van dit plaatsje. Op de gelijknamige Blue River kan je een River safari maken van ongeveer een uur. Tijdens deze bijzonder boottocht zoek je langs de oevers naar beren. Meestal zijn hier altijd wel beren te zien.

Een afslag naar rechts, brugje over die overigens niet te missen is, vlaggen van vele Europese landen vormen een soort balustrade, na een bospad kom je dan uit bij de Blue River. Parkeren is geen enkele moeite en er volgt een warm ontvangst. Lang wachten is niet nodig, gemiddeld vertrekt er ieder half uur een boot met een man of 10-15 aan boord. De gids/schipper vraagt waar iedereen vandaan komt en dan varen.

De tocht gaat via de Blue River naar een meer waar aan de oevers beren leven. Dit is onmiddellijk te zien op de bomen waar de beren sporen hebben achter gelaten. Vandaag is het helaas pech. Geen beren te zien, maar dat mag de pret niet drukken. De gids wijst op een adelaars nest in de bomen en de adelaar is aan het jagen. Prachtige foto’s levert dit op. Onderweg is er een korte stop en er volgt een korte wandeling naar de Hidden Falls. Een leuke extra. De gids vindt het erg jammer dat er geen beren gespot zijn en daarom vaart hij een ander stuk van de rivier nog op. Ook hier geen beren...wel is het een zeer indrukwekkende tocht geweest die ruim anderhalf a twee uur heeft geduurd. Normaal is het 60 minuten ongeveer. De gidsen, meiden die bij de balie werken, kortom alle mensen zijn ontzettend aardig en vriendelijk. Ze doen dit uit passie voor de beren en dat hoor je. Een aanrader!

Als je wilt overnachten in het plaatsje, dan kan dat. Vlakbij de hoofdweg is een camping gelegen die prima is voor een nacht.

Je kunt er ook voor kiezen om nog even door te rijden naar Mount Robson. Dit is niet voor iedereen weggelegd, maar kijk hoe laat het is en of je nog zin hebt om te rijden. Anders is het raadzamer om in Blue River te overnachten. Mount Robson Provincal park is nog 110 km en dat is ongeveer een uurtje of twee rijden. Er is maar 1 manier om in Mount Robson te komen en dat is via de Yellowhead highway. Naar de het park toe stijgt de weg en daalt deze. Onderweg is het weer grimmiger geworden en het is gaan regenen. De camping voor de nacht is een provincial park campground, Mount Robson Meadows. Een camping voor een natuur liefhebber, diep in de bossen gelegen, maar biedt geen faciliteiten.

Overnachting: Mount Robson Meadows
CAD$ 25,- geen faciliteiten

Clearwater is de toegangsplaats tot het beroemde Wells Grey provincial park. Het park is Het gezegde na regen komt zonneschijn geldt vandaag nog niet. Mount Robson is de hoogste berg van het gebied, ongeveer 4000 m hoog. Je kunt hele mooie wandelingen maken naar beroemde meadows (bloemen weides), maar door de regen is dit nu niet te doen. In de zomer maanden is de natuur op zijn allermooist en zijn overal bloemen te zien, ook in de bermen van de highway.Op dit moment is de berg zelf is niet goed te zien, de top is gehuld in mist en wolken. Dat maakt het voor nu een bijzondere en mysterieuze berg. Mount Robson PP ligt in British Columbia en Jasper ligt in Alberta. Op de grens ligt de Great Continental Divide (rivieren aan oost gaan oostwaarts en in west gaan westwaarts), maar ook de klok gaat een uur naar voren. Er is een uur tijdsverschil tussen beide provincies.

Jasper National Park is en lang uitgestrekt park waar je het beste vooraf al kunt plannen wat je wilt gaan zien. Het meest bekend in dit park is Maligne Lake en de Maligne Canyon. De weg naar het meer loopt via een indrukwekkende weg langs Medicine Lake voordat je aankomt bij Maligne Lake. Onderweg loop je een grote kans om beren te zien. Houdt de ogen goed open! Let wel goed op dat als je besluit om te stoppen, je het verkeer niet mag belemmeren. Vrachtwagens rijden ook op doorgaande wegen en hebben meer ruimte nodig als een auto of camper. Vaak ben je niet de eerste die een beer ziet en sluit je achter alle auto´s en campers aan. Het is niet raadzaam om uit te stappen, maar dat doen mensen toch. Na het knippen van de nodige foto´s moet je wel verder naar het meer. In het meer ligt een wereldberoemd eilandje. Spirit Island wordt het genoemd en is bezaait met naaldbomen. Je kunt ervoor kiezen om een boottocht te maken op het meer.

Een ander hoogtepunt van Jasper is de Maligne Canyon. Door deze smalle canyon perst de rivier zich tussen de steile rotswanden door. Er is een trail aangelegd met een aantal bruggen waarmee je de river oversteekt om zo steeds verder af te dalen naar beneden, totdat je op de bodem bent van de canyon.

Jasper NP heeft ook een plaatsje genaamd Jasper. Het rijden met de camper is erg goed te doen. Parkeren is geen probleem, want er zijn genoeg RV parkeer plaatsen als je het centrum binnen rijdt (nabij het station). Het plaatsje doet denken aan een wintersport plaatsje en biedt leuke restaurants, winkels en boetiekjes. Er zijn ook diverse adventure tours organisaties die een kantoortje hebben in het stadje. Je kunt hier bijvoorbeeld een rafting tour boeken of een excursie om beren te spotten.

Verder kan je ook nog met de gondel omhoog, Jasper Tramway. Het beste is om dit met helder weer te doen. De Whistlers campground ligt buiten het centrum van Jasper, maar de enige met faciliteiten. Het is verstandig om deze vooraf te boeken, anders is de kans groot dat deze vol is voor een plekje met faciliteiten. Je raadt het al, dat is ons overkomen. Voor een nacht is dit geen enkel probleem. Je kunt overigens gemiddeld een twee tot drie nachten zonder faciliteiten. Daarna moet je gaan rijden om de accu op te laden, het water aanvullen en de tanks legen.

Overnachting: Whistlers campground
CAD$ 38,- geen faciliteiten

Vandaag volgt er een hoogtepunt op de route. De beroemde Icefields Parkway (highway 93) loopt van Jasper NP naar Banff NP en is ongeveer 300 km lang. De afstand valt mee, maar op tijd aanrijden is wel een goed advies. Op de gehele weg liggen heel veel stoppunten met bijzondere dingen die je op je gemak wilt bekijken. Je kunt overal kaartjes krijgen van de route in detail waar je een goed beeld krijgt van de mogelijkheden. De weg is bijzonder om te rijden, omdat je letterlijk en figuurlijk door het dal van twee bergketens rijdt. Je rijdt vrijwel vlak, soms met een licht stijging of daling en bocht na bocht is werkelijk schitterend. In het voorjaar of begin zomer heb je nog besneeuwde bergtoppen met al wel bloemen in de bermen. Kans op beren is groot, dus ogen open houden. Ja, daar zijn ze al. Een moeder met cubs (jongen) eet heel lief paardenbloemetjes op. Man gaat foto´s maken en vrouw blijft verstandig in de camper. Tja, zo gaan die dingen. De foto´s zijn wel heel mooi om terug te kijken. Na een anderhalf uur rijden kom je uit bij de Columbia Icefield. De omgeving is vrijwel kaal en doet grauwig aan. Het is te hoog en te koud om hier bomen of planten te laten groeien. De enkele boom die er staat is kaal. In de verte zie je een grote witte vlek liggen tussen twee bergen, de Columia Glacier. Aan de andere kant van de weg staat een visitor centre waarvandaan je een excursie kunt maken naar de gletsjer. Je gaat met een touringcar vanaf het centrum naar de voet van de gletsjer en stapt over in een snow coach. Deze brengt je op de gletsjer. Goede schoenen en een jas is raadzaam, want het is gaan sneeuwen. De natuur verandert en dat merk je hier ook. Jaren geleden was de gletsjer veel langer, maar neemt ieder jaar af. Er zal een dag komen over vele honderden jaren dat er geen ijs meer is. Gelukkig duurt dat nog lang en is het ijs nu echt nog kilometers dik. Een unieke ervaring en must do excursie.

De route vervolgt verder richting Banff. Het wordt steeds groener en er komen meer bomen.

Een stop die je ook zeker niet mag vergeten is bij Petyo Lake. Dit is een afslag op ongeveer 100 km vanaf Banff (plaats). De camper parkeer je op de parkeerplaats en via een korte wandeling klim je een stuk omhoog. In deze tijd van het jaar betekent dit wel door de sneeuw lopen via een vrijgemaakt voet pad.

Als je dan boven komt dan is het een waar plaatje om te zien. Door de bergen omgeven ligt een azuur blauw meer. Dit is niet in woorden te omschrijven.
Er liggen nog vele andere stoppunten op de route, maar je kunt helaas niet overal stoppen. De laatste kilometers is het rustig rijden en genieten van de groene omgeving. Vlak voor Lake Louise merk je dat het drukker wordt en de weg wordt breder naar een driebaansweg. Ineens zijn er weer vrachtwagens. 

Het bijzondere is dat deze de 93 niet mogen rijden tussen Lake Louise en Jasper om de natuur te beschermen. Zij moeten van Calgary naar Vancouver een andere route nemen.
Lake Louise wordt nu voorbij gereden, dat volgt binnen een paar dagen. Het eindpunt van de dag is de Tunnel Mountain Campground in Banff.

Overnachting: Tunnel Mountain Trailer Court campground
CAD$ 38,- fully hook-up

Banff National Park heeft net als Jasper een gelijknamig stadje. Banff is in tegendeel tot Jasper groter en bruist van het leven. Of het nu winter, herfst, lente of zomer is, het gehele jaar door is het een komen en gaan van toeristen. Het ligt midden in de Rockies, dichtbij Calgary waar veel mensen hun reis starten of eindigen. Waarom dan toch hier een kijkje nemen? Nou, omdat het een heel knus en gezellig stadje is. Er zijn tal van winkeltjes, restaurantjes, cafés te vinden. Parkeren is niet moeilijk in dit stadje, volg de RV parking borden en je wordt vanzelf naar een geschikte parkeerplaats geleidt. Over het algemeen is hier altijd wel plaats. Banff Avenue is de hoofdstraat en in het midden van deze straat vind je het officiële visitor centre. Maak hier gebruik van om de laatste informatie te horen van de park rangers. Je krijgt hiermee een goed beeld van de plaats en de mogelijkheden, maar nog belangrijker de mogelijkheden in het park zelf. Het park wacht morgen, vandaag eerst Banff verkennen. Buiten drupt het een beetje en de voorspellingen voor vandaag zijn dan ook wisselend. Rondstruinen langs de etalages en hier en daar naar binnen. Een stop voor een lekkere kop koffie bij de Starbucks om zo even te skypen met het thuisfront of gewoon kijken naar de mensen op straat.

Nabij het stadje heb je net als in Jasper een gondel. De gondel brengt je naar de top van Sulphur Mountain. De gondel is zeker de moeite waard. Eenmaal boven op de top heb je een geweldig uitzicht op het dal waarin Banff gelegen is. In de verte zie je het beroemde Banff Springs hotel en de omliggende bergen. Tenminste, als het niet bewolkt is. Kijk hier wel naar voor je besluit om de gondel te gaan doen.
Het regent nog steeds, maar er is niet veel bewolking. Binnen een half uurtje slaat het weer om en verandert de regen in sneeuw. Daardoor is er vrijwel geen zicht, jammer, maar dat kan gebeuren. Het is absoluut de moeite waard om deze gondel te doen. Per persoon zijn de kosten ongeveer 30 dollar, redelijk betaalbaar. Naast de gondel zijn de Banff Hot Springs gelegen en het is dan een prima mogelijkheid om deze twee dingen met elkaar te combineren. De Hot Springs zijn geen natuurlijke bronnen meer, maar het geheel doet aan als een zwembad waar mensen in relaxen, winter of zomer. Het water wat er in zit, is echter wel uit een natuurlijke bron. Voor een aantal uurtjes is het heerlijk bijkomen van alle indrukken tot nu toe. Genieten in de openlucht bij een zeer aangename temperatuur. Voor de Hot Springs betaal je 7 dollar per persoon.
Terug naar Banff om een hapje te eten in een van de restaurants. Voor ieder is er wat wils, je kunt uitgebreid gaan dineren in een restaurant of een pizza eten in een taveerne (aanrader is the Tavern, beer and pizza, heel erg lekker).

Kamperen in Banff kan op verschillende National Park campings. Het meest bekend zijn de Tunnel Mountain campings (er zijn er in totaal drie). Let wel op dat er maar 1 met faciliteiten is, de andere twee zijn zonder hook up. Tevens liggen deze dicht bij de stad. Vooraf reserveren van deze camping is een advies. De zomermaanden en weekenden zijn bijna altijd vol. De aankomende twee nachten is vooraf wel gereserveerd in Nederland voor deze reis. Gelukkig maar, bij aankomst blijkt de camping inderdaad vol te zijn. Als je ervoor kiest om deze niet te boeken dan zijn er natuurlijk nog alternatieven, maar deze liggen wat verder weg. Dit zijn ook hele mooie campings en een prima alternatief. Dit zijn onder andere twee campings nabij het Two Jack Lake.

Vanuit Banff mag je zeker niet vergeten om het grootste meer van het park te bezoeken, Lake Minnewanka. Als je de grote weg hebt verlaten richting dit meer, dan merk je meteen dat het minder druk is. Vroeg in de ochtend of laat op de middag heb je een beetje het gevoel nog een uniek stukje natuur te hebben gevonden wat nog niet door iedereen ontdekt is. Je rijdt dan het rondje op de Lake Minnewanka Scenic Drive. Je komt langs het meer, maar rijdt ook naar Two Jack Lake en je komt vanzelf weer op de weg terug naar Banff uit. Maak een stop bij Two Jack Lake en als het niet druk is dan kan je de camper zelfs aan de oever van dit meer parkeren om hele mooie foto’s te maken met besneeuwde berg toppen op de achtergrond. Een bijzonder plekje in Banff NP. De kans is groot dat je op deze weg ook dieren spot, de Bighorn Sheep staan als ware trotse pauwen midden op de weg en liggen in de berm. Erom heen rijden is dan het beste, stap vooral niet uit. Fotootje maken en verder rijden is het beste wat je dan kunt doen.

Overnachting: Tunnel Mountain Trailer Court campground
CAD$ 38,- fully hook-up

rustig de tijd om deze weg te rijden. Aan de highway 1 (loopt van Lake Louise naar Banff en vanuit daar naar Calgary) loopt een scenic byway, de 1a, genaamd Bow Valley Parkway. Als je de snelweg verlaat merk je direct dat het een stuk rustiger is. De gehele weg is een vlakke, goed begaanbare tweebaansweg. Je rijdt dwars door de bossen waar beren en andere dieren vaak zijn te vinden. De eerste stop is bij de Johnston Canyon. Parkeren kan hier lastiger zijn, omdat er niet zoveel camperplaatsen zijn.

Deze canyon kan je niet vergelijken met de Maligne Canyon in Jasper. Deze canyon heeft twee watervallen, lower en upper. Je wandelt op de bodem van de canyon tussen de rotswanden. Er zijn twee trails uitgezet en tot aan het eerste stuk is het vrij gemakkelijk via een wandelpad langs de rivier en via vele bruggen bereik je de lower falls. Je kunt met de trap naar beneden om in een grot de lower falls te bekijken of je kunt ervoor kiezen om nog een stukje verder te hiken naar de upper falls. Doe deze wandeling alleen als je niet te moe bent, omdat je nog wel een stuk omhoog moet klimmen. Het geluid van een naderende waterval wordt steeds groter en het laatste bochtje om laat een schitterende regenboog zien die op de waterval schijnt. Ook heel erg mooi.

Terug gaat gemakkelijker, bergafwaarts en dan verder rijden op zoek naar een mooi plekje om te lunchen. Onderweg komen veel oldtimers voorbij die genieten van deze stralende zonnige dag. Let nog steeds goed op beren in de bermen, deze kan je veel tegen komen. Te snel kom je aan in Lake Louise. Lake Louise is een drukte van jewelste. Je komt hier aan vanuit Jasper, Calgary/Banff of vanuit Yoho National Park. Veel bussen, auto’s en campers, schrik hier niet van. Desondanks is het een must see op de reis, de parel van het stadje is het meer, Lake Louise, een van de meest gefotografeerde meren in West Canada. Het meer is zo bijzonder om de omringende berg toppen en zijn blauwe kleur. Idyllisch wordt het door het Fairmont hotel Lake Louise wat als een kasteel op de achtergrond ligt. Logisch dat het zo in trek is. Om de drukte te vermijden bezoek dit of in de ochtend of in de late namiddag/avond. Door eerst in de ochtend en middag de Bow Valley Parkway te rijden kom je hier later in de middag aan. Ideaal. Als je tijd hebt om de gondel te nemen dan zeker doen. De Lake Louise Gondola is een open gondel die je uitzicht biedt op het meer en het kasteel hotel.

Je kunt overnachten in het stadje, maar er is maar 1 camping (Lake Louise campground). Reserveren in de zomer en weekenden is ook hier raadzaam. De meeste camperaars besluiten om hier wel een nacht te overnachten. Vlakbij Lake Louise ligt een minder bekend meer, maar voor veel mensen een nog mooier meer. Morraine Lake is via een zijweg te bereiken die vaak net geopend is. De sneeuw ligt nog volop in de bermen met veel naaldbomen. Morraine Lake is een waar genot om van te genieten. Het meer is ook omgeven door berg toppen en bossen, maar is een stuk rustiger dan Lake Louise. Je kunt een korte hike maken naar een heuvel. Je hebt een weids uitzicht op het meer of je kunt een wandeling maken langs de oever van het meer. Soms is er een waaghals die vanaf de heuvel een duik neemt, maar de gil volgt al snel, veel te koud.

Op een 36 km van Lake Louise ligt Yoho National Park. Dit is park ligt in British Columbia, dus tank nog even voor de voordeligere benzine (de BTW is 5% in Alberta en 12% in BC). Je merkt direct dat de hele hogen bergen snel minder hoog worden. In Yoho NP kun je een natuurlijk gevormde brug bekijken, de Natural Bridge of een stop maken bij Emerald Lake. Een kleiner meer dan de andere die je al gezien hebt, maar niet minder mooi. Maak een kanotocht op het meer als je tijd hebt. Er is een camping in het park, de Kicking Horse campground, die wordt beheerd door de National Park service.
Als je dan nog niet genoeg hebt gedaan vandaag kan je nog verder rijden om de volgende dag tijd te winnen. Je kunt natuurlijk ook lekker stoppen hier om na te genieten van al het moois wat de Rockies heeft geboden.

De route gaat nog een stukje verder naar Revelstoke. Het voordeel is dat de klok nog uur achteruit is gegaan, omdat je de tijdszone grens weer gepasseerd bent. De weg daalt steeds meer en via vele korte tunnels kom je tegen achten aan in Revelstoke.

Overnachting: KOA Revelstoke
CAD$ 40,- fully hook-up

Vroeg uit de veren om vandaag de beroemde Bow Valley Parkway te rijden. Neem deze dag De dag begint in Canada, maar zal eindigen in de VS. Vandaag vroeg vertrekken, omdat de afstand flink is.
Het eerste gedeelte van de route tot aan Vernon is nog door bergen en bossen. Via de Highway 97 gaat de weg langzaam over in valleien en graslanden. Vernon is een oud en historisch stadje met in de omgeving veel landbouw.

Aan de noordzijde ligt het uitgestrekte Okanagan lake. De weg vervolgt zich helemaal langs dit meer, tot in Amerika toe. Plaatsnamen zoals Peachland flitsen voorbij. De omgeving staat bekend als de Thompson Okangan vallei met talloze fruit bomen en wijngaarden. Een of twee nachten in deze waterrijke omgeving is de moeite waard. Het is dan ook een van de warmste en droogste stukjes van Canada. In het uiterste zuiden ligt de plaats Osoyoos. Je vindt hier een heuse woestijn en in het desert centre waar je informatie kunt zien en horen over de flora en fauna.  Bij de grensovergang naar de VS blijf je op de Highway 97 rijden. Groot voordeel is dat dit een kleine grensovergang is waar het niet druk is. Streng beveiligd, maar dat is overal zo. Bij aankomst moet je de camper parkeren en mee naar binnen om een visa waiver formulier in te vullen. De douanebeambte vraagt hoe lang je in de VS zult zijn en wat je gaat doen. Ze maken een foto, nemen vingerafdrukken en na betaling van 6 dollar per persoon mag je verder rijden. Deze procedure moet iedereen doorlopen als je de VS binnenkomt. Maakt niet uit of je per auto/camper of cruise of vliegtuig aankomt. Aankomst per cruise schip of vliegtuig heb je wel ESTA toestemming nodig.

De weg vervolgt zich nog steeds lang het Okanagan meer en via een heuvelachtig, droog landschap. Een enkel dorpje kom je tegen, maar de uitgestrekte Amerikaanse wegen kom je hier al tegen. Op den duur wordt het landschap groener door de bossen en de bergen doemen zich op aan de horizon. Het North Cascade National Park is niet ver weg. De Cascade Range is een bergketen die zich uitstrekt in het noordoosten van de staat Washington en heeft een mooie flora en fauna. De Cascade loop is een rondrit door het park. Aan deze loop ligt in het kleine plaatjse Leavenworth een bijzonder mooie KOA camping diep in de bossen gelegen (KOA Pines Village).

Overnachting: KOA Pine Village
USD$ 35,- fully hook-up

Via het zuidelijke gedeelte van de Cascade Loop (highway 2) volg je de weg richting Seattle. Je waant je even in een Alpen. Het stadje Leavensworth is geheel in een Bavarian stijl gebouwd met een allemaal oude gevels en zelfs de grote ketens hebben zich hierop aangepast. Een McDonald’s in deze traditionele bouw stijl of een Starbucks schetst toch wel een verbazing, maar leuk om te zien. Je moet wel even wennen aan de mijlen, het zijn geen kilometers meer. Rugweg de eerste 90 mijlen rijd je nog in de bergen met veel naaldbomen als bebossing. Dalen en stijgen, volgen elkaar in rap tempo op, veel scherpe bochten maken het een weg die je geconcentreerd moet rijden. Na een 90 mijl kom je langs veel kleine dorpjes met weinig inwoners. Bij Everett neem je de Interstate 5 richting Seattle. Het verschil met een highway en Interstate is dat een highway twee of vierbaans is en een Interstate bijna altijd zes of achtbaans is. Het verkeer is hier altijd dag en nacht druk op. Voor shopaholics

De I5 loopt dwars door Seattle en de eerste blik op de skyline van deze stad is bijzonder. De camping is ten zuiden van de stad, KOA Tacoma. Een prima camping voor als je de stad wilt bezoeken. Eerst maar eens even genieten van een welverdiende barbecue.

Overnachting: KOA Tacoma
USD$ 55,- fully hook-up

Seattle is de grootste stad in de staat Washington. Het is een metropool van de staat.

Bijzonder aan deze stad is de ligging. De grens met Canada/Vancouver is nog geen drie uur rijden wat het ook een prima start of eindpunt maakt van een rondreis. De stad is omgeven door water van de Puget Sound die uiteindelijk uitmondt in de Pacific. Vanaf de camping kan je het beste met het openbaar vervoer naar de stad reizen. Je neemt eerst een bus naar de luchthaven en stapt hier over op de metro die je in een 20 minuten naar het hart van de stad brengt.

Pike Place Market is een overdekte markt hal waar dag in dag uit verschillende markten worden gehouden.

De vis wordt letterlijk al lachend en zingend heen en weer gegooid tussen de markt koopmannen. Groente en fruit liggen als een waar schilderij opgestapeld, kleur bij kleur. Opeens hoor je muziek of een luid applaus, muzikanten en straat theater vind je op ieder hoek van de straat. Begin hier lekker je dag in Seattle en neem een kop koffie aan het waterfront met uitzicht op de Puget Sound.

De stad heeft veel oude gebouwen. Wat ook opvalt in het straat beeld zijn zwervers. Ze zijn aanwezig, maar overlast veroorzaken ze zelden. Vriendelijkheid zelf.

De Space Needle heb je gisteren al gezien vanaf de snelweg I5. Nu is het tijd om deze werkelijk te beklimmen, wel met een lift natuurlijk. Vanaf de toren heb je een 180 graden uitzicht op de hele stad. Aan de ene kant het prachtige water van de Puget Sound en aan de andere kant de stad zelf. Mooiste moment van de dag is als de zon ondergaat of in de avond als alle lichtjes aan zijn.

Overnachting: KOA Tacoma
USD$ 55,- fully hook-up

Via de I5 gaat de reis verder zuidwaarts. De planning is om naar Mount Rainier National Park te rijden, maar via internet kan je al voordat je de hele reis maakt kijken hoe de berg er bij ligt. Er is vrijwel geen zicht, alleen maar bewolking en mist. Dan niet naar Mount Rainier op dit moment, misschien nog op de terugreis naar Canada nog. Dan Mount St. Helens National Volcanic Monument proberen. Je volgt de I5 een 200 km zuidwaarts en maakt een stop bij het plaatse Silver Lake waar het visitor centre gelegen is. Hier kun je zien en horen wat er met deze vulkaan is gebeurd. In 1980 is er een enorme uitbarsting geweest waar de natuur tot op de dag van vandaag nog steeds van moet herstellen. Het visitor centre ligt op afstand van ongeveer 70 km van het laatste uitkunt punt en dan is de krater zelf nog verder weg.  Helaas is de gehele vulkaan ook niet te zien dor mist en wolken. Verder dan maar.

De weg brengt ons richting Portland, maar eerst kan je langs de machtige Columbia River Gorge rijden. Een brede rivier met hogere heuvels en graslanden aan de ene kant en aan de andere kant watervallen met bossen. De gorge ligt aan de drukke I84, maar parallel loopt ook de oude highway 30. Neem deze afslag als het even kan. De wegen zijn wat smaller, maar prachtig. De beroemde Multnomah Falls mogen niet ontbreken, vervolg de route en je ziet nog veel meer mooie watervallen.

Midden in de rivier is de Bonneville dam gebouwd, reusachtig groot en indrukwekkend. De dam is open voor publiek, maar schrik niet als je ondervraagd wordt aan de poort door het US Corps of Engeneers. Dat hoort erbij nu eenmaal bij! De dam is eigenlijk een klein eilandje in het midden van de rivier. Je kunt hier zien hoe de vissen weer stroomopwaarts proberen te zwemmen, geweldig om te zien. Vlakbij de dam is er een fish hatchery waar vissen letterlijk gekweekt worden om na verloop van tijd weer uitgezet te worden in de rivier. Interessant en leuk om te zien.
Helaas is het tijd om dit gebied te verlaten om echt naar Portland te rijden.

Overnachting: Fairview RV park
USD$ 50- fully hook-up

Portland is een stad om naar uit te kijken. De stad is minder bekend, maar fantastisch om te mogen bezoeken. Als het even kan dan plan dit op een zaterdag. Elke zaterdag is er de beroemde Saturday Market. Deze markt is aan de waterkant waar lokale artiesten kunst verkopen of handgemaakte sieraden. Heel veel eten (aanrader) en veel straat theater, kortom een gezellige drukte en relaxte sfeer.
Portland staat bekend om de vele restuarants die er zijn, ze zijn gewoon weg niet te tellen. Dit komt door een wet in Oregon die zegt dat als een café of restaurant alcohol wil schenken, er ook eten gereserveerd moet worden! Het is vooral genieten van het zonnetje op de terrasjes aan het water.

Vanaf de Saturday Market is het het leukst om te voet door de stad te lopen richting Pioneer Square. Je passeert veel terrassen, maar ook vele eet stalletjes en veel oude gebouwen. Pioneer Square is het hart van de stad met vooral heel veel winkels. De omliggende straten zijn eigenlijk veel leuker. Ze herbergen verborgen schatten van kleine winkels en boetiekjes. Ook hier zijn veel cafés te vinden.

Overnachting: Fairview RV park
USD$ 50,- fully hook-up

De dag start weer met een stralende zon. Daar word je toch blij van! Vandaag staat een heel mooi en uniek park op het programma, namelijk Crater Lake National park. De naam zegt het al, een krater meer. Het meest diepe meer van Amerika. Het is een lange rit door bergen met heel veel groene naaldbomen. Af en toe zijn er uitkijk punten naar een bergtop, bijvoorbeeld Diamond Peak. Crater Lake heeft een noordelijk en zuidelijke ingang. Het makkelijkst is voor als je vanaf Portland komt, om de noordelijke ingang te nemen. Je komt hoog aan en rijdt geleidelijk naar beneden. Door het park loopt een route van 33 mijl die je helemaal om de krater brengt. Er ligt nog veel sneeuw, waardoor het nu nog niet mogelijk is om de hele ronde te rijden. Daarom vandaag alleen de West rim, richting de Rim village. Op de hele route heb je veel uit kijk punten om de krater te bekijken. Ieder punt laat een ander hoek zien en het een is nog mooier als het andere. Het leuke is dat er midden in het meer een eilandje ligt, genaamd Wizard Island. Het meer is prachtig blauw en helder. Waanzinnig om te bedenken dat dit heel erg lang geleden een vulkaan is geweest en nu een krater meer.

Als je het park verlaat aan de zuidkant merk je meteen dat je veel gedaald bent in hoogte. Het landschap wordt vlakker en al gauw rijdt je langs het Upper Klamath Lake. De weg loopt vele mijlen langs dit meer.De grens overgang naar Californië is dan daar... De laatste uurtjes nog even door bijten naar een KOA camping in Shingletown, midden in de bossen. Mooi.

Overnachting: KOA Mount Lassen/Shingletown
USD$ 40,- fully hook-up

Vanuit de bosrijke omgeving is het zo’n 15 mijl naar de Noord ingang van een nationaal park wat ook wel klein Yellowstone wordt genoemd. Het Lassen Volcanic National Park. Het park is beroemd omdat er in 1915 een vulkaan uitbarsting is geweest en op dat moment was er toevallig een fotograaf in het gebied. Hij heeft toevallig alles vast kunnen leggen, maar ze konden ook de bewoners van het gebied waarschuwen waardoor er geen doden zijn gevallen. Dat maakt het een bijzonder verhaal.
Het Lassen park dient als voorbeeld voor Mount St. Helens die natuurlijk pas in de jaren 80 is uitgebarsten. Het is bijzonder om te zien hoe de natuur zichzelf hersteld heeft en nog steeds aan het herstellen is.

Er is een korte trail genaamd Devestated Area die laat zien hoe het voor de uitbarsting was en er na, dat zet je toch wel aan het denken. Er is een 30 mijl lange weg die door het gehele park loopt. Overigens is het bergachtig gebied met veel bochten en stijgingen, maar dat maakt het alleen maar mooier. Op de top (bijna 2500 km hoogte) ligt nog flink wat sneeuw in de bermen.
Lake Helen is een klein meer, maar prachtig. Op weg naar beneden verschijnt de een na de andere meadow waar de lente volop te zien is. De weg daalt snel naar 300 meter hoogte waar de temperatuur ook weer aangenamer wordt.

Het is nu tijd om naar het zuidelijkste puntje van onze reis te rijden, de stad San Francisco. Via highway 36 en daarna weer de vertrouwde I-5 op. Het is nog een stuk rijden, maar vandaag staat er niet meer op het programma. De wegen zijn druk, maar geen files. De camping, Marin RV park, ligt aan de overkant van de stad San Francisco, aan de highway 101. Het is geen fraaie camping, maar dat kan je ook niet verwachten van een stads camping. Met een ferry ben je in 30 minuten midden in de stad. Dat is het voordeel van deze camping.

Overnachting: Marin RV Park
USD$ 65,- fully hook-up

Vroeg uit de veren om een bezoek te brengen aan de stad. Gisteren heeft de eigenaresse van de camping al verteld wat de beste manier is om van en naar de stad te reizen. Per bus of ferry zijn de beste opties. De ferry vertrekt vanaf een terminal op ong. 10 minuten lopen en kost ca. 9 dollar per persoon per enkel reis. In de verte ligt de Golden Gate brug en het eilandje met Alcatraz passeer je snel.

Eenmaal aangekomen in de Port of San Francisco komen de cable cars al voorbij. Eerst naar de bekende Market Street met alle grote bekende ketens als winkels. Een bochtje om brengt ineens Chinatown.

Een cable car brengt je naar Fisherman’s Warf en pier 39 waar het druk is, maar wel met een hele gezellige sfeer. Veel touristenwinkeltjes met souveniers en veel eettentjes. Het is inmiddels al middag, dus een hapje eten is erg welkom. De zeeleeuwen die vaak bij pier 39 te vinden zijn, zijn vandaag ook in grote getalen aanwezig.

Vlakbij ligt de Golden Gate brug. Het is verstandig om een bus te nemen, maar eigenwijs zoals een Nederlander kan zijn gaan we lopen. Halverwege de route blijkt het toch iets verder te zijn en de bus is ineens daar, fijn. Bij de Golden Gate brug is het drukker, maar geen massa’s mensen. De brug hangt vandaag niet in de wolken (vaak wel) en dat maakt het een extra bijzonder moment. Je kunt de brug oversteken, maar dat is best ver.
Na het aanschouwen en wandelen van deze bijzondere brug is het bezoek aan San Francisco al weer ten einde. De bus en ferry brengen ons terug naar de camping. In de camper even koken en opruimen, morgen is het weer een lange dag.

Overnachting: Marin RV Park
USD$ 65- fully hook-up

De camping grenst vlak aan de highway 101 die ons tot het Noordelijkste puntje in Washington zal brengen. De route gaat de eerste 500 km nog door het binnenland, voordat deze bij Eureka uit komt bij de Pacific. Kort na de start van deze rij dag kun je altijd even stoppen in een Premium Outlet in Petaluma om even te winkelen. Manlief gaat vrolijk naar de Bose winkel en vrouwlief shopt een uurtje, altijd leuk. Na een aantal uren rijden worden de bomen steeds hoger en hoger. De wegen zijn rustig en niet druk.

In het Humboldt Redwoon state park ligt de beroemde Avenue of the Giants. Dit is een route die dwars door de bossen gaat met hele grote bomen! Helaas geen tijd om dit te doen (30 mijl enkele reis), maar de Redwood bomen wachten nog op ons verder naar het noorden.
Eureka is geen bijzonder stadje, maar wel gelegen aan de oceaan. De KOA camping in dit stadje ligt aan de 101, dus dat is makkelijk voor de volgende dag. De camping heeft nog plek en er staan veel gezinnen met kinderen. Even een wasje draaien, lekker barbecueën, licht uit en slapen.

Overnachting: KOA Eureka
USD$ 45,- fully hook-up

Gisteren best een grote afstand gereden, maar dat was even niet anders. Vandaag is het weer volop genieten. Rond de klok van tienen vertrokken naar het Redwood National Park. De Redwood bomen lijken erg op de Sequoia bomen, maar zijn hoger en smaller.  Het park is lang en smal en loopt langs de kust. Een stop bij het Visitor Centre leert ons dat je de 101 kan blijven volgen en dat er na een paar mijl een afslag komt naar een scenic byway die door het park gaat. De weg is 8 mijl lang en loopt dwars door de bossen. De meest beroemde boom is de Big Tree. Een korte trail (Circle trail) brengt ons langs deze boom en tal van andere adembenemende bomen. Ze verdwijnen in de wolken, zo hoog zijn ze.

Onderweg natuurlijk de nodige foto´s maken, maar dat spreekt voor zich. De route gaat verder door de bossen, maar al snel is de oceaan er weer. De ranger heeft ons verteld om te stoppen bij Lagoon Creek voor een trail richting Hidden Beach. Geweldige wandeling met een kleine stijging, maar loopt geheel langs de oceaan. Er is verder niemand en dat geeft een geweldig gevoel. Samen genieten op een bankje van de oceaan en rotsen. De kust is redelijk vlak, maar een enkele rots in het water maakt het plaatje compleet.De rit gaat verder naar Crescent City waar toch weer de nodige inkopen gedaan worden bij de Wallmart. Op de borden komt de grens met Oregon dichterbij en het is dan ook tijd om Californië voor deze reis gedag te zeggen.

De dag eindigt op het Humburg Mountain State Park. Een geweldige camping met faciliteiten (niet vooraf geboekt) aan het strand. Samen de zonsondergang kijken op het strand, wat wil je nog meer?

Overnachting: Humburg Mountain State Park
USD$ 22,- electric/water

De komende dag is het beeld wat domineert de kust. Dit gedeelte van de 101 loopt door bossen en in de verte is soms de oceaan te zien. Je moet zeker stops maken om ook van deze uitzichten te genieten. Het ene kleine dorp na het andere rijd je door en state parks volgen elkaar op. Oregon staat ook bekend om de vele art deco bruggen uit de jaren 30-60 die door de staat zijn gebouwd. Erg mooi om over heen te rijden en om te zien.

Duinen zijn ook geen onbekende in dit gedeelte van Oregon. Tussen Reedsport en Florence is het beschermd natuurgebied gelegen, de Oregon National Dunes. Het is net de Sahara, tenminste een kleine versie ervan. Vanaf de weg kan je de duinen niet zien. Je moet een tour maken door de duinen. Dat kan niet met de camper, maar wel met een quad of een dune buggy. Je kan een begeleide tour maken in een grotere dune buggy (waar wel 6 tot 8 mensen in kunnen) of alleen met een quad. Voor ons lijkt de laatste optie de beste keuze. Een uur een quad huren kost 65 dollar per persoon. Voordat je mag gaan, krijg je een hele veiligheidsprocedure. Je moet eerst een video kijken over het gebruik van de quad en over het gebied wat je gaat rijden. Daarna moet je een vergunning ondertekenen, anders mag je niet rijden.
Daarna een helm en nog een keer uitleg over het gebied wat je gaat rijden, en vooral waar je niet moet gaan rijden. Dan is het aan ons tweetjes om te gaan crossen. Alleen maar de weg oversteken en je bent midden in het duingebied. Het uurtje vliegt voorbij, maar het is erg leuk geweest.

Na deze geweldige ervaring is het en half uurtje rijden naar de camping, gelegen in het Jessie Honeywell State park. Dit is ook weer een state park met een ligging in prachtige bossen. De camping is zelfs helemaal vol, goed dat deze vooraf al geboekt was.

Overnachting: Jessie Honeywell State Park
USD$ 22,- electric/water

In tussen al drie weken onderweg en het einde van de reis komt in zicht, maar gelukkig vandaag nog niet. De zon schijnt flink en het is een aardige temperatuur, zo’n 20 graden. In de Lannoo Noord West USA gids staat dat er op de route naar ons eindpunt een heuse Sea Lion Cave is. Dat is ons eerste doel van de dag.

Na de afgelopen dag in de duinen te hebben doorgebracht veranderd de kust in vrijwel vlakke kust met lange zandstranden. Er zijn veel stop plaatsen waar je of kunt parkeren en van het strand kunt genieten of zelfs kunt overnachten. Maak zeker een aantal keren een stop om te genieten van het strand en het windje wat er ook bij hoort. De Sea Lion Cave ligt in een iets hoger gedeelte van de kust lijn. Het is de grootste grot ter wereld waar de zeeleeuwen natuurlijk leven. Entree is 14 dollar per persoon. Het is misschien wat veel, maar ach het gaat ten goede aan de dieren. Met de lift kan je naar beneden om de dieren te zien leven in de grot. Het is leuk om te zien, maar daarmee is alles gezegd. Het beste voor ons was het uitzicht dat je hebt vanaf de verschillende uitkijkpunten over de oceaan. Soms kan je hier zelfs walvissen vandaan zien.

Onderweg kom je ook nog door Newport. Dit stadje staat bekend om de walewatching die je hier in de zomer maanden kunt doen. Voor ons is dit al voorbijgekomen in Vancouver en stoppen hier daarom niet. De 101 gaat verder naar het noorden, maar er is een scenic route (Three Cape Scenic route) die langs drie unieke kapen komen. Cape Kiwanda is het meest bekend, maar waarschijnlijk ook het drukst. Cape Kiwanda is een strand met een rotswand met allerlei aarde kleuren. Er is helaas geen plaats om de camper te parkeren. De weg is te smal om de camper zomaar even te parkeren om een foto te maken, dus moet je door rijden. De volgende kaap is Cape Lookout. Bij deze kaap ligt tevens onze camping voor de nacht. Deze camping ligt aan zee, aan een mooi vlak stuk strand tussen twee kapen in gelegen. Ons plekje voor de nacht is alleen met een weg gescheiden van de zee (geen drukke weg natuurlijk). Heerlijk om even lekker te relaxen op het strand en van de zon te genieten. In de avond nog barbecueën en nagenieten van deze heerlijke dag.

Overnachting: Cape Lookout State Park
USD$ 22,- electric/water

Vannacht is het gaan regenen. Dat is jammer, maar mag de pret niet drukken. Gedurende de dag zal ook blijken dat het niet op zal houden met regenen. De 101 gaat verder naar het Noorden, richting Astoria.

Daar is ook de grens met Washington state. Nu kom je in een stukje Oregon met heel veel bekende (bad) plaatsen. Tillamook is wereldberoemd vanwege de Cheese Factory, Cannon Beach en Seaside zijn bekend als badplaats waar in de zomermaanden vele toeristen naartoe komen om te genieten van het strand. In Cannon Beach staat de beroemde Haystock Rock. Een super grote rots voor de kust van het stadje. Outlet shoppen kan je nog in Seaside doen. Om niet alleen maar te rijden vandaag is het voor ons een plek om te lunchen en toch nog even te shoppen.

Vandaag zal het de laatste camping zijn aan het strand in het Fort Stevens State park. Je kunt ook niet verder rijden, omdat de kust hier op houdt. De beroemde Columbia River scheidt Oregon en Washington van elkaar. Fort Stevens was vroeger een fort ter verdediging van de Columbia River. Er is zelfs een museum over de tweede wereldoorlog en er zijn ook nog bunkers te zien. Vandaag is het al gesloten, dus helaas pech voor ons.

Het is een groot state park en vanaf ons plekje is het nog een kleine wandeling naar het strand. Op het strand is een beroemd wrak te zien wat is vastgelopen op het strand. Er blijk niet veel van over te zijn, maar toch raar om te bedenken hoe dit schip ooit vast heeft kunnen lopen. De rest van de avond is het relaxen in de camper, omdat het nog steeds regent.

Overnachting: Fort Stevens State Park
USD$ 22,- fully hook up

Gedurende de nacht is het niet opgehouden met regenen. In de ochtend is het voor ons het beste om meteen na het ontbijt te gaan rijden richting Washington. Om specifiek te zijn naar het Olympic National park. De route gaat eerst richting Astoria. Volgens de boeken een authentiek plaats met veel oude, mondaine huizen. De stad is omgeven door mist en niet goed te zien. De rit gaat jammer genoeg verder over de machtige Columbia River via een hele lange, lange brug. Eenmaal aan de overkant ben je al in de staat Washington. De eerste vele mijlen rij je vooral door dikke bossen met hoge bomen, zonder een blik van de Pacific te zien. De oceaan komt pas na uren tevoorschijn, maar domineert dan volop.

De eerste blik op de kust is woest en de stranden hebben toepasselijk de naam First Beach, Second Beach, Third Beach enzovoort. Bij Kalaloch is een camping en lodge gelegen waar het heerlijk overnachten is aan de kust. Een aantal mijlen verder kan je stoppen bij Ruby Beach. Een stuk strand waar je een korte wandeling naartoe kan maken met veel grote rotspartijen in zee. Het strand ligt bezaait met rotsbokken en drijfhout. Het weer is ruig en maakt de aanblik met compleet met de donkere wolken op de achter grond. Heel gaaf om te zien.

Na Ruby Beach gaat de 101 verder naar het binnenland van het Olympic NP. Er zijn in totaal drie regenwouden, waarvan het Hoh Rain Forest het meest bekend. Je kan het beste hier naar toe rijden. Vanaf de doorgaande weg is het wel een doodlopende weg van 18 mijl die je dus heen en terug moet rijden.

Regen en zon wisselen elkaar nu af. Vanaf de parkeerplaats nabij het Visitor Centre starten verschillende trails. Het zijn korte trails die gemakkelijk op een dag of halve dag te wandelen zijn. Ons lijkt het de trail Hall of Mosses het mooist. En terecht! Het is echt fantastisch om door dit oude bos te lopen. Aan de bomen druipt het mos er vanaf.

De tijd gaat sneller als verwacht en het is weer tijd om verder te rijden. Via Lake Crescent rij je naar Port Angeles. Je kunt overnachten bij dit meer, maar voor ons staat dit niet op de planning. Het Olympic NP kent ook nog bergen, de Hurricane Ridge is een bergkam nabij Port Angeles met waanzinnige uitkijk punten op Mount Olympus. Houdt er wel altijd rekening mee dat deze weg pas in juni open gaat vanwege de sneeuw. Deze zal in september/oktober weer dicht gaan.

Port Angeles is een grotere stad met veel industrie voor de lokale bevolking. Je kunt hier ook een ferry nemen naar Vancouver Island, Victoria. Bij de Wallmart nog even in kopen doen en dan door naar de camping. Voor deze avond is de KOA Port Angeles aan de beurt.

Overnachting: KOA Port Angeles
USD$ 40,- electric/water

Vroeg opstaan vandaag, want helaas zijn de laatste uren in Amerika aangebroken.
Vanaf Port Angeles gaat de 101 nog even verder richting Olympia. Voor ons is dat niet de weg naar Canada, maar neem je de highway 20 naar Port Townsend. Wat een leuke verrassing is dit. Een heel charmant stadje met veel oude huizen die in goede staat zijn, dat zie je niet vaak meer. De oude huizen hebben nog de ouderwetse reclame op de gevels staan en je waant je zelfs terug in de tijd. Een echte Americandiner bevestigt dit. Boetiekjes en toeristenwinkeltjes met leuke souvenirs wisselen elkaar af in de hoofdstraat. Parkeren is goed te doen, zeker vroeg in de ochtend nog. Er gaat ook een bus of treintje vanaf een grotere parkeerplaats naar verschillende haltes in de hoofdstraat.

Verderop is de ferry gelegen die je naar Whidbey Island zal brengen. De ferry duurt nog geen half uurtje en kost zo’n USD$ 40 dollar voor twee personen en de camper.
Het eiland is verbonden met een brug, dat scheelt weer. Snel rijd je dan weer op de vertrouwde Interstate 5 naar de grens met Canada. Je kunt ervoor kiezen om de grote, drukke grensovergang te nemen, maar hier staan vaal lange rijen en kan de wachttijd oplopen. Onderweg wordt je al geïnformeerd op informatie borden. Het kan of heel lang duren of kort. Soms kijken ze alleen een keer in de camper en naar de paspoorten, maar het kan ook zomaar zijn dat je gevraagd wordt om de camper aan de kant te zetten en da ze alles willen nakijken, ook de binnenzijde. Ga hier gewoon in mee en laat het op je afkomen.

Eenmaal over de grens ligt de camping voor deze laatste nacht op nog geen kilometer afstand. Sterker nog, hij ligt om de hoek! Een heerlijke camping voor de laatste nacht met een zwembad, whirpool en sauna.
Eerst toch maar even de koffers in pakken en alles opruimen en weggooien wat je niet meer nodig hebt. Vaak kan je op de camping ook de boodschappen kwijt aan iemand die het goed kan gebruiken. In dit geval wordt ons verteld dat het voor een alleenstaande moeder is met twee kinderen die op de camping woont. De rest van de avond is het lekker relaxen in het zwembad en de sauna.

Overnachting: Pacific Border RV park
CAD$ 42,- fully hook up

Helaas is er een einde gekomen aan de reis met de camper. De camper moet voor 11 uur zijn ingeleverd en het is nog ongeveer een half uurtje rijden naar Cruise Canada. Na het ontbijt snel de laatste dingen opruimen en dan nog een keer met de bezem door de camper.
Het inleveren is binnen een half uurtje klaar.

Je kunt ervoor kiezen om direct na het inleveren van de camper naar huis te vliegen, maar je kan er ook voor kiezen om nog een tweetal nachten in Vancouver door te brengen. Voor ons is de keuze gevallen op een verblijf in een van de oudste hotels in de stad, het Fairmont Vancouver. Dit hotel ligt om de hoek bij Robson Street. Dit is de meest drukke winkelstraat van de stad.

Deze twee laatste dagen is het volop genieten van de stad. Neem de Hop on Hop Off bus om gemakkelijk een indruk te krijgen in de stad. Breng een bezoek aan Gastown, het oudste gedeelte van Vancouver met een echte stoom klok. Ga lekker in de avond eten in Yaletown, de wijk met de leukste restaurants van Vancouver. Vergeet dan ook zeker de Yaletown Brewery niet.

Stanley park is het beroemde park van de stad. Hier vind je het Vancouver Aqaurium, erg leuk voor de kinderen. Een leuke tip is om het park per fiets te verkennen. Je kunt vanaf Canada Place fietsen huren en zelf of met een gids gaan fietsen. Ook Granville Island, waar een gezellige farmersmarket is en nog veel meer andere gezellige winkeltjes aan een drukke jachthaven, mag tijdens een bezoek niet ontbreken.

Op de laatste dag is het uitchecken en naar de luchthaven voor de terugreis. Deze is weer met Air Transat non stop naar Amsterdam. Het waren een geweldige en fantastische 4 weken om nooit meer te vergeten. De indrukken die zijn opgedaan zullen ons altijd bij blijven. Het plan is nu al zeker om nog eens een keer terug te gaan naar het mooie Oregon, want dat heeft echt ons hart gestolen.