Algemene informatie
Enkele feitelijke gegevens:
- We hebben 3200 km gereden met een gemiddeld verbruik van 1 op 4,6
- De goedkoopste benzine kostte € 1,22 en de duurste € 1,76 per liter
- In totaal betaalden we € 1100,- aan kosten voor benzine
- De goedkoopste camping kostte € 25,- , de duurste € 56,- per nacht
Amsterdam - Vancouver
Onder een goedgezind zonnetje werden we naar het station gebracht. De reis naar Schiphol verliep probleemloos en ontspannen. Ook tijdens het inchecken bij KLM beloofde het een ongecompliceerde reisdag naar Vancouver te worden. Maandag en geen vakantietijd; dat moest voor Schiphol geen problemen opleveren! Maar dat liep anders. Het leek wel alsof Schiphol de helft van haar toch al weinige personeel vrijaf had gegeven om bij te komen van de chaotische toestanden tijdens de meivakantie. De rij voor de security was gigantisch. Slechts één van de beschikbare tien banden draaide. Toen er, na ruim een uur, extra personeel werd ‘gevonden’ om twee banden bij te schakelen, ging er een enorm applaus op. Zouden we nog op tijd kunnen komen? Na ruim twee en een half uur waren wij aan de beurt. Een half uur te laat. Zou het vliegtuig al vertrokken zijn? En zo ja, hoe gaat het dan verder? Onze koffers waren al geruime tijd in het vliegtuig. Hoe doen ze dat dan? Gelukkig was de chaos ook bij het incheckpersoneel bekend. Het vliegtuig vertrok pas een uur later en wij konden weer bijkomen!
Op onze rij van drie stoelen bleef er één leeg. Blijkbaar had deze persoon het ondanks een uur extra, niet gered. We hebben nog nooit zo royaal en ontspannen gereisd; heerlijk! Alleen het eten; ik moet dan altijd denken aan het spreekwoord ‘honger maakt rauwe bonen zoet’...
In Vancouver hadden ze tientallen nieuwe apparaten laten maken die de controleurs bij binnenkomst moeten vervangen. Tegelijk hadden ze het aantal vragen en verplichtingen flink uitgebreid. En alles digitaal, net zoals de vele papieren rond visa, gedrag en vooral corona die we thuis al in moesten vullen. Gelukkig was kort geleden het verplichte bewijs van een officiële en negatieve coronatest afgeschaft. Men zou alleen nog steekproefsgewijs een enkele reiziger aanwijzen voor zo’n test. En ja hoor, bingo, Wilma won. Ze was één van de uitverkorenen. Duurde al met al een half uur en veel vragen extra.
Ook de shuttle die ons naar het hotel zou brengen, werkte niet mee. Een half uur in frisse wind voelde steeds kouder aan. Gelukkig konden we ons wat warmen aan een Duits echtpaar dat het nog erger had gehad. Tegen zessen (bij jullie drie uur ’s nachts), stonden we aan de balie. Daar hadden ze ons voor één nacht gepland, terwijl we er twee besproken hadden. Weer gedoe, maar het kwam gelukkig allemaal goed. Toen we om acht uur (bij jullie 5 uur in de ochtend) achter ons eten zaten, waren we zo moe dat we nauwelijks een hap naar binnen kregen. Het meeste ging in de doggybag. Een uur later lagen we in bed. Wilma was in no time ‘verdwenen’. Ik had na veel gewoel een slaappil nodig.
Goed dat we een dag extra hadden geboekt; een dag om bij te komen!
Vancouver
Een beetje rommelige nacht. Desalniettemin wel wat geslapen. Erg vroeg weer uit de veren.
Om acht uur ontbijt. Daarna even naar de verhuurder van de camper bellen om voor morgen een ophaaltijd af te spreken. Een probleem: de camper die voor ons bestemd is, komt pas laat terug. Of we niet nog een extra nachtje in het hotel willen blijven. De verhuurder betaalt. Maar daar hebben we weinig zin in. Niet alleen is hier weinig te doen, het past ook niet zo goed in de planning. Hoe nu verder? Uiteindelijk: “We komen jullie morgen om twaalf uur ophalen en dan zien we wel hoe het verder gaat. Oké?” - ”Oké.”
Vandaag op weg naar een 30 dagen simkaart met minimaal 6 GB data en onbeperkt lokaal bellen. Daarvoor moeten we met de SkyTrain naar het centrum. Nog steeds een fors eind lopen, zeker voor iemand met hartritmestoornissen. Bij de kaartjesautomaat voor de SkyTrain is het zoeken hoe. Na de nodige pogingen en de hulp van een aardige jongeman lukt het. Met onze creditkaart en bankkaart gaat het apparaat niet akkoord. Blij dat we inmiddels wat cash hebben.
In de winkel werkt alles prima, alleen terug in het hotel doet de hotspot het niet. En daar gaat het vooral om. Terug naar de winkel is geen optie. We zien wel. Ergens onderweg komen we beslist een andere winkel tegen. Gaan we nu op internet alvast op zoek. Tijdens dat zoeken krijg ik het idee om de telefoon eens helemaal opnieuw op te starten. En wat blijkt; de hotspot doet het weer. Zo zie je maar weer dat een koe wel eens een haas vangt.
Vancouver - Delta
Vandaag de camper ophalen. Om twaalf uur zouden we opgehaald worden. Dat werd na diverse telefoontjes half twee. Maar dat was slechts het begin van het lange wachten: te weinig personeel, gebrek aan campers en te veel huurders. Gelukkig was het merendeel van de wachtenden Nederlands en smaakten de koffie en de broodjes prima, maar toch.
Ruim over zevenen reden we weg met een nieuwe camper die een meter langer was (bijna 8,5 meter) dan de camper die we gereserveerd hadden.
Als eerste gaan we altijd naar een Walmart waar we dan groots inslaan. ‘s Nachts blijven we op hun parkeerterrein slapen. Deze Walmart ligt, op korte afstand van het verhuurstation in Delta, aan de Fraser River. Er liggen enorme hoeveelheden boomstammen in het water. Het inkopen van de boodschappen stellen we uit tot morgenvroeg. We zijn doodop van het nietsdoen en liggen iets na negenen uur al in bed.
Delta - Manning Provincial Park
Van de beloofde regen komt gelukkig niets terecht. Integendeel, een schuchter zonnetje probeert er nog een redelijke dag van te maken. Inkopen doen is een forse klus. Voor alcoholische dranken moet je naar een aparte winkel; een zogenaamde ’Liquor Store’. Een pak Pinot Grigio van 3 liter waar we bij de Lidl in Gronau € 8,- voor betalen, kost daar € 35,-.
De planning voor de komende twee dagen is Manning Provincial Park, een hooggelegen, prachtig natuurgebied. De beoogde camping, Lighting Lake campground, is een gewilde plek, maar er kan niet gereserveerd worden. En dit jaar is er nog een spelbreker: het weer van de afgelopen periode. West-Canada heeft één van de koudste voorjaren sinds mensenheugenis achter de rug. En in het hooggelegen Manning Provincial Park betekent dat eind mei nog steeds sneeuw, koude dagen en nachtvorst. De camping is daarom nog gesloten. Gelukkig vinden we een plekje voor één nacht op een nabijgelegen wintercamping.
Tijd om nog eens in de mails rond de covidtest van Wilma te duiken. Er is blijkbaar iets misgegaan of ik heb iets niet goed begrepen. In ieder geval houdt het niet op. Het is formele, ambtelijke taal. Voor ons lastig te lezen en moeilijk te begrijpen. Vandaag een mail met iets over CAD 5000 boete, maar hoe, wat en waarom begrijpen we niet. We besluiten het vriendelijke meisje bij de receptie te vragen of zij ons kan helpen. Dat kan en wil ze. Ze bestudeert de mails en besluit telefonisch contact op te nemen. Na veel computergestuurde reacties, krijgt ze uiteindelijk een levend mens aan de lijn. Die lost het probleem in no-time op. Online en geautomatiseerde communicatie is dan weliswaar efficiënt en goedkoop maar ook vaak mensonvriendelijk. De wijn smaakte overigens prima.
Manning Provincial Park - Tuc-El-Nuit Lake
Een extra dag in Manning Park ruilen we in voor een extra dag op een camping aan het ‘Tuc-El-Nuit Lake’. What's in a name? Geen idee.
We zijn nu midden in één van de Canadese wijngebieden. En voor goede wijn is veel zon nodig en dat is ook goed voor ons, zeker na de kou in het Manning Provincial Park. De route gaat door bergachtig gebied met constant wisselede vergezichten; in één woord prachtig. Wat opvalt is de hoe weids het hier is. Er is niks van bewoning te zien. Onderweg brengen we een bezoek aan een antieke en fraai gerestaureerde graanmolen die aangedreven wordt door een waterrad, een ‘Grist Mill’, uit 1877. We hebben geluk. De ‘molenaar’ himzelf is aanwezig en demonstreert en vertelt hoe de molen werkt. Ook hier, zoals op zoveel andere plaatsen, wordt onmiddellijk een link met Nederland benoemd. Er is altijd wel een opa of oma, (oud)oom en/of tante, vriend of bekende die iets met Nederland heeft. Voor ons is dat best een beetje bijzonder, maar blijkbaar is dit ‘attent zijn op de roots’ iets wat kenmerkend is voor immigratielanden. Zo ook, wanneer we ons op de camping aanmelden. We worden begroet met iets wat op ‘goedemiddag’ moet lijken en krijgen van de eigenaar te horen wat zijn relatie met Nederland is; grappig.
Het is een nette camping, direct aan het water. De voorzieningen zijn enigszins gedateerd.
Tuc-El-Niet Lake
Druivenranken hebben niet alleen veel zon nodig, maar af en toe ook water. En dat is vandaag. Bij het ontwaken verraadt het getik op het dak dat we ander weer hebben; het regent. Het is niet iets waarop je zit te wachten, maar ja, het hoort er gewoon bij. Tegen elven wordt het gelukkig droog en rond twaalven komt zelfs de zon tevoorschijn.
We zouden nu een stuk kunnen gaan wandelen rond het meer, ware het niet dat we op een telefoontje zitten te wachten. Wat is er namelijk aan de hand. De verwarming is er mee gestopt en zonder is niet te doen. Daarvoor is het nog regelmatig te koud, zeker wanneer we over een paar dagen in het hooggebergte komen. Daar kan het ’s nachts nog behoorlijk koud zijn. Dus ‘Road support’ van de verhuurmaatschappij gebeld. Een aardige meneer, Thomas, deed enorm z’n best om ons van dienst te zijn. Maar net nu viert Canada een lang weekend 'Victoria Day', een nationale feestdag waarop het begin van het zomerseizoen wordt gevierd. Bijna iedereen is op stap. Het wordt niet eerder dan dinsdag. Tot dan mogen we een elektrisch kacheltje kopen op kosten van de zaak. Een stuk langs het meer wordt een wandeling naar de stad.
Maar de defecte kachel is niet het enige waar we tegenaan lopen: eerder constateerden we al dat de bevestiging van één van de scharnieren van een kastdeurtje loslaat. En dat bij een nieuwe camper die nog maar één keer verhuurd was... Nadere beschouwing leerde dat dit al eerder (met onhandig geweld?) was gebeurd. Om het te repareren moest ik de uit gelubberde schroefgaten eerst stevig opvullen met stukjes lucifer. Maar hoe kom je op een camping aan lucifers? Bijna niemand gebruikt ze hier. Bij de zesde poging kreeg ik van een lieve dame een volledig doosje. Mocht ik houden. Na reparatie nog ‘Even tot hier’ gekeken op de iPad.
Tenslotte nog even voor alle duidelijkheid: ondanks dit soort incidentjes genieten we van de reis!
Tug-El-Nuit Lake - Kelowna
Het was half zes toen ik wakker werd. De zon scheen al uitbundig. Wilma sliep nog. Het was koud in de camper hoewel de elektrische kachel de hele nacht had aangestaan. Weliswaar op halve kracht, maar toch. De kachel op volle kracht gezet (1500 watt) en een poging gedaan nog een uurtje te slapen. Na wat gewoel zonder slaap om zeven uur opgestaan. Wilma sliep nog steeds.
Met een gaspit op vol erbij werd het langzaam aangenamer. Ik realiseerde mij dat we het met deze schamele verwarming in de Rocky Mountains niet redden. Ook al omdat we daar een aantal nachten geen elektra hebben. Of de verwarming van de camper wordt gerepareerd of de verhuurmaatschappij zorgt voor een andere camper. Het leek me verstandig om die conclusie voor alle zekerheid naar de verhuurmaatschappij te mailen. Wat is de vertaalfunctie van Google dan prettig.
We gaan naar Kelowna, dat bekend staat als de warmste stad van Canada met de meeste zonuren. Voor we vertrekken nemen we nog even een kijkje aan de waterkant. De route naar Kelowna is prachtig. Hoewel we tijd hebben om onderweg iets te ondernemen, genieten we uiteindelijk vooral door de voorruit van het uitzicht op het Okanagan Lake. Ook prima!
We overnachten op een schattige, kleinschalige camping (8 plekken) bij een boerderij. Wanneer we aankomen worden we hartelijk en uitgebreid welkom geheten door de eigenares, een bezige bij op leeftijd. Wanneer ze hoort dat we eerst willen lozen (wc en afvalwater) omdat de tanks bijna vol zijn, neemt zij het initiatief daartoe waarbij ik nauwelijks nog iets hoeft te doen. Tegelijkertijd vertelt ze honderduit. Iedere ochtend zijn er verse eitjes van de boerderij en het sanitair is zeer netjes. De camping is mooi gelegen in de heuvels buiten Kelowna, vlakbij een canyon.
Het is prachtig weer. De korte broek en de sandalen worden uit de kast gehaald. Na het gebruikelijke ‘rondje camping’, wat dit keer erg kort is, lopen we naar de canyon waar we een bescheiden wandeling maken. Het dalen en stijgen valt met hartritmestoornissen vies tegen, maar het lukt; langzaam en kleine stapjes.
Kelowna
Vandaag is het Victoria Day. Eerlijk gezegd hebben we daar niets van gemerkt. Komende vrijdag komen we in Banff aan. In dit geval bij het stadje, maar het is ook de naam van het prachtige natuurpark in de Rocky Mountains. Ik heb daar een camping gereserveerd waar de maximale lengte van de camper 23 voet mag zijn; een plek zonder voorzieningen. Beide kenmerken geven nu echter problemen. Ten eerste de lengte van de camper. Bij gebrek aan campers van 23 voet, hebben we een camper van 27 voet meegekregen; een ‘C-extra large’. Daarnaast is het, nu we moeten verwarmen met een elektrisch kacheltje, heel vervelend wanneer we geen elektra hebben. Reden om om te boeken.
Dat probeerde ik online; normaal geen probleem. De ene reservering annuleren en de andere vastleggen. Maar dat viel tegen. Van alles ging mis of werkte niet. Enigszins gefrustreerd besloot ik om het dan maar telefonisch te doen. Het reserveringsnummer gebeld en een computerstem deelt mee:’Your credit is zero dollars and zero cents. Call #123 to top up’. Ook internet deed het niet meer. Zes GB nu al op; onmogelijk. Ik stond perplex. Zes dagen geleden gekocht als onbeperkt bellen gedurende 30 dagen plus 6 GB internet en nu dit? Over frustratie gesproken.
Ten einde raad dan maar naar een winkel van de provider; 12 km verderop, midden in de stad. Daar keken ze ons verbaasd aan: Niets aan de hand. Alles deed het. We hadden zelfs 30 dagen extra gekregen! Men kon niets ander bedenken dat er iets mis gegaan was. Daar moesten we het mee doen. In de camper op de parkeerplaats hebben we de reservering telefonisch omgezet, zonder problemen.
Op naar ‘Myra Canyon Trail’, een spectaculair deel van de voormalige ‘Kettle Valley Railway’. De ‘Kettle Valley Railway’ werd begin 1900 aangelegd om aan de groeiende vraag naar koper en zilver mijnbouw tegemoet te komen. Eind zeventiger jaren werd de lijn opgeheven. Resterende delen hebben nu een toeristisch en recreatief karakter. Wij doen de 24 km fietstocht op een hoogte van zo rond de 1200 meter met 16 bruggen, twee tunnels, prachtige vergezichten, steile hellingen en diepe afgronden. Je moet dan ook een serie papieren tekenen waarmee je de verhuurmaatschappij van alle risico’s vrijpleit voordat je je fiets krijgt. Het is een prachtige, spectaculair tocht die we niet hadden willen missen. Minpuntje was de 8 km lange, hobbelige, steile en gelukkig brede zandweg om er te komen. Eigenlijk mag je niet met een huurcamper op onverharde wegen dus, waren we vandaag een beetje stout.
Kelowna - Revelstoke
Vandaag naar Revelstoke. Het wordt eentonig en wat afgezaagd, maar de route is alweer prachtig! We rijden bijna constant langs meren. Met de grote Canadese meren in gedachten, geloven we graag dat Canada 1/5 van alle zoetwater van de wereld in bezit heeft. Ook dit is dus niet eerlijk verdeeld.
Wat opvalt, is dat bijna elke Canadees een caravan of camper heeft en het land navenant veel campings en de wat luxere RV-parken heeft. Zeer gewild zijn de campgrounds in de natuurparken. Ook wat ons betreft. Daar gaan we nu ook naartoe.
Eén van onze stops onderweg is bij een waterval. Die heb ik thuis al opgezocht en staat in ons reisboek vermeld met de bijbehorende coördinaten. Maar dan nog moet je nog steeds opletten dat je de juiste afslag op tijd ziet. Dat ging mis en de lunch werd op een mindere plek geserveerd. Wat wel goed ging is een bezoek aan een zogenaamde. ‘Ghost Town’. Een verzameling van ‘oudheden’ die een beeld geven van het leven van midden 19e eeuw tot begin 20e eeuw.
Op de camping komt Alvin de kachel repareren. Dit was zo gepiept; los draadje. Tegelijkertijd de sloten extra gangbaar gemaakt; leuke vent. De (Nederlandse) buren hadden in de gaten dat er bij ons iets gerepareerd werd en vroegen hoe we dat geregeld hadden. Zij hadden een probleem met de koelkast, maar toen was Alvin al weer weg; jammer. Toch kon ik nog voor hen regelen dat Alvin morgen zou kijken wat hij kon doen. Hij moest toch nog op de camping zijn.
Dat zwarte voorwerp op de foto, is de vuurkorf die je als barbecue kunt gebruiken. Dat doen we morgen. Eerst een sappige bief en wat marshmallows halen!
Revelstoke
Wanneer we de luiken openen, zien we een wat troosteloos uitzicht. Het is grauw en het miezert een beetje. Nu niet direct een uitnodiging om van alles te ondernemen.
De attractie van dit natuurpark is de ‘Meadows in the Sky Parkway’, een weg die door de bergen geleidelijk omhoog kronkelt en geweldige vergezichten biedt. Het heeft echter weinig zin om die nu te rijden, alles zit immers in een wolkendek.
Dan maar naar de stad: Revelstoke werd gesticht in de jaren 1880 toen de Canadian Pacific Railway (CPR) door het gebied werd gebouwd. Sindsdien is het uitgegroeid tot een leuke stad. Het centrum is de moeite van het verkennen waard. Met allerlei boetiekjes, interessante musea, informele coffeeshops en een aantal geweldige restaurants, is er veel te genieten. Revelstoke is ook bekend om zijn gigantisch rangerstation en zijn spoorwegmuseum. We lopen wat rond en eten bij de Chinees. Wel een heel andere menukaart dan bij ons. Het is dan lastig kiezen. Wel lekker.
In de loop van de middag klaart het op en laat de zon zich zien. Wat doen we? Alsnog naar boven of een korte trail lopen? Het wordt dat laatste. Bij het begin van de trail is de skischans waar (de hier beroemde) Nels Nelsen in 1925 een afstand van 73 meter bereikte. Een afstand die tot 1930 wereldrecord bleef.
Wanneer we weer op de camping zijn, schijnt de zon uitbundig. Met een wijntje en een boek is het prima vertoeven. Van het voorgenomen kampvuur komt niets terecht. We hebben er geen zin meer in. Het verzamelde brandhout blijft liggen voor een volgende gast.
Revelstoke - Banff
Gisteravond vond ik al vreemd dat het lampje in de koelkast ‘t niet meer deed, het lampje dat aangaat wanneer je de deur opent. Het haperde wel eens, maar deed het uiteindelijk altijd. Nu helemaal niet meer. Kapot?
Vanmorgen was het water van de boiler lauw. Toen ging bij mijzelf wel een lampje branden. Ja hoor, het ‘koelkastprobleem’ bleek niet het lampje, maar de koelkast was uitgevallen. Dat moest zo goed als zeker een kwestie van een doorgebrande zekering zijn. Om daar zelf aan te gaan sleutelen, leek me niet verstandig, dus belde ik weer met de verhuurmaatschappij. Gelukkig kreeg ik dezelfde persoon, ene Thomas, weer aan de lijn. We spraken elkaar inmiddels aan bij onze voornaam. Ik moest Alvin, de technische man die ons de vorige keer had geholpen, maar weer bellen. Dat deed ik en op weg naar Banff, onze volgende stop, konden we bij hem langskomen. Het was wat ik al dacht: een doorgebrande zekering. Alvin plaatste een nieuwe en alles was weer in orde.
Alvin woont in een z.g. Mobile Home Park, zoals er zoveel zijn in Canada (en Amerika). Het zijn vaste verblijfplaatsen met woningen op wielen. Qua grootte variëren ze enorm. Er zijn erbij die op een klein paleisje lijken. Maar over het algemeen zijn het schamele en betrekkelijk kleine ‘woningen’. Hier wonen de mensen die zich geen gewone woning kunnen permitteren. Alvin vertelt dat door de doorgeschoten marktwerking steeds meer inwoners aangewezen zijn op dit soort bewoning. En dan te bedenken dat Alvin een excellente vakman is die bij ons in Nederland zeker in staat zou zijn een fatsoenlijke bewoning te verwerven. Hier (maar nog meer in Amerika) zijn de effecten van het neoliberalisme groter dan bij ons. De rijken worden rijker en de armen armer.
Naar Banff is 295 km; goed te doen in één dag. Onderweg hebben we een aantal stops gepland: twee wandelingetjes en twee informatiecentra. De wandelingen waren nog gesloten omdat er nog teveel sneeuw of omgevallen bomen de weg versperden. De informatiecentra waren meer dan de moeite waard.
We hadden tot nu toe al veel mooie routes, maar deze versloeg alle, ook wat vanwege het prachtige weer. Wat moet ik er nog meer van zeggen. Wilma reed het overgrote deel zodat ik extra kon genieten. Ik zag zelfs een beer die over de spoorbaan liep.
Niet ver voor de eindbestemming is Johnston Canyon een must. We lopen het pad van 1,2 km naar de ‘Lower Falls’. Volgens de beschrijving goed te doen. Aanvankelijk door bos en vervolgens over loopbruggen lopen we langs Johnston Creek nog behoorlijk omhoog de kloof in. Het valt mij enorm tegen. Met mijn hartritmestoornis moet ik regelmatig op adem komen voordat ik verder kan.
Op de camping, 850 plekken in een enorm stuk bos, krijgen we een prima plek. Bij binnenkomst worden we gewaarschuwd dat gisteren hier een grizzlybeer is gespot. Wilma durft nauwelijks meer naar buiten.
Banff
Vandaag een rustdag; uitslapen (al komt daar weinig van), uitgebreid ontbijten in de pyjama en langzaam opruimen en aankleden. Wilma gaat lezen. Ik maak het verslag van gisteren af.
We hebben inmiddels de nodige uitgaven gedaan. Wat opvalt dat het levensonderhoud hier aanzienlijk duurder is dan bij ons. Voor ons gevoel scheelt het wel zo’n 40 á 50%. De benzine is hier de afgelopen tijd ook flink duurder geworden. Betaalde je vorig jaar nog 75 eurocent per liter, nu is dat het dubbele. Daar word je niet vrolijk van. De camping heeft een free shuttle naar de stad. Daar gaan we naar het Visitor Centre om te vragen welke stops we op de Icefield Highway naar Jasper niet mogen missen. Het meisje dat ons helpt weet niet veel meer dan ik al wist. Al heb ik nu wel een extra kaart.
Het weer is zeer wisselvallig. Korte zonnige periodes wisselen zich af met dito regenbuien. Het nodigt niet uit om nog langer te blijven. We doen nog wat boodschappen waarbij we altijd met meer naar buiten stappen dan op het lijstje stond en besluiten terug te gaan. Terug moet je kaartjes kopen. Dat kan enkel via een automaat. Om te weten hoe die werkt moet je mijn insziens eerst een cursus volgen. Gelukkig is er een lief meisje dat me helpt. De chauffeuse rijdt voor het eerst deze route naar de vijf verschillende campings. Ze moet regelmatig aan de passagiers vragen hoe ze verder moet. Heel bijzonder!
Net zoals sommige Amerikanen, verkopen gepensioneerde Canadezen hun hele hebben en houden om een gigantische camper aan te schaffen. Daarin leven ze dan. Hoe ze het dan doen wanneer dat niet meer gaat, moeten we eens een keer vragen. Ook nu komt zo’n joekel naast ons staan. Hij past, samen met z’n auto, nauwelijks op z’n plaats.
Banff - Columbia Icefield
Vandaag naar Lake Louise. Bij de voorbereiding van de reis zag ik op internet dat de camping bij Lake Louise niet gereserveerd kon worden. Het was een zogenaamde ‘first come, first serve’. Gisteren hoorden we in het informatiecentrum van Banff dat dat sinds kort veranderd was. Wij natuurlijk onmiddellijk informeren of er nog plek was; nee dus. Maar voor dat soort situatie is er een zogenaamde ’Overflow’. Ook daarvan stonden veiligheidshalve de coördinaten in ons reisboek. Dus daar naartoe, want dat was tevens de ‘Park and Ride’ vanwaar de shuttles naar Lake Louise zouden vertrekken. Maar wat schetst onze verbazing... ook dat hadden ze veranderd! De shuttles vertrekken nu vanaf een nieuwe plek. Na een keer verkeerd rijden vinden we deze 'Park and Ride'. Jammer dat je voor je overnachting dan wel weer terug moet naar de ‘oude plek’.
Lake Louise is ‘a place to be’; een epische attractie. Althans, zo wordt het beschreven. Eerlijk gezegd viel het ons wat tegen. Te hoge verwachtingen? Het meer was nog bevroren. De zo geroemde, prachtige kleur blauw was dus even niet te zien. We waren al vroeg in de middag weer terug op de nieuwe 'Park and Ride’. Maar om nu al naar de 'Overflow' te gaan, waar verder niets was, leek ons niet geweldig. We besloten om alvast richting Jasper te gaan.
De weg naar Jasper, ruim 240 km, gaat over de legendarische ‘Icefields Parkway’ Dat is de weg waar iedereen voor komt en deze is natuurlijk een must. De weg meandert langzaam noordwaarts en voor iedere bocht denk je dat het uitzicht écht niet mooier kan worden. Het tegendeel is waar. Langs de route zijn verschillende viewpoints, pareltjes die je vanaf de weg kunt zien. We nemen daarom de tijd en stoppen regelmatig. Helaas lukt het niet om alle stops te doen. Onderweg ziet Wilma nog een edelhert en samen bewonderen we een jonge zwarte beer die in alle rust, zonder zich aan ons te storen, iets lekkers zit te verorberen.
We stoppen halverwege bij het Columbia Icefield Discovery Centre waar je op de parkeerplaats mag overnachten. Het ligt op een hoogte van 1900 meter. Omdat we vandaag een mooie, bijna wolkeloze dag hadden, zal het vannacht nog wel een paar graden vriezen. Misschien dat we morgen de beroemde ‘Athabasca gletsjer’ bezoeken, maar daar denken we vanwege de kosten nog even over na.
Columbia Icefield
Eigenlijk hoefden we niet na te denken; gewoon doen, de ‘Columbia Icefield Adventure Tour’. Je bent hier maar één keer. We weten nog dat we achteraf spijt hadden dat we de helikoptertour boven de Grand Canyon niet hadden gedaan toen we daar waren. Te pinnig?
We waren ruimschoots op tijd in het vertrekcentrum; een groot gebouw met een hotel, een restaurant, een Starbucks en een winkel. Het gebouw had een prima wifi zodat we uitgebreid konden WhatsAppen met beeldverbinding met onze jongens.
Het Columbia Icefield is een hooggelegen groot ijsveld van ruim 400 meter dik dat op verschillende plaatsen heel langzaam naar beneden zakt. Daar waar dat gebeurt heet dat een gletsjer. Zo heeft het Columbia Icefield zes gletsjers. Eén daarvan bezoeken we. Het eerste gedeelte omhoog met een bus over een redelijk gangbare weg. Vandaar gaan we verder in speciale voertuigen die hellingen tot 40% aankunnen en gecontroleerd over ijs kunnen rijden. Op het punt waar duidelijk te zien is dat de sneeuw onder druk ijs is geworden, kunnen we een kwartiertje rondlopen en foto’s maken.
We gaan terug naar het punt waar we weer overstappen in een bus. Die brengt ons naar de ‘Glacier Skywalk’, een rondgang boven een ravijn met een glazen bodem. Bijzonder en fraai, leuk om zo boven een ravijn te ‘zweven’. Extra leuk om een drietal witte berggeiten te spotten. Met dank aan onze verrekijker.
Terug in het centrum versturen we nog even een filmpje via WhatsApp en om vier uur zitten we in de camper aan de thee met een koekje. Morgen het tweede deel van de prachtige Icefield Parkway naar Jasper!
Columbia Icefield - Jasper
Op naar Jasper; verder naar het noorden over de Icefields Parkway! Zoals al verteld een route met adembenemende vergezichten, prachtige inkijkjes in het omringende landschap en in dit gedeelte twee indrukwekkende watervallen. We vertrekken voor tienen en hebben, vergeleken met afgelopen zaterdag, de weg bijna voor onszelf. Richting eerste waterval, de Sunwapta Falls, wordt het langzaam drukker. We vinden een plek op de bijna volle parkeerplaats en zien hoe de rivier met al haar kracht water door een smalle kloof duwt; een indrukwekkend schouwspel van de natuur.
De tweede waterval, de Althabasca Falls, is nog indrukwekkender. De gigantisch grote parkeerplaats is zo goed als volledig benut. De waterval is 12 meter hoog en het ijzig blauwe water stroomt hier in een kloof onder je door. De waterval behoort tot de meest ruige, wilde watervallen van de nationale parken in West-Canada. Je kunt op heel veel verschillende punten de waterval bekijken; prachtig aangelegd. Allerlei informatieborden vertellen over het ontstaan en de kenmerken. Wat me vooral opvalt is een bord waarop vermeld staat dat er elk jaar wel één of meer slachtoffers te betreuren valt. Waaghalzen die over de afrastering klimmen om nog meer te zien of gewoon stoer willen zijn. Met een beetje pech glibber je naar beneden. In het koude, ruige water heb je geen schijn van kans.
Voordat we naar de camping gaan, bezoeken we het stadje; tanken, inkopen doen en even gezellig rondlopen. Jasper is een erg leuk en gemoedelijk stadje. Het ademt outdoor adventure. Overal vind je fietsverhuur of kantoortjes waar je excursies kunt boeken.
We hebben drie nachten gereserveerd op één van de vele campgrounds. Campgrounds zijn campings in de natuur met wat minder faciliteiten, royale plekken met veel privacy. Deze campground is gigantisch groot en is in 2019 gerenoveerd Dode bomen zijn verwijderd. Nieuwe aanplant moet nog wat groeien. De faciliteiten zijn prachtig, de plekken zijn uitstekend. De doucheruimtes zijn erg mooi en netjes. De elk (ook wel eland of moose genoemd) lopen vrij rond. Rustige camping in een fantastische omgeving!
We maken voor de eerste keer gebruik van de ‘firepermit’. Met deze ‘vuurtoestemming’ die je verplicht bij moet betalen, mag je vuurtje stoken in een daarvoor bestemd vaste barbecue-achtige ronde vuurkorf. Ik weet niet of we dat nog een keer doen.
Jasper
De zon schijnt volop door een kier, precies in mijn gezicht. Het is 7 uur. Ik draai me om zodat het felle licht mij niet meer plaagt. Slapen is er echter niet meer bij. Half acht sta ik op en maak het ontbijt. Een gebakken ei met spek, thee, koffie en jus d’orange. De aardbeien zijn op; jammer.
Vandaag hoeft niets, alles mag. Een dag niksen of toch die zo aangeprezen tocht om via de Maligne Canyon en het Medicine Lake naar het bekende Maligne Lake te gaan. Maligne Lake ligt enkele honderden meters hoger, dus het zal daar nog wel winters zijn met alle beperkingen van dien. We besluiten het toch te doen en daar hebben we achteraf geen spijt van. Toegegeven, de eindbestemming, het Maligne Lake, had inderdaad de verwachte beperkingen; het meer was nog bevroren en er lag veel sneeuw. Maar de weg er naartoe en de andere twee stops compenseerden dat volledig.
De eerste stop, de Maligne Canyon, heeft zoals alle bekende attracties, een enorme parkeerplaats. Dat moet ook wel gezien de vele bezoekers die het meer aandoen met hun auto’s, campers van enorme afmetingen en andere recreatievoertuigen. Het is een smalle, grillige canyon, waar het water van de rivier met enorme kracht en rare wendingen doorheen geperst wordt; een fantastisch gezicht. We lopen de kortste route die desalniettemin nog best pittig is.
Het Medicine Lake is zo goed als leeg. Geen idee hoe dat komt. Staat ook nergens. Wel een imposant gezicht. Nog imposanter is een nest van een Bold Eagel. Met onze verrekijker goed te zien. De moeder (?) zit op het nest; heel bijzonder. Een klein stukje verder had ik daar een foto van kunnen nemen, maar het was daar zo vol dat wij er niet meer bij konden; jammer.
Op de weg terug werden we verrast door een grote zwarte beer. Hij liep op de weg zonder zich ook maar iets van ons aan te trekken. Volop gelegenheid om foto’s te nemen. Er waren andere weggebruikers die daarvoor hun raam durfden open te doen. Wij niet.
Terug op de camping hebben we een heerlijke gehaktbal gebraden en deze samen met een bietensalade en (slappe) frietjes verorberd. Nadien gaat Wilma lezen en maak ik het verslag van de dag. Wanneer ik daar klaar mee ben, volg ik haar voorbeeld.
Jasper
Vandaag een rustdag. Het is prachtig weer De zon schijnt volop. De temperatuur zal zo rond de 20° liggen. De (nieuwe) douches zijn fantastisch; royaal en van alle gemakken voorzien. Tegen twaalven nog even ‘de stad' in.
We moeten nog een brood kopen en willen dan tevens een pak witte wijn (Pinot Grise) meenemen. Wanneer we naar de parkeerplaats voor grote voertuigen afslaan, moeten we stoppen voor de gesloten slagbomen van het spoor. Even later komt de trein. Hij rijdt tergend langzaam. Twee grote locomotieven trekken een groot aantal tankwagons. Elke tankwagon is minimaal 20 meter lang. We weten uit ervaring dat het wel even duurt voordat je verder kunt. Om de tijd te doden, tel je dan het aantal wagons; 157! Dat beteken een totale lengte van bijna 4 kilometer! Het Amerikaanse en Canadese spoor wordt enkel gebruikt voor goederenvervoer. Het personenvervoer is afgeschaft toen, nu bijna 100 jaar geleden, de gezamenlijke auto-industrie de railverbindingen opkocht. Personen moesten maar met hun auto’s.
We besluiten eerst een gezellig restaurant op te zoeken. Dat is in een toeristisch stadje zoals Jasper, niet zo moeilijk: er is volop keuze. Wilma neemt spareribs met een stukje kip, ik een biefstuk. Het smaakt perfect!
Mount Robson Provincial Park
Vandaag het begin van de ‘terugweg’. Dat klinkt enigszins dramatisch. Maar dat is het niet. We hebben nog van alles tegoed. En wanneer we daar net zo van genieten als de eerste helft, hoor je ons niet klagen; integendeel.
Mount Robson is de meest prominente berg in de Rocky Mountains en is met zijn 3954 m het hoogste punt van het Canadese gedeelte van deze bergketen. Meestal zit hij ‘verstopt’ in de wolken of de mist, maar vandaag biedt hij zich prominent aan. Het gebouw op de foto is het Visitor Centre, een van de vele informatiecentra voor toeristen. Geheel gratis wordt allerlei informatie verschaft, vragen beantwoord en suggesties gegeven voor verder vermaak. En niet te vergeten; elk Visitor Centre heeft prima wifi. Wij kiezen voor een kopje koffie met een gebakje.
Hier moet de klok weer een uur terug gezet worden We hebben weer de Pacific zomertijd met 9 uur tijdsverschil met jullie. Verderop rijden wij over, wat heet, de Great Continental Divide. Op dit punt splitst het continent zich als het ware in tweeën. Alle rivieren ten oosten van dit punt stromen oostwaarts richting Atlantische Oceaan en alle rivieren ten westen komen uiteindelijk uit in de Stille Oceaan. Op deze weg komen we weer zo’n enorm lange goederentrein tegen, waarover ik gisteren vertelde.
De camping is sober en wat rommelig. Was (en is) dan ook met € 25,- verreweg de goedkoopste overnachting. Vanaf de camping lopen we een wandeling rond een meertje. Ook hier zijn weer allerlei voorzieningen om van het meer en z’n omgeving te genieten. De avond wordt, zoals elke avond, gevuld met lezen, triominos, skippo en/of bridgedelen, bieden en nabespreken.
Mount Robson Provincial Park - Clearwater
Hadden we tot nu zeer redelijk tot goed weer (in ieder geval droog); vandaag is het bewolkt en regent het. Weliswaar niet veel, maar toch. Het is heel ander weer. Een dag minder weer is geen probleem en tot daaraantoe, maar dat de verwachting voor de rest van onze Canada-dagen ook minder is, is effe een tegenvaller. Laten we maar afwachten, vaak valt het in de praktijk mee.
We gaan vandaag naar Clearwater, de entree van het ‘Wells Gray Provincial Park’. Dit park wordt wel het watervallenpark genoemd. Vanaf het Visitor Centre loopt een 70 km lange weg langs diverse watervallen en fraaie uitzichtpunten. De Helmcken Falls is met zijn 141 m hoogte de vierde grootste van Canada.
Vandaag is gepland om in het Visitor Centre de route uit te zetten, vooral omdat we van te voren moeten weten hoe lang en met hoeveel hoogteverschil de trails naar de diverse aanbevolen punten is. Wij moeten voor de kortere met niet al grote hoogteverschillen gaan. Gelukkig blijven er genoeg over. En de weerverwachting voor morgen is ook nog eens redelijk. Kunnen we ’s middags naar het park. Morgenvroeg willen we naar de wekelijkse ‘Farmer Market’.
In de loop van de middag wordt het droog en laat zich zelfs af en toe een schuchter zonnetje zien. Zo zie je maar weer. We verkennen de camping. Deze ligt aan een meertje, wat op zich al een fijn extraatje is. De plaatsen zijn royaal en de voorzieningen goed. Aansluitend maken we een wandeling in de buurt van de camping. Het valt ons op dat, net zoals in Amerika, zo goed als alle huizen van hout zijn. Ook valt ons op dat er rondom nogal wat huizen veel spullen zijn gestald die een rommelige en onverzorgde indruk geven. We zitten nog even buiten tot het weer betrekt en de eerste druppels vallen. Morgen weer een dag!
Wells Gray Provincial Park
Onze verwachting klopt, het weer is goed. Mooier dan verwacht zelfs! Dat geldt niet voor de Farmer Market: die valt met een zevental kraampjes verspreid over een sportveld wat tegen. En dat terwijl we speciaal op tijd zijn opgestaan. Zelfgebakken brood, zelf gefabriceerde koeken, groenteplantjes, vlees van eigen vee, een collectie glas in lood en een juffrouw die luisterboeken verkocht. Met een half uurtje waren we weer terug.
Dit betekent wel dat we op tijd naar het ‘watervallen park’, ‘Wells Gray Provincial Park’, kunnen vertrekken. En wat hebben we daar genoten! Prachtige, ruige natuur met telkens weer verrassende watervallen; indrukwekkend We bezoeken een vijftal. Hoewel de parkeerplaatsen erg groot zijn, moeten we met ons gevaarte af en toe behoorlijk manoeuvreren. Dat geldt ook voor een onverharde afkorting, die ons gisteren in het Visitor Centre was aanbevolen. Hadden we niet moeten doen. Een kilometer lang aan het stuur sjorren om zoveel mogelijk gaten te vermijden. En dat waren geen kleine gaten. We gingen af en toe zo tekeer, dat Wilma de glazen uit de kast haalde en onder de deken in bed stopte. Terug op de camping mocht er als beloning wijn in.
Bij de laatste waterval sprak ik een Nederlands echtpaar. Zij hadden vorig jaar in Nederland een camper gehuurd om te kijken of ze er één zouden aanschaffen. Ja hoor, eind vorig jaar één uitgezocht en besteld. Toen al waren er enorme problemen met de levering. Omdat verschillende onderdelen in China en India worden gemaakt, was er tijdens Covid een dusdanig tekort ontstaan, dat de levering enorm vertraagd was. Ze hoopten dat ie nog dit jaar geleverd zou worden. Trots liet de man een foto van de verwachte camper zien. ‘Dan zijn jullie nu hier in Canada natuurlijk met een camper’, was mijn reactie. Nee, toen ze twee maanden geleden er één wilden huren, was er nergens meer één te krijgen. Zelfde probleem. Ze waren met een huurauto.
Tegenover ons staat een Nederlands echtpaar. Zij waren hier al drie keer eerder geweest, maar dan enkel voor één overnachting om de volgende morgen weer verder te reizen. Dit jaar hadden ze bij hun reis als extra een campingpakket geboekt. Daarin zijn twee nachten op deze camping opgenomen. 'Twee nachten Clearwater; waarvoor dan wel?' Hij wist niet van het bestaan van het Wells Gray Provincial Park. Toen ze aan het eind van de middag terug kwamen uit het park, waren ze zeer enthousiast. Zo zie je maar, goed voorbereiden betaalt zich uit.
Volgens de buurman wordt er in het restaurant op de camping een uitstekende maaltijd geserveerd. Niet dat we hem niet geloven, maar dat wilden we zelf vaststellen. Wilma heeft zalm met een glaasje Pinot Gris, ik een biefstuk met een Canadees Pilsje. Samen een salade. Beide gerechten werden geserveerd als plateservice. Kwaliteit was redelijk tot goed.
North Thompson River Provincial Park
Vandaag is het weer volgens verwachting somber met dreiging van regen. De camping loopt langzaam leeg. Wij hebben nog een dag. Dit was één van de campings die we gereserveerd hadden; drie dagen, en vandaag is de derde dag. Volgens plan zouden we vandaag in een ander natuurpark gaan wandelen. Wel of niet doen? Ach, laten we maar doen. Gaan we eerst tanken.
Het is het ‘North Thompson River Provincial Park’ daar waar Clearwater River en de North Thompson River bij elkaar komen. Een park waar je veel korte wandelingen kunt maken. Vanaf het uitzichtpunt onderscheid je de groene Clearwater River gemakkelijk van de bruine, modderige North Thompson. Langs de rivieroevers zijn ronde kuilhuizen en voedselopslagplaatsen van de Shuswap, de oorspronkelijke bewoners (First Nations), te vinden. Dit soort restanten uit die tijd worden sinds afgelopen jaren meer en meer nadrukkelijk vermeld en beschreven. Al met al lopen we een uurtje door het park en langs de rivier.
North Thompson River Provincial Park - Whistler
Vandaag weer een reisdag met een prachtige route. We vertrekken met regen en zo’n 17°C. Twee honderd kilometer verderop zijn de fleeces uit en is het zonnig met zo’n 23°C. We zijn op bezoek bij; wat heet, een ‘Ghost Town’: een stadje dat tijdens de Gold Rush aan alle kanten leefde, maar verlaten werd toen er geen goud meer gevonden werd. Het is echter geen echte. Hij is nagebouwd door een fanatieke en gedreven liefhebber. We vinden het euk om hem horen te vertellen. Hij heeft een museumpje waarvoor hij allerlei spullen van eind 19e, begin 20e eeuw heeft verzameld; spullen met verhalen. Hij vertelt ook dat het gebied waar we zijn de Canadese woestijn is. Hij noemt het dan ook koud. Het weer is van slag. Het had nu minimaal 30°C moeten zijn. Aan de weinige en woestijnachtige vegetatie hadden we inderdaad al gezien dat het een erg warm gebied moet zijn. De man vertelt dat hier vorig jaar nog een temperatuur van bijna 50°C werd bereikt.
Het is echt een prachtige route. Ook de volgende 100 km komen we ogen tekort. Gelukkig zijn op de mooiste punten zogenaamde viewpoints; uitzichtpunten waar je even in alle rust kunt genieten. De camping waar we overnachten is gratis. Het hoort bij een dam in de Seton River. De dam is onderdeel van een waterkrachtcentrale. De camping ligt midden in de natuur, is prachtig ingericht, maar heeft verder geen voorzieningen.
Het voordeel van de langere rit van vandaag is, dat het morgen nog maar 100 km naar Whistler is. Daar zou het morgen nog mooi weer worden, dus we willen er op tijd zijn!
Whistler
Het begint eentonig te worden, maar wat is West Canada mooi! Vandaag weer een prachtige route. Een bergroute deze keer, en ook nog met fraai weer. De chauffeur heeft het wel druk en ziet minder van al dat moois dan de bijrijder. Vandaar dat we dit keurig verdelen.
Hellingen tot 13% zijn een uitdaging voor ons logge voertuig met z’n gewicht van meer dan 6000 kg. Op tijd de automaat in z’n twee is dan belangrijk. Ook vandaag spotten we wild, maar helas niet de Grizzly, hoewel we door zijn leefgebied reden. De afstand naar Whistler is weliswaar zo’n 135 km, maar de gemiddelde snelheid lag niet ver boven de 40 km per uur. Zo maak je met een paar stops al gauw een trip van 4 uur.
We zijn in Whistler voor de ‘Peak 2 Peak’, een machtige en vooral lange kabelbaan tussen de toppen van twee bergen. Voordat je bij die kabelbaan bent, moet je eerst met de cabinelift omhoog. Die voert je 4,4 km verder naar een hoogte van 1810 meter. Daar ligt nog volop sneeuw. Onderweg heb je een geweldig uitzicht over de omgeving. Het uitzicht over de vallei vanuit de ‘Peak 2 Peak’ is fenomenaal. Het diepste punt ligt 436 meter onder de gondel. Op de ‘heenreis’ wachten we op de gondel met een glasbodem. Je vliegt als een vogel over het dal met de groene bomen en het snel stomende riviertje onder je.. De ‘Peak 2 Peak’ heeft het record van langste, ononderbroken kabelbaan ter wereld. Het enige wat tegenvalt is het bezoek aan de kassa. Twee personen + parkeren: € 150,-.
Nadien lopen we nog even door het stadje voordat we naar ons nachtverblijf gaan. Dit keer weer een campground midden in de natuur; weliswaar zonder voorzieningen, maar prachtig gelegen. Het bos grenst aan een snel stromend riviertje. Inmiddels is het weer, zoals voorspeld, omgeslagen. Na het eten vallen de eerste druppels.
Whistler - Vancouver Island
Vandaag de oversteek naar Vancouver Island. De rit gaat van Whistler naar de ferry in Horseshoe Bay. Een ingespannen rit vanwege de drukte, het miezerige weer, de vele hoogteverschillen en de ontelbare bochten. We varen met de ferry van 13.00 uur. Het is een rustige vaart van bijna twee uur.
Aangekomen op Vancouver Island, is het weer inmiddels een stuk vriendelijker geworden. Op weg naar de camping waar we vandaag willen overnachten, bezoeken we een bos met enorme cederbomen. Het parkeren om daar te komen is hier heel erg beperkt. We moeten met ons gevaarte nogal manoeuvreren om een plekje te vinden.
De camping is weer een campground, midden in de natuur met veel privacy, maar weinig voorzieningen. Je kunt je afval kwijt in afvalbakken met ingenieus geconstrueerde handvatten om te openen zodat beren die onmogelijk open kunnen krijgen. Voor kampeerders in tenten zijn er dito bakken om voedsel, tandpasta en dergelijke in te bewaren. Ook zijn er voor hen zogenaamde pit toiletten; toiletten zonder riool.
Vancouver Island (Pacific Rim National Park)
Het heeft de hele dag geregend. Alle plannen vielen in het water. Ach, na zoveel mooie dagen is het niet vreemd dat het een keer regent, althans statistisch. We besluiten door te rijden naar de camping die we besproken hebben in het Nationale Park ‘Pacific Rim’. Weliswaar een dag eerder, maar dan hebben we in ieder geval faciliteiten. We moeten een keer ‘dumpen’, de afvaltank legen en elektra is ook wel prettig. Er zijn 94 plekken voor campers; een nachtje extra zal begin juni geen probleem zijn. Maar toch, wanneer we het bord van de camping zien, hangt daaronder de mededeling dat de camping vol is. We hebben geluk, er is nog één plek voor één nacht. Kunnen we morgen naar onze besproken plek. Rond tweeën staan we op plek 68. Een middagje luieren, lezen en spelletjes doen.
De route van vandaag is een bergachtige weg langs meren en snelstromende rivieren. Het is een aaneenschakeling van hoogteverschillen en bochten, af en toe zo scherp dat de toegestane snelheid 20 km is. Het maximale hellingspercentage is 18%; het lijkt wel een afgrond. Halverwege wordt de weg ook nog eens smaller. Tot het punt waar de weg over een kleine kilometer zo goed als volledig is ingestort. Terwijl er volop gewerkt wordt aan het herstel is er een enkelbaans noodoplossing voor het verkeer gemaakt. Daarbij moet je bedenken dat deze weg op dit punt de enige verbinding tussen oost en west is. De enkelbaans noodvoorziening is een avontuur op zich.
Stapvoets hobbelen we door kuilen, gaten en over rotsblokken. Voor je kijken; opzij is het af en toe griezelig diep. Wanneer we aan het eind zijn, zien we de meer dan een kilometer lange rij met bestuurders die aan de andere kant wachten tot zij mogen rijden. Daar mogen we over drie dagen op de terugreis wel rekening mee houden.
Vancouver Island (Pacific Rim National Park)
In 2000 is ‘Pacific Rim’ toegevoegd aan de Nationale Parken van Canada. Het biedt prachtige stranden en een woeste rotsachtige kust aan de westkust van Vancouver Island. De oerbossen herbergen Douglas sparren van meer dan 600 jaar oud. Een heerlijk ruig gebied waar alles ontelbare jaren met rust is gelaten.
De aangrenzende Pacific Ocean is het leefgebied van zeeleeuwen, zeehonden, orka’s en verschillende soorten walvissen. Zo zien we op een rots niet ver uit de kust een kolonie zeeleeuwen; lang leve onze verrekijker. Maar wil je echt de orka’s en walvissen van dichtbij zien, dan moet je op een walvissafari. Je hebt dan bijna 100 procent garantie dat je er één of meer ziet. De kapiteins weten precies waar ze naartoe moeten om de dieren te zien, zonder ze lastig te vallen. Inmiddels hebben we ervaren dat dit soort excursies niet goedkoop zijn. Ook deze niet; € 100,- per persoon. Maar we schreven het al eerder: ‘Je bent er maar één keer!’. Gewoon doen. De excursie staat morgen om half elf op het programma.
Na het ontbijt lopen we een trail die vlak bij onze staanplaats begint; een trail naar het strand. Het is een pad, steil naar beneden. Een adembenemende indruk, ook wanneer we beneden zijn met het vergezicht over eindeloze stranden. Aan de randen, tegen de bossen liggen overal boomstammen. Ze lijken wel geconserveerd. In ieder geval is geen enkele boom verrot.
Op weg naar Ucluelet, een stadje iets zuidelijker, doen we nogmaals de kust aan. Daar zien we ook surfers, wat hier met die hoge golven in de branding prima kan. Wel een wetsuit, want het water is rond de 5°. In Ucluelet gaan we naar ‘Het Aquarium’, waar het zeeleven zoveel mogelijk tentoon wordt gesteld. Uiteraard ontbreken de grote dieren, maar om van dichtbij te zien wat er verder zoal in zee leeft, is verbazingwekkend.
Vancouver Island (Tofino)
Wanneer je hier aan één of andere aangeboden activiteit deelneemt, moet je een verklaring tekenen waarin je aangeeft dat je geïnformeerd bent over alle mogelijke risico’s en dat je de aanbieder van de activiteit vrijwaart van elke aansprakelijkheid, welke dan ook. Dit is overgewaaid uit Amerika, waar dit al jaren het geval is. Ze zijn daar heel streng in. Wanneer je weigert te tekenen, ga je niet mee. Ik betwijfel of de aanbieder bij een ‘Whale Watching Tour’ zoals die van vandaag, bij nalatigheid niet aansprakelijk is. In Nederland is de consument gelukkig veel beter beschermd.
De tour is een belevenis op zich. We hebben geluk. Het is (en blijft) droog, de zee is kalm en er zijn een aantal walvissen gesignaleerd waar we naar toe zullen varen. We zijn met ruim dertig opvarenden. De boot vaart snel en gaat aardig tekeer. Je moet je constant vasthouden. Mensen die last hebben van zeeziekte zullen geen leuke trip hebben. De vele eilandjes vormen een aantrekkelijke horizon die constant verandert en nooit verveelt.
We spotten daadwerkelijk walvissen. Het zijn er van het soort dat bij het ademhalen (dat met de bekende ‘fontein’ gepaard gaat), enkel een deel van hun rug laat zien wanneer ze weer naar beneden duiken. Het andere soort (de bultrug?) laat daarbij ook zijn staart zien, wat een veel indrukwekkender gezicht is. Wat ons betreft valt het ‘walviskijken’ dan ook een beetje tegen. Toch hadden we de tocht niet willen missen.
We spreken een Nederlands paar dat gisteren ook zo’n tour maakte, maar geen enkele walvis gespot had. Dat was ook de reden dat ze vandaag gratis nog een keer mee mochten. Deze ‘garantie’ gold enkel wanneer er plaats over was. Betalende gasten zouden voor gaan. Wij hadden aan deze garantie sowieso niets gehad, want morgen reizen we verder.
Voordat we teruggaan naar de camping, willen we nog wat boodschappen doen in het stadje (Tofino). Dat valt best tegen. Wanneer je al een grocery (kruidenier) gevonden hebt, heb je nog lang geen parkeerplaats voor ons gevaarte. Met wat sjoemelen lukt het uiteindelijk. Na een laatste wandeling over het strand, zijn we rond half vijf weer op de camping; lezen en spelletjes. We hebben geen televisie en eerlijk gezegd missen we die ook niet. Waarom we dan thuis wel kijken, weten we eigenlijk niet. Gewoonte?
Vancouver Island (Victoria)
Vandaag naar Victoria, de hoofdstad van Vancouver Island. Vancouver Island telt ongeveer 750.000 inwoners, waarvan bijna 90.000 in Victoria wonen. Het eiland is qua oppervlakte ruim driekwart van Nederland dat 17,5 miljoen inwoners telt. Geeft een beetje de verhouding tussen bewoonde en onbewoonde oppervlakte op Vancouver Eiland weer. Natuur is troef.
Vandaag is een reisdag; 300 km, al is er volop gelegenheid voor stops. Het is mooi weer, de zon schijn. De natuur ziet er heel anders uit dan op de heenweg toen het regende. Er is weinig verkeer en we hoeven niet lang bij de half ingestorte weg te wachten. De laatste 120 km is snelweg. Alleen heeft die hier geen ongelijkvloerse kruisingen, maar verkeerslichten bij elk kruispunt. Je maakt er een gokspelletje van of je wel of niet moet stoppen.
Onze eerste stop maken we bij vrienden van bekenden. Deze mensen wonen in Port Alberni, dat op onze route ligt. ‘Doe ze de groeten van ons’, werd ons verteld, dus dat doen we. Ze wonen riant met een groot stuk grond rond hun mooie huis; buitenaf, min of meer in de natuur. Ze zijn 10 jaar geleden naar Canada verhuisd en hebben een inmiddels druk bezochte B&B. Ze voelen zich thuis op deze plek, vooral door de vele Nederlandse (B&B-)contacten. Neemt niet weg dat we aan alles merken dat ze in hun doen, laten en denken Nederlanders zijn gebleven. Zo leest Joop elke ochtend de digitale versie van ‘De Gelderlander’. Uiteraard doen ze ‘de groeten terug’ aan hun vrienden.
Een klein stukje verderop maken we een tweede stop bij een waterval. Het is één van de rivieren waar in oktober de zalm tegen de stroom in terugkeert naar haar geboorteplek om daar eieren te leggen en te sterven. Tenminste, wanneer ze op weg daar naartoe niet gevangen is (bijvoorbeeld door Joop, een verwoed sportvisser) of een mals hapje voor een beer geworden is.
Een derde stop is op een plek aan het water tussen het eiland en het vasteland. We staan bij een aantal motorrijders. Eén daarvan is een vrouw van onze leeftijd. Zij heeft een nieuwe motor met twee achterwielen. Rijden met een gewone motor vond ze te onzeker en gevaarlijk geworden. We overnachting op een zogenaamd RV-park (RV staat voor Recreationel Verhicle), allemaal naast elkaar, alle voorzieningen, geen natuur. Dit RV-park is groot. Het telt zo’n 450 plaatsen. Wanneer je slaapt, merk je daar niets van.
Vancouver Island (Victoria)
Vandaag bezoeken we de Butchart Gardens.
Robert Butchart, een producent van potlandcement, kwam met zijn vrouw Jennie naar Vancouver Island vanwege de daar aanwezige rijke kalkafzettingen die nodig waren voor de productie van cement. Toen een Japanse tuinarchitect 1912 in Victoria een Japanse tuin had aangelegd, werd Jennie zo enthousiast dat zij ook door hem een Japanse tuin aan liet leggen. Zo begon een hobby die nauwelijks grenzen had. Nadat de kalksteengroeve uitgeput was, begon Jennie er de ‘Sunken Garden’, een prachtig onderdeel van de tuinen. Toen de hobby steeds meer uit de hand liep en het aantal bezoekers alsmaar toenam, besloot de regering Butchart Gardens de status van ‘National Historic Site of Canada’ te geven. En niet onterecht, want het zijn daadwerkelijk prachtige tuinen. We genieten!
Vancouver Island - Vancouver
Onze laatste volledige dag in Canada en het laatste verslag van deze reis!
Van de camping naar de ferry is niet ver. We kunnen mee met de ferry van 11.00 uur. De vaart duurt anderhalf uur. Het is altijd leuk zo’n tocht. Vooral omdat je tussen heel veel eilanden door vaart; klein, groot, soms bewoond, soms onbewoond.
Het is prachtig weer en we verblijven dan ook het grootste deel van de vaart op het bovenste dek, het zonnedek. Daar ontmoeten we een Duits echtpaar dat hetzelfde rondje heeft gemaakt. Overigens maakt bijna iedereen dat rondje. Zij wonen in Berlijn. We vertellen hoe wij Berlijn hebben ervaren en stellen vast dat je als bezoeker anders tegen een stad aankijkt dan een bewoner. Bij het vasteland komen we aan in Tsawwassen, een naam die voor mij niet uit te spreken is. De naam blijkt van de oorspronkelijke bewoners, de 'Tsawwassen First Nation’ te zijn.
De rit door de stad naar het RV-Park is redelijk heftig. Het is erg druk en op veel plaatsen zijn ze bezig met herstelwerkzaamheden. We zijn mooi op tijd. Kunnen we in alle rust met het inpakken van de koffers beginnen. Na een uurtje zijn we zover dat we besluiten morgenvroeg verder te gaan.
Morgenvroeg moeten we de camper weer inleveren. Aan het eind van de middag, 10 over half zes, vliegen we naar huis. Dat wordt een lange zit op het vliegveld. En dan zit onze camperreis er alweer op. Onze persoonlijke ervaring? Canadezen zijn vriendelijk en behulpzaam, maar je hebt minder snel en minder spotaan contact met een Canadees dan met een Amerikaan. We hebben relatief veel Nederlandse vakantiegangers ontmoet en toch nog relatief veel mondkapjes gezien. En hoewel Canada een erg duur land is, is het qua natuur echt prachtig! Wij hebben genoten tijdens onze reis.