IJmuiden - Newcastle upon Tyne
Het is zover: na onze trip twee jaar te hebben uitgesteld, gaan wij de komende weken eindelijk op road trip door Schotland. We hebben onze reis goed voorbereid: na het bingewatchen van alle seizoenen van Outlander spreken we vloeiend Schots (at least a wee bit!) en Bob heeft twee reisboeken verslonden (én niet onbelangrijk: Schotse whisky gedronken). Kortom: we zijn er klaar voor!
Op de ochtend van vertrek is het chaos in huis: broerlief en vriendin passen op de honden en hebben hun thuiskantoor geïnstalleerd terwijl wij de laatste dingen verzamelen. Met de camper bepakt en bezakt, beginnen we uiteindelijk 1,5 uur later dan gepland aan onze reis naar IJmuiden. Daar zullen we de nachtboot naar Newcastle upon Tyne in Noord-Engeland nemen.
Eenmaal bij de terminal passeren we de ticket- en paspoortcontrole, waarna een jongeman zonder verdere tekst en uitleg nors gebaart dat we moeten wachten. Na twintig minuten mogen wij eindelijk het schip betreden, op de voet gevolgd door een touringcar. De reis kan beginnen!
Voordat we uitstappen, krijgen we van een medewerker eindelijk te horen waarom we moesten wachten: vanwege de hoogte van de camper zijn we achteraan in de rij geplaatst. Bij aankomst in Newcastle moeten wij wachten tot alle personenauto’s het schip verlaten hebben, daarna zal het dak in hoogte versteld worden en mogen wij ook uitrijden. We balen een beetje van de vertraging die dit zal opleveren, maar laten ons niet uit het veld slaan. Het is vakantie! We nemen de lift naar onze hut, die klein maar knus is, droppen onze bagage en gaan op verkenning. Op het schip bevinden zich een restaurant, een bar, een casino, een uitgaansgelegenheid en twee bioscoopzalen. Hier krijgen we de tijd wel om! Op het bovendek bewonderen we de woeste zee, waarna we een drankje nuttigen en aanschuiven aan een 3-gangendiner dat bijzonder goed smaakt. We twijfelen nog over de bioscoop, maar besluiten toch maar naar bed te gaan. Morgen wordt een lange dag!
Newcastle upon Tyne - Edinburgh
Ondanks de deining slapen we prima en uitgerust verschijnen we vrijdagochtend aan het ontbijt. We zijn bijna in Newcastle upon Tyne! Na wat fruit, roerei en een goede kop koffie (er is een Starbucks aan boord!) verzamelen we onze bagage en begeven we ons naar het autodek. Daar wachten we tot alle andere passagiers minus wijzelf en de chauffeur van de touringcar het schip verlaten hebben. Daarna vertellen we de douanier over onze vakantieplannen en zijn we onderweg naar Edinburgh!
Als eerste staat er een stop in Alnwick op het programma. Bij Alnwick Castle zijn diverse scènes uit speelfilms en series opgenomen, waaronder Harry Potter. Als fan van de tovenaarsleerling kan ik deze stop natuurlijk niet overslaan. We sluiten ons aan bij een rondleiding en krijgen alles te horen over wat de filmcrews en acteurs van Harry Potter, Downtown Abbey en Transformers hier uitgespookt hebben. De gids doet dit erg leuk en we genieten van de inside information en het zonnetje. Na afloop besluiten we na even twijfelen de kasteeltuinen links te laten liggen (hoewel ze er prachtig uitzien) en onze weg naar Edinburgh te vervolgen.
Aangezien we geen vast plan hebben, nemen we spontaan een kustroute richting de Schotse hoofdstad. Dat levert ons wat vertraging op, maar ook mooie vergezichten over de zee in de verte. We vervolgen onze weg door prachtige dorpjes vol typisch Engelse cottages en velden met wilde bloemen. Eenmaal in Edinburgh zetten we koers naar ons hotel, waar we de komende twee nachten zullen verblijven. Het Holiday Inn Express Edinburgh - City West hotel ligt net buiten het centrum en beschikt over een grote en overzichtelijke parkeerplaats, waar we de camper met een gerust hart achterlaten. We halen de hoognodige spullen uit ons voertuig en frissen ons op. Volgens de receptioniste is de binnenstad goed te bereiken met het ov, maar eenmaal bij de bushalte blijkt dat de eerstvolgende bus pas over 25 minuten vertrekt. Dan lopen we liever. Na een half uur bereiken we New Town, waar we onze eerste Schotse maaltijd nuttigen en de avond afsluiten in een zogenaamde speakeasy: een ‘hidden bar’ die op zich voordoet als barbershop. Moe maar voldaan bestellen we een Uber naar het hotel, waar we als een blok in slaap vallen.
Edinburgh
We beginnen de dag met een verrassend goede kop koffie en een rondje langs het ontbijtbuffet. Daarna wandelen we opnieuw richting de binnenstad: wat beweging is niet verkeerd. We lopen door Princes Street Park, bezoeken Edinburgh Castle en wandelen over de Royal Mile naar Victoria Street. Deze straat stond model voor Diagon Alley uit Harry Potter en uiteraard wordt dat gegeven uitgemolken: er bevindt zich een winkel met wel drie verdiepingen aan merchandise. Deze Potterhead is daar niet ongevoelig voor enkele souvenirs rijker verlaten we het pand.
We lopen even binnen in het Writer’s Museum, passeren het cafeetje waar J.K. Rowling delen van de Potter-serie neerpende en bezoeken the Greyfiars Kirkyard, het kerkhof waarvan gezegd wordt dat de schrijfster inspiratie opdeed voor de namen van haar personages. Onderweg passeren we drie groepjes toeristen onder begeleiding van enthousiaste gidsen, veelal studenten die het geven van Harry Potter-tours als interessante bijverdienste zien. We strijken neer in een pub voor een drankje, wandelen nog een stukje en bezoeken dan een speciaalbiercafé waar we een broodje eten onder genot van – hoe kan het ook anders – een biertje. Omdat we tickets hebben voor de Hop On Hop Off bus stappen we in en hoewel de gids er echt een feestje van maakt, komen we tot de conclusie dat we bijna alle highlights al gezien hebben tijdens onze tocht te voet. We besluiten op zoek te gaan naar een boekwinkel en drinken onderweg nog een drankje bij Brewdog.
Een uur en drie boeken later wandelen we richting Leith, een voorstad van Edinburgh. Volgens de ober van één van de cafeetjes van vanmiddag is Leith in opkomst en dus de moeite van het bezoeken waard. We zijn het niet helemaal met hem eens: Leith is behoorlijk ver lopen en lang niet zo authentiek als Edinburgh zelf. Wel komen we op aanraden van de jongeman bij een leuke pub aan het water terecht. Temidden van de locals doen we ons tegoed aan lokaal gemaakte Schotse pies met veel jus, frietjes en een lokaal gebrouwen biertje. We moeten al die extra stappen natuurlijk wel compenseren! Met onze Uber-chauffeur kletsen we 15 minuten over de verschillen tussen Engeland en Schotland, waarna we nog een drankje drinken in de hotelbar en onder de wol kruipen.
Edinburgh - Arbroath
Ons kampeeravontuur gaat beginnen! Na een uitgebreid ontbijt checken we uit en zetten we koers naar Queen’s Drive. Daar starten we aan een korte maar pittige hike naar Arthur’s Seat. Deze voormalige vulkaan biedt een prachtig uitzicht over Edinburgh. Op 251 meter hoogte gaan we onze gangen van gister na: het kasteel, het paleis en The Scott Monument zijn, hoewel gehuld in een dichte mist, allemaal zichtbaar.
Terug bij de camper verruilen we onze wandelschoenen voor een paar sneakers en zetten we koers naar de tweede stop van vandaag: Midhope Castle. Dit pand stelt in de serie Outlander ‘Lallybroch’ voor. Net als in Diagon Alley in Edinburgh, worden toeristen ook hier een poot uitgedraaid: voor minder dan £6,- kom je niet in de buurt van het kasteel. Aan de prijs om vijf minuten rond te kijken en een foto te schieten van het ouderlijk huis van Jamie en Jenny. Later vanmiddag staat een tweede Outlander-locatie op het programma: de plek die in de serie decor staat voor Inverness: Falkland. Terwijl we foto’s schieten van de iconische fontein uit de serie, loopt er een bruidspaar langs in traditionele Schotse kledij: de bruid draagt een witte jurk vol tule en de bruidegom is gehuld in een kilt. Superleuk om te zien!
Bij een broodjeszaak scoren we koffie en een broodje. De eigenaresse vraagt naar onze plannen en adviseert ons de ‘East Fife Coast Route’ te rijden. Deze kustroute voert ons door havenstadjes en kustdorpjes naar onze volgende bestemming. Aanvankelijk zou dat Aberdeen zijn, maar wegens tijdgebrek besluiten we onze eindbestemming te wijzigen. We stoppen in Crail, een werkelijk adembenemend kustdorpje, waar we een kop thee drinken en ingrediënten voor een maaltijd verzamelen. We twijfelen even later om in St. Andrews te overnachten omdat dit dorp er zo gezellig uitziet, maar besluiten toch te gaan voor wat meer kilometers op de teller. Uiteindelijk parkeren we de camper op een wildkampeerplaats aan zee tussen een heleboel andere voertuigen in havenstadje Arbroath. Bob bereidt een heerlijke pasta die we buiten op de campingstoeltjes opeten. Als het begint te regenen verkassen we naar binnen. Naarmate de avond vordert, gaat het steeds harder tekeer. Hoewel het geluid van de regen op het dak nu wel wat heeft, hopen we dat het morgen droog is. De vooruitzichten zijn niet al te best. Na een biertje en wijntje zoeken we onze knusse daktent op, waar we in slaap vallen met op de achtergrond het geluid gierende wind en een wapperend tentzeil.
Arbroath - Aviemore (Cairngorms National Park)
Als we wakker worden is het niet opgeklaard. Sterker nog: het gaat zó tekeer buiten, dat we besluiten de tent in te klappen en ergens uit de wind te ontbijten. We rijden naar een winkelcentrum, scoren bij McDonald’s een kop koffie en verbazen ons over het aantal mensen dat hier op zondagochtend aan het ontbijt zit. Gewapend met onze warme drankjes smeren we een broodje, waarna we een rondje supermarkt doen. Bob haalt bij Halfords een fles Oil stop leak om een probleempje aan onze olietank te verhelpen. Havenstadje Arbroath staat bekend om de ‘Arbroath Smokie’, een gerookte schelvis die ik graag had willen proeven. Vanwege het weer besluiten we het bezoek aan de haven toch maar te laten wat het is. In plaats daarvan zetten we koers naar onze eerste stop van vandaag: het gehucht Kinloch Lannoch, dat als decor dient als Craigh na Dun in de Outlander-serie.
Onderweg maken we een stop in Birnam, waar ik een tentoonstelling over schrijfster Beatrix Potter bezoek terwijl Bob een zekering van de camper vervangt. We passeren de Aberfeldy Destilleerderij, waar we rondlopen, de giftshop bekijken en wat foto’s schieten. Over kronkelpaadjes met aan weerszijden van de weg eindeloze vergezichten en roze heidebloemen, vervolgen we onze weg. We spotten de eerste Schotse hooglanders en ontwijken schapen die midden op de weg lopen. Een bordje wijst Outlander-fans de weg naar ‘Craigh na Dun’ en informeert ons dat de magische stenen alleen tijdens het filmen aanwezig zijn. Dit hadden we al op internet gelezen, maar ook zonder stenen is het prachtig en vind ik het heel bijzonder om op deze ‘real-life filmset’ rond te lopen.
Terug bij de camper berekenen we hoeveel kilometer we nog willen rijden voordat het donker wordt. We besluiten richting Inverness te rijden. Na twee uur stoppen we in Aviemore voor boodschappen en bij het zien van het plaatsnaambord besef ik dat we ons in Cairngorms National Park bevinden. Een geluk bij een ongeluk, want hoewel we zonder vastomlijnd plan rijden, staat dit park wel op mijn verlanglijstje. Op Park4Night vinden we een leuke wildkampeerplek op slechts een kwartier rijden van onze huidige locatie en we zetten ons kamp voor vannacht op. Terwijl ik kook sprokkelt Bob hout voor een kampvuur en even later zitten we heerlijk te eten onder het genot van een biertje en een wijntje. Na het avondmaal zoek ik op Komoot een wandeling uit voor morgen, terwijl Bob water gaat halen bij een riviertje en de campingdouche installeert. Dankzij een doucheslang en campinggeiser kan hij zich verfrissen met heerlijk warm water. Ik lees nog een paar hoofdstukken in mijn boek en dan vinden we het mooi geweest voor vandaag. We maken het vuur uit en kruipen de daktent in. Echt vroeg hoeven we morgen niet op te staan: tot 10.00 uur is er regen voorspeld.
Cairngorms National Park - Loch Ness
De weersvoorspelling blijkt redelijk accuraat: tijdens het ontbijt regent het nog, maar wanneer we vertrekken is het opgeklaard en schijnt er zelfs een zonnetje. Dat blijkt van korte duur: als we de camper parkeren bij de Cairn Gorm Mountain parkeerplaats, begint het te druppen. Op het laatste moment duwt Bob nog een extra jas in zijn rugzak en prop ik een dikke trui in de mijne. Daar zijn we tijdens de wandeling heel blij mee: tijdens de pittige klim naar boven hebben we het warm genoeg, maar wanneer we de top van de berg bereiken, koelt het enorm af. De gierende wind blaast natte dekens van wolken af en aan. Door de grijze waas zien we geen hand voor ogen. Zonder de piramides van stenen die aanduiden waar het pad loopt, zouden we zomaar de diepte in kunnen stappen. Verkleumd en met verzuurde spieren lopen we gestaag door. Klagen doen we niet, maar onze verbeten gezichten verraden dat dit niet onze favoriete tocht is. Hoewel we gewend zijn aan zware hikes, sleept normaal een adembenemend uitzicht ons er doorheen. Dat is hier ver te zoeken. Pas enkele kilometers later trekt het wolkendek een beetje open en ontwaren we door de mist kilometers uitgestrekte groene bergen.
Met hernieuwde zin zetten we de pas erin en even later breekt de zon helemaal door. Terwijl onze ledematen langzaam opwarmen, leggen wij de laatste kilometers af met een tevreden glimlach op ons gezicht. Die wordt nog breder wanneer ik tijdens de laatste kilometer in de verte een kudde rendieren spot. Een echt gelukje: een paar meter verder onttrekt het met gras begroeide berglandschap de dieren alweer uit het zicht. We trakteren onszelf op een kop koffie met gebak en scoren in de giftshop een koelkastmagneet voor de collectie. Daarna zoeken we de camper op.
Op de terugweg uit het park passeren we een Reindeer Farm, maar deze blijkt net te sluiten. De tours die ze aanbieden lijken ons erg leuk, dus het is jammer dat we deze moeten overslaan. Een tweede dag in Cairgorms had ons sowieso wel aangestaan: we zien mensen suppen en kanovaren op een meer en ‘gateway to Cairgorms’-dorpje Aviemore ziet er gezellig uit. De bosweg doet ons denken aan die bij de Grand Canyon en Aviemore heeft wat weg van Jasper en Banff in Canada. Twee van onze favoriete bestemmingen! De tijd gebiedt ons echter door te rijden naar de volgende bestemming: Loch Ness. Daar komen we aan rond etenstijd. Het blijft droog, dus nadat we de daktent hebben uitgeklapt, begin ik buiten meteen met koken. Er staat curry op het menu. Na het eten nemen we een heerlijk warme douche in het toiletgebouw en drinken we een drankje. Helaas zonder kampvuur, want dat is op deze camping niet toegestaan. Morgen beter!
Loch Ness - Inverness - Helmsdale (NC500)
Het is droog als we opstaan, dus ik overweeg te gaan hardlopen. Uiteindelijk besluit ik dat het verstandiger is om mijn spieren een dagje rust te gunnen na de wandeling van gisteren. Wel maak ik van de gelegenheid gebruik om nog eens een heerlijke douche te nemen. Als ik het toiletgebouw uitloop, blijkt dat het alsnog is gaan regenen. Bob heeft alles al ingepakt en staat bij de campingingang op me te wachten.
Met tussenpozen is het droog en we nemen prachtige foto’s van het meer. Ik durf zelfs een eindje het water in te waden. Nessie komt niet aan mijn tenen knabbelen. Van Inverness hadden we hoge verwachtingen, maar de ‘hoofdstad van de Highlands’ blijkt nogal een anticlimax. Het stadje is doodgebloed en we zien vrijwel alleen leegstaande panden en louche figuren. De regen, die inmiddels met bakken uit de lucht komt, draagt niet bij aan het sombere straatbeeld. We schuilen in een klein overdekt winkelcentrum en bezoeken een oude boekwinkel, waarna we de camper opzoeken. In elk geval hebben we lekkere koffie: een Starbucks is er dan weer wel.
Vanuit Inverness zetten we koers naar Culloden Moor: het slagveld waar de Jacobieten in 1746 hun laatste veldslag tegen de Engelsen verloren. In minder dan een uur lieten 1250 aanhangers van het House of Stuart het leven tijdens deze strijd. Gewapend met paraplu’s wandelen we over het slagveld, waar grafstenen met de namen van Schotse clans de naamloze, in een massagraf begraven Jacobieten eren.
Omdat we eigenlijk veel meer tijd in Inverness gepland hadden, lopen we voor op schema en we besluiten al te beginnen aan onze route over de ‘North Coast 500’. Deze ‘Europese Route 66’ bestaat sinds 2015 en begint in Inverness en eindigt na een tocht van ruim 500 mijl via de west- en noordkust ook weer in deze plaats. Wij hebben vijf dagen uitgetrokken voor de route en zullen deze ‘counterclockwise’ rijden. Terwijl de ruitenwissers op volle toeren draaien, stoken wij de verwarming in de camper lekker op. We passeren Dornoch en Dunrobin Castle. Rond de klok van 19.00 uur arriveren we in Helmsdale. We vinden een geweldige wildkampeerspot op een verlaten strandje aan zee. Zin om te koken hebben we niet, dus wandelen we in regenjas gestoken het dorp in. Bij een lokale pub bestel ik een heerlijke Schotse pie en Bob gaat voor haggis, die hem verrassend goed smaakt.
Onze keuze om buiten de deur te eten blijkt een gouden greep: in de pub raken we aan de praat met een Engelsman die de NC500 al sinds 2002 jaarlijks rijdt. Hij geeft ons enkele geweldige tips en vertelt ons welke stukken we beter kunnen afkorten en waar we juist een omweg moeten nemen. Vol passie vertelt hij over zijn lievelingsplekjes op de route. Als dank voor zijn hulp beloven we hem een biertje als we hem onderweg nog treffen.
Helmsdale - Durness (NC500)
Als we wakker worden, tikt de regen op het tentdoek. Bob grapt dat we beter tot 15.00 uur in bed kunnen blijven liggen: dan wordt het droog. We staan toch maar op en kleden ons aan. Tijdens het ontbijt is het zowaar even droog. We starten de camper en rijden naar Strathy, vanwaar we, langs tientallen grazende schapen, wandelen naar Strathy Point. Op de rand van een klif staat een indrukwekkende oude vuurtoren. Op de ruige kliffen is maar één ander koppel aanwezig, maar meters onder ons hebben we meer gezelschap: er zwemmen zeehonden. Verrukt slaan we de beestjes gade. De dieren lijken zich bewust van ons gezelschap en lijken ons zelfs met net zo veel interesse te bekijken als wij hen.
Na een tijdje besluiten we deze vriendjes gedag te zeggen. Terwijl we over de kliffen klauteren, breekt de zon door: een uur eerder dan voorspeld! We lunchen bij een gezellig cafeetje in the middle of nowhere en als we met gevulde buiken naar buiten lopen, is het heerlijk warm. De temperatuur is zelfs zo goed dat ik, wanneer we arriveren in Durness, het niet kan laten om een duik in zee te nemen aan een prachtig goudgeel zandstrand.
We bezoeken de Smoo Cave, een uitgesleten grot waarin een waterval zou kletteren. Deze drupt enkel. Het is al laat, dus we houden het er maar op dat iemand hem al uit heeft gezet voor vandaag. Desondanks is het toch leuk om de grot te zien en het uitzicht vanaf de nabijgelegen kliffen is wederom prachtig. Helaas is hier geen wildlife te zien.
We parkeren ons huis op wielen een stukje van de weg af, naast drie andere campers. Terwijl er hamburgers garen op de barbecue, genieten we van het uitzicht op het water. Na het eten zoeken we de warmte van de camper op en spelen we een potje Keer op Keer onder het genot van een drankje. Wat hebben we genoten van het ruige landschap, de zeehonden en de zon!
Durness - Ullapool (NC500)
Ondanks de harde wind hebben we goed geslapen en als we de daktent openritsen, schijnt er een voorzichtig zonnetje. Op aanraden van onze Engelse vriend uit de pub ontbijten we bij Chocolate Mountain in het dorpje Durness. Hier zou je de beste warme chocolademelk ter wereld krijgen. Ik moet zeggen: hier is geen woord van gelogen. Bob, die niet houdt van chocomel maar toch een slokje wil proberen, merkt op dat het lijkt alsof hij vloeibare Côte d’Or drinkt. Ik kan hem geen ongelijk geven en durf niet na te denken over de caloriewaarden, maar lekker is het wel.
We vervolgen onze weg over de NC500 en passeren groene weides met honderden loslopende schapen, watervallen, kilometers paarse heide, uitgestrekte meren, verborgen baaien, vissersdorpjes en woest gebergte. We maken een korte en eenvoudige wandeling naar de Wailing Widow Falls, een prachtige waterval die uitmondt in een kabbelend riviertje. Van het uitzicht op de vele kleine Schotse eilandjes vanaf Drumbeg viewpoint worden we even stil en dat geldt ook voor het werkelijk adembenemende Clachtoll Beach. Ik kan me geen mooiere plek bedenken om een duik te nemen dan deze goudgele baai met zijn helderblauwe water. Onderweg smeren we een boterham en later drinken we bij het gezellige roadside café ‘Flossies’ een heerlijke kop koffie, die we buiten in de zon opdrinken.
Onze eindbestemming voor vandaag is Ullapool, waar we een plekje aan het water bemachtigen op de camping. We klappen de daktent en de tafel en stoeltjes uit. Bob draait een wasje terwijl ik mijn hardloopschoenen aantrek en op pad ga. Als ik gedoucht en wel terug ben is het al 20.30 uur. We besluiten in het dorp op zoek te gaan naar iets te eten. We laten ons vertellen dat de keuken van restaurant ‘The Ferryboat Inn’ tot 21.00 uur geopend is en inderdaad rent de serveerster letterlijk naar de keuken om onze bestelling op tijd door te geven. Wat een topservice! Queen Elizabeth is vanavond gestorven en terwijl we wachten op onze maaltijd, luisteren we naar een tv-uitzending over deze treurige gebeurtenis. Volledig verzadigd duiken we twee uurtjes later ons bedje in. We zijn het er over eens dat de etappe van vandaag met stip de mooiste van de route tot nu toe was.
Ullapool - Shieldaig (NC500)
Het heeft flink gestormd. Midden in de nacht begon het te druppen en hebben we samen de was binnen gehaald. Daarna is Bob nog eens opgestaan om te kijken of de luifel stevig stond. Eenmaal wakker moest ik plassen. Al met al geen geweldige nacht voor ons beide. Gelukkig is het droog en terwijl we spek en ei bereiden voor het ontbijt, breekt het zonnetje door. Terwijl we eten, bespreken we het programma van vandaag. We hebben gisteren een grotere afstand afgelegd dan verwacht. De tijd die we daarmee gewonnen hebben, gebruiken we om te shoppen. We doen boodschappen, scoren een koelkastmagneet en bezoeken de lokale boekhandel. Ik koop een zoveelste boek (paperbacks zijn hier enorm betaalbaar!) en ook Bob vindt een exemplaar dat hem aanstaat. Als we koffie halen, raken we aan de praat met een aantal Nederlanders, waarvan enkele bij ons uit de buurt blijken te komen. We wisselen wat tips uit en wandelen dan via een slijterij en een buitensportzaak terug richting de camper.
Inmiddels is al 14.00 uur, dus hoog tijd om onze trip over de NC500 voort te zetten! Over twee dagen moeten we in Fort William zijn voor de geboekte Jacobite-treinreis en tussendoor willen we nog een hike maken. Bob heeft sinds de vorige wandeling flink last van zijn knie, maar hopelijk lukt het om een mooie korte route af te leggen. We tanken, rijden de NC500 op en maken al vrij snel een stop bij het Corrieshalloch Gorge Viewpoint. Via een hangbrug wandelen we over de diepe kloof waar met grof geweld water doorheen kolkt. We maken een wandeling van een half uurtje langs de Gorge en genieten van het indrukwekkende uitzicht.
We vervolgen onze weg en zien hoe de heideplanten plaatsmaken voor grassen, mossen en bossen. De vele loslopende schapen waar we inmiddels aan gewend geraakt zijn, ontbreken op dit stuk van de route. Die loopt inmiddels over een tweebaansweg, terwijl de route de afgelopen dagen voornamelijk over een smalle weg met zo nu en dan een passing place liep. We parkeren de camper bij een kabbelend riviertje, klappen de campingstoeltjes uit en bereiden een heerlijk broodje hotdog. Na deze lunch rijden we nog twee uurtjes. Stoppen doen we alleen zo nu en dan voor een foto en voor een kop koffie en stukje vlaai to go bij Mountain Coffee, een café en tevens boekwinkel in Gairloch. We kijken onze ogen uit in Beinn Eighe National Nature Reserve. Dit berglandschap is weer heel anders dan alle landschappen die we tot nu toe gezien hebben. Bob merkt terecht op: ‘In Amerika of Canada zien we zoveel verschillende landschappen tijdens de hele vakantie, hier tijdens één route.’ Hij heeft gelijk: het noordwesten van Schotland is niet te vergelijken met onze eerdere bestemmingen. Het is echt prachtig.
Niet ver buiten het Beinn Eighe National Nature Reserve vinden we een mooie wildkampeerspot. We sprokkelen hout en Bob kookt terwijl ik de daktent gebruiksklaar maak. Het weer is nog steeds goed, dus we eten met ons bordje op schoot. ’s Avonds drinken we een drankje bij heerlijk knisperend kampvuur. Als dat geen vakantie is!
Shieldaig - Glen Nevis
De laatste dag van onze trip over de NC500 is aangebroken! Vandaag rijden we van onze wildkampeerplek bij Shieldaig naar Glen Nevis bij Fort William, waar we morgen de Ben Nevis hopen te beklimmen. Maar eerst gaan we nog een dagje genieten van de kust en het schiereiland Applecross.
Hoewel we in onze nopjes waren met onze wildkampeerplek, bleek gisteren al dat we die delen met een heleboel muggen. Het ontbijt slaan we dus maar even over op deze plek, maar we springen wel allebei gauw even onder onze campingdouche. De NC500 voert ons langs talloze ‘lochs’ en uiteindelijk bereiken we Applecross, een schiereiland met prachtig uitzicht over de Atlantische Oceaan en het Schots eiland Skye. Helaas blijkt er een wielerevenement gaande op Applecross, waardoor de weg twee uur versperd is. We kunnen dus niet verder en zoeken een parkeerplek aan zee op. Met uitzicht op het water maken we wat te eten klaar en lees ik een boek. Het weer is vandaag echt waanzinnig goed en op mijn campingstoeltje aan de glitterende zee, waan ik me in een tropisch oord.
We besluiten een sanitaire stop in te lassen bij een restaurantje vlakbij, dat Walled Garden heet. Deze plek doet zijn naam eer aan: we drinken een glas bier en een glas wijn middenin een prachtige bloementuin die omgeven is door een oude muur. Een prachtige plek om wat te eten of te drinken!
De weg is inmiddels weer vrij voor verkeer en we vervolgen onze route. Dit stuk over de NC500 staat bekend om zijn steile hellingen en de remmen van onze T3 camper hebben er wat moeite mee. We laten hem zo goed als lukt met het tegemoetkomende verkeer op de eenbaansweg met passing places, naar beneden rollen in de eerste versnelling. Onderweg genieten we van adembenemende vergezichten. Deze dag is nu al, mede dankzij de heerlijke temperatuur, een hoogtepunt van onze reis.
We hebben nog een flink aantal kilometers af te leggen, maar kunnen het niet laten om op verschillende viewpoints te stoppen voor wat foto’s. Bij Dornie rijden we langs Eilean Donan Castle, een schitterend oud fort waar drie zeeën/lochs elkaar ontmoeten: Loch Long, Loch Duich en Loch Alsh. We hebben geen tijd voor een tour, maar wandelen wel over de loopbrug en om het kasteel heen. Wat een plaatje!
Tegen 19.00 uur bereiken we Fort William, waar we kort stoppen voor boodschappen en vervolgens een plekje bemachtigen op het nabijgelegen Glen Nevis Caravan & Camping Park. Deze camping heeft verschillende prijzen gewonnen en wij snappen wel waarom: vanaf onze campingplaats kijken we uit op de majestueuze Ben Nevis, de hoogste berg van het Verenigd Koninkrijk. Terwijl we steak van de barbecue en zelfgemaakte macaronisalade eten, genieten we van dit magnifieke uitzicht.
Na het eten duiken we vrij snel de daktent in, want het koelt buiten enorm snel af. Bij de receptie hoorde Bob al iemand grappen dat diegene het de dag ervoor zó koud had, dat hij overwoog in het toiletgebouw te overnachten. Dat zien we niet zitten, dus terwijl onze adem wolkjes vormt in de lucht, spreiden we een extra slaapzak uit over ons dekbed en trek ik een heleboel laagjes kleding aan. We besluiten vroeg op één oor te gaan liggen. Morgen hebben we een zware dag voor de boeg.
Glen Nevis (Ben Nevis)
De wekker gaat vandaag om 07.00 uur, maar deze schone slaapsters krijgen het voor elkaar drie kwartier te snoozen voordat ze opstaan. Later dan gepland zitten we aan het ontbijt en bereiden we ons voor op de tocht naar de top van de Ben Nevis. De receptioniste waarschuwde dat het boven erg koud is, dus ik trek meerdere lagen kleding aan: een topje, een trui, een jas en ik prop een extra trui en regenjas in mijn rugzak. Ons proviand en flessen water passen er maar net bij.
Vol goede moed beginnen we om 10.00 uur aan onze hike. First stop: het visitor centre. Helaas zijn we al ruim een kilometer onderweg voordat we ontdekken dat we de verkeerde kant uit gaan. Het ziet ernaar uit dat we een wat grotere afstand afleggen dan de bedoeling was. En dat terwijl de tocht naar de Ben Nevis en terug al 16 km lang is, met 1344 af te leggen hoogtemeters.
Op weg naar boven gaat alles voorspoedig: in een aardig tempo laten we het visitor centre achter ons. De eerste etappe hebben we het vooral erg warm: ik ben blij dat ik een topje draag, want Bob loopt te zweten in zijn trui. Gelukkig daalt de temperatuur hogerop. Dit loopt een stuk prettiger. Als we bijna aan de top zijn, lopen we een wolk in en zakt de temperatuur drastisch. We zijn blij dat we onze jassen niet voor niks hebben meegesleept. Keurig volgens schema bereiken we de top, waar we de overgebleven macaronisalade verorberen en trots beginnen aan de afdaling. Op de heenweg waren onze ogen vooral gericht op het steile uit keien bestaande pad, maar nu worden we getrakteerd op een waanzinnig uitzicht over het dal. Bob z’n knie speelt op en tandenknarsend vervolgt hij de tocht naar beneden.
In de Ben Nevis Inn drinken we een drankje op onze prestatie: we hebben zo’n 19 km afgelegd binnen 8 uur. Daar mogen we trots op zijn, want gemiddeld staat voor de wandeling zónder detours zo’n 16 km, waar de gemiddelde Ben Nevis-wandelaar 6-8 uur over doet. Wij zijn tevreden! Op de camping spoelen we het wandelzweet van ons af tijdens een uitgebreide douche, waarna we de dag afsluiten met een heerlijke maaltijd in de nabijgelegen pub. We duiken vandaag weer vroeg ons bed in. We hebben wat energie aan te vullen!
Glen Nevis (Fort William - Mallaig)
Ondanks onze prestatie van gisteren beginnen we de dag vandaag weer met een wandeling: we hebben een rit met de Jacobite-train geboekt. Omdat die activiteit pas rond 19.00 uur afgelopen is, besluiten we ons verblijf op de camping met een nacht te verlengen; we hebben geen zin om vanavond laat nog op zoek te gaan naar een nieuwe overnachtingsplaats. Aangezien er vandaag niet gereden wordt, besluiten we eerst een kijkje te nemen bij de Ben Nevis Distillery. De tours zijn volgeboekt, maar de bar is open. Na een wandeling van een uur zit Bob in de distilleerderij om 10.00 uur ’s ochtends aan zijn eerst whisky en ik aan mijn tweede cappuccino. Tot onze grote verbazing is Bob niet de enige die al aan de alcohol zit.
Het treinstation van West Coast Railways ligt een halfuur wandelen verderop en uiteindelijk komen we daar ruim voor vertrek van de Jacobite train aan. We besluiten nog een rondje te lopen door Fort William, dat een gezellige winkelstraat blijkt te hebben. We lunchen bij een Amerikaanse diner met pancakes en een broodje brisket met pulled pork en moeten ons uiteindelijk haasten om de trein te halen.
De treinreis zelf valt ons helaas tegen. Als Harry Potter-fan keek ik enorm uit naar deze rit, maar vanuit het treinstel zie je amper iets van de route die de ‘Hogwarts Express’ aflegt over het broemde Glenfinnan Viaduct. De tientallen(!) mensen die buiten staan te kijken, hebben beter zicht. Ook buiten deze highlight is er weinig te zien door de dichte mist en regen. Eenmaal in Mallaig is het droog, maar in het dorpje lijkt weinig te beleven. We besluiten daarom een Wildlife-tour te boeken en gaan met een boot op zoek naar zeehonden, walvissen en dolfijnen. Die laatste zien we helaas niet, maar tijdens onze trip spotten we wél tientallen zeehonden en zelfs een Minky Whale. Die blijkt helaas cameraschuw, maar we vinden het maar wat gaaf dat we dit enorme zeewezen hebben mogen aanschouwen.
Eenmaal terug in Fort William wandelen we terug naar de camping. Het schemert al en onderweg spotten we een hert in de struiken. Op de camping trekt Bob een biertje open. Terwijl onze adem wolkjes vormt in de lucht, tellen we sterren en vallen we onder vier dekens in slaap in de daktent.
Glen Nevis - Sligachan (Isle of Skye)
Na drie nachten wordt het tijd om de Glen Nevis Caravan & Camping Park gedag te zeggen. We gaan op weg naar Skye! Naast de ingang van de camping staat een kraam die speciale friet, koffie en ontbijt aanbiedt. Omdat we niks meer op voorraad hebben, besluiten we na het douchen en inpakken naar voren te rijden voor een heerlijke breakfast bowl. Helaas blijkt de kraam dicht op dinsdag. Dan maar eerst naar het Ben Nevis Visitor Centre, waar we een koelkastmagneet willen scoren en een leuke trui hebben gezien. Op de deur hangt een briefje met een tijdstip en de boodschap ‘Back in 30 minutes’. Dan maar wachten. Een leuk Brabants echtpaar houdt ons gezelschap en we kletsen over onze vakanties. Bijna een uur later gaat de deur eindelijk open en kunnen we onze souvenirs kopen. Hadden we nu toch maar eerst ergens ontbeten… Die gedachte blijft ons achtervolgen, want alle restaurants op onze route blijken dicht. Uiteindelijk scoren we een beker yoghurt bij een buurtsuper om onze honger te stillen.
Over de brug rijden we via Kyle of Lochalsh het eiland op. Onze eerste stop is de Talisker Distillery. Tot nu toe zit het Bob niet mee qua distilleerderijen: een aantal paste niet op onze route, een aantal was dicht en een aantal bleek al volledig volgeboekt voor de komende weken. Zo ook de Talisker distilleerderij. Een e-mailtje mocht niet baten: we hadden een tour blijkbaar al weken vooraf moeten boeken. Wel zouden de bar en het proeflokaal open zijn. Eenmaal ter plaatse blijkt het Bob helaas echt niet gegund: vanwege een personeelsgebrek zijn beide gesloten. Voor een rondje souvenirwinkel bedanken we vriendelijk.
Op naar onze volgende stop: Talisker Bay. Deze baai is alleen te bereiken via een wandelpad. Hoewel ik aardig wat spierpijn heb na het beklimmen van de Ben Nevis, leggen we zonder klagen de wandeling van ruim een half uur af. Bob onderzoekt met behulp van de drone of er zeehonden aan de kust liggen en ik klauter over de keien op zoek naar schelpen. Zeehonden zijn er niet, wel valt mijn oog op aangespoelde botten. Bob vermoedt dat die van een schaap zijn. Het zal me niet verbazen en niet voor het eerst vraag ik me af hoeveel van de loslopende schapen jaarlijks sneuvelen als gevolg van een aanrijding of val van de kliffen. Brrr.
Terwijl we teruglopen naar de camper, onderzoeken we of we nog terecht kunnen bij de Oyster Shed voor wat te eten. Volgens de Engelsman die we op de NC500 ontmoetten, kun je hier heerlijk eten. Helaas blijkt de shed al dicht te zijn. Dan maar eerst een camping. We vinden een plek op Sligachan Campsite en tikken £ 10,- per persoon af. De campingeigenaar gebaart ons te parkeren waar we maar willen. Veel meer dan een groot veld met een simpel toiletgebouw is het dan ook niet, maar wat ons betreft is het prima. We draaien en wasje en steken de weg over naar Seumas’ Bar, waar we wat te eten hopen te krijgen. Helaas voor ons is er Schotse livemuziek en is het restaurant afgeladen vol. Dan maar eten op de camping. Ik maak fajitas en na het eten wagen we een nieuwe poging. Inmiddels is er een tafel vrij. Bob drinkt een flight of whisky en ik bestel een wijntje. Op de achtergrond spelen de muzikanten nog altijd Schotse klanten. Om 23.00 uur maken we het licht mee uit en begeven we ons naar de camper. Wat een leuke ervaring!
Sligachan - Loch Beag
Ik schrik wakker van een geluid dat ik niet direct kan plaatsen. Als ik mijn hoofd uit de tent steek, blijkt het afkomstig te zijn van een motor. Terwijl de bestuurder zijn navigatiesysteem instelt, laat de hij de motor flink bulderen. Dat hij daarmee de halve camping wekt, lijkt hem niet te deren. Wat asociaal. Stiekem komt het wel goed uit, want het is de hoogste tijd om op te staan. Terwijl ik me naar het toiletgebouw beef, weersta ik dan ook de neiging om de man een vuile blik toe te werpen.
Na een opfrisbeurt onder een lauwe waterstraal, ontbijten we met brood en koffie, waarna Bob ook snel onder de douche springt. Op aanraden van een begeleider van een groepsreis die we tijdens deze vakantie per toeval twee keer troffen, staat er vandaag een wandeling op het programma: de Quiraing-hike. Deze wandeling van 7 km is alleen te maken met goed weer. Als het te nat is, is het risico om uit te glijden over de smalle paadjes te groot. We hebben geluk: het is droog en bewolkt als we aan de voet van de berg staan. Gaandeweg komt er zelfs een zonnetje door! We wandelen, klimmen en klauteren en laten het gros van de toeristen achter ons. Het ziet ernaar uit dat een gedeelte hier alleen het eerste gedeelte loopt voor de foto’s. Zo zitten wij niet in elkaar en ondanks de Ben Nevis-spierpijn, vervolgen wij onze weg langs steile afgronden en ruige rotsen. Onderweg worden we getrakteerd op een weids uitzicht over een groene vallei, de oceaan en ruig gebergte. Het landschap is prachtig en we moeten de reisleider gelijk geven: dit is de mooiste wandeling die we tot nu toe gemaakt hebben.
Ondanks dat de wandeling ons zo goed bevallen is (we liepen zelfs naar beneden onder begeleiding van de lieflijke klanken van een doedelzak, Schotser kan niet!), snappen we de hype rondom Skye eerlijk gezegd niet helemaal. Het eiland is prachtig, maar haalt het wat ons betreft niet bij de laatste dagen die we op de NC500 aflegden. Bob stelt dat Skye een samenvatting is van alles wat we tot nu toe al gezien hebben in Schotland, maar niet perse mooier. Ik sluit me daarbij aan: ik kan me voorstellen dat als Skye prachtig is als het één van je eerste stops in Schotland is.
We rijden naar Kilt Rock, waar we de kliffen en de Mealt Falls-waterval bewonderen. Vervolgens warmen we op een parkeerplaats een soepje op als lunch. We besluiten de rest van het eiland vanuit de auto te bekijken en alvast koers te zetten naar het vasteland. Wij hebben het hier wel gezien. Er blijkt geen tijdslot meer beschikbaar voor de ferry, dus een paar uur later verlaten we Isle of Skye op dezelfde weg als we gekomen zijn: via de brug. Via Park4Night vinden we een fantastische campingplaats aan Loch Beag, waar Bob met de drone speelt terwijl ik een heerlijke garnalencurry bereid. Het waait hard aan het meer, dus na het eten zoek ik al snel de warmte van de daktent op terwijl Bob een aflevering van zijn favoriete serie streamt. Ik vind het prima: eindelijk heb ik weer wat tijd om te lezen!
Loch Beag (Isle of Skye) - Balmaha (Loch Lomond National Park)
Als we het tentdoek openritsen, staat de zon al hoog aan de hemel. Het belooft een mooie dag te worden! Het waait wel hard, dus ik verruil mijn pyjama gauw voor een trui en warme jas. Terwijl Bob de olie van de camper verwisselt, smeer ik wat boterhammen. Een uurtje later zijn we klaar voor vertrek.
We zetten koers naar Loch Lomond National Park, waar we op weg naar Newcastle een laatste nacht in de natuur willen doorbrengen. Het einde van de vakantie komt in zicht! Een hele tijd komen we geen winkels en cafeetjes tegen. Balen, want we hebben de koffie vanmorgen overgeslagen. Net voordat we Loch Lomond binnenrijden, ontdekken we een kleine buurtsuper. Helaas blijkt het pinautomaat buiten gebruik. Er zit niks anders op dan door te rijden. We volgen een mooie bosweg langs het beroemde meer en een uur later parkeren we de camper in Luss. Daar drinken we eindelijk een bakkie pleur, eten we een gebakje en scoren we wat souvenirs. Met gevulde magen zoeken we het dichtstbijzijnde Visitor Centre in Balloch op. Daar winnen we wat informatie in over het park. Tijd voor een hike hebben we helaas niet, maar we willen morgen graag een paar uurtjes kanoën op Loch Lomond. De dame van het Visitor Centre wijst ons waar het verhuurbedrijf gevestigd is en we nemen alvast een kijkje zodat we morgen weten waar we moeten zijn. Daarna halen we ingrediënten voor de laatste barbecue van deze reis.
We rijden naar Balmaha, waar bij een oud postkantoor een ferry naar het kleine eilandje Inchailloch gaat. Helaas blijken we te laat; de eerstvolgende vaart gaat morgenochtend. Dan maar een drankje bij het nabijgelegen restaurant The Oak Tree. Onder een reusachtige eikenboom genieten we van een biertje en een cappuccino. Best goed vertoeven hier in de zon. Met de jassen aan, maar toch!
We besluiten een overnachtingsplaats te zoeken. Park4Night dirigeert ons over een landweggetje naar een kleine parkeerplaats. We kijken uit op hoog gras en bijna uitgebloeide wilde bloemen. In de verte ontwaren we nog net de bergtoppen van het nationaal park. Niet zo’n mooie spot als gisteren, maar we hadden het slechter kunnen treffen. In elk geval is het windstil en zijn er geen muggen! Ik werk aan het reisverslag terwijl Bob zich ontfermt over de daktent en het eten. De luifel klappen we eens niet uit: onder het genot van een broodje hamburger, pikken we de laatste zonnestralen mee. Als de zon allang onder is, krijgen we gezelschap van een Schot van middelbare leeftijd die zijn hond uitlaat en verlegen lijkt om een praatje. We brengen we zeker een half uur kletsend door met deze local. Gezellig! Als hij afscheid heeft genomen, zitten we nog een hele tijd naast de hete kolen die over zijn van de barbecue. Boven ons fonkelen honderden sterren.
Loch Lomond National Park - Rowlands Gill (Newcastle upon Tyne)
Als ik de daktent openrits, word ik verblind door een heerlijk warm zonnetje. Ik krijg direct zin om te gaan hardlopen en trek mijn sportkleding en schoenen aan. Terwijl ik een ochtendrondje door Loch Lomond ren, bergt Bob de tent op en gaat in de zon zitten lezen. Na mijn run gebruik ik onze campingdouche om me op te frissen, waarna ik me aankleed en een boterham eet. Even later zijn we onderweg naar Balloch. Bij het kanoverhuurbedrijf krijgen we te horen dat het te hard waait om te kanoën; kajakken kan wel. Ook prima. Vanwege de hoge golven besluiten we het op aanraden van de medewerkster bij een uurtje te houden. Hier zijn we uiteindelijk blij mee, want hoewel we genieten op het water en de zon nog altijd hoog aan de hemel staat, is het best vermoeiend om de wind en golven trotseren.
Na onze kajaktocht bezoeken we het winkelcentrum van Loch Lomond Shores, waar we een lokale whisky kopen en wat rondstruinen. We stillen onze honger en besluiten dan de camper op te zoeken. We zetten koers naar de oostkust van Engeland, vanwaar we morgen terugvaren naar IJmuiden. Onze eindbestemming is een voorstad van Newcastle upon Tyne, waar we een bezoek brengen aan een grote supermarkt om de laatste lokale producten in te slaan. Enkele kilometers verderop vinden we een camping.
Ons idee was om de laatste nacht voor comfort te gaan, maar als we het terrein oprijden beseffen we direct dat we beter hadden kunnen wildkamperen. Dit kampeerterrein ziet er niet uit alsof er ooit toeristen komen; de mensen die we zien lijken de trailers en caravans permanent te bewonen. Terwijl we bij gebrek aan een staplaats het grasveld voor het toiletgebouw innemen, worden we nieuwsgierig gadegeslagen. Om ons heen wordt luidkeels geroepen en gescholden en gillende kinderen rijden af en aan op elektrische stepjes. Nee, ons soort camping is het niet. Waar we wel blij van worden is ons avondeten: Engelse fish & chips met zout en azijn van een snackbarretje tegenover het campingterrein. We genieten van deze lekkernij op het aftandse picknickbankje bij onze geïmproviseerde camperplaats. Wat een heerlijk gerecht om onze vakantie mee af te sluiten!
Newcastle upon Tyne - IJmuiden
Aan alles komt een einde en dat geldt ook voor onze campervakantie in het mooie Schotland. Voor (voorlopig) de laatste keer worden we wakker in onze daktent, waarna we tosti’s bakken. Ons brood moet op! Daarna pakken we in en rijden we naar Newcastle upon Tyne om nog even te shoppen voordat we kunnen boarden. Het duurt even voordat we een parkeerplek gevonden hebben (onze camper is te hoog voor de ondergrondse parkeergarage), maar uiteindelijk lopen we toch door Eldon Square, een groot shopping centre.
Lang de tijd hebben we helaas niet, want om 12.00 uur mogen we ons melden bij DFDS voor de terugtocht. Op de heenreis waren we vrij laat en mochten we als gevolg daarvan als één van de laatsten van de boot af. Nu zijn we van plan vooraan in de rij aan te sluiten. Als we een uur te vroeg arriveren, blijken we niet de enigen met dat idee te zijn. Er hebben zich al twee rijen met campers gevormd. Op goed geluk beginnen we een derde rij. Na de paspoortcontrole staan we nog drie uur te wachten tot we eindelijk de boot op mogen. Best lang zonder eten, drinken en toilet. Ik lees wat terwijl Bob zit te duimendraaien.
Eenmaal aan boord zoeken we onze hut op en gaan we een drankje drinken in de bar. Het is druk op de boot, er lijken veel meer passagiers te zijn dan op de heenweg. Misschien omdat we nu in het weekend varen. Gelukkig hadden we al gereserveerd in het restaurant. Tot we aan tafel mogen genieten we op het dek van de golven en de ondergaande zon. Na het eten kruipen we op tijd ons bed in. De boot deint flink en we lijken wel in een waterbed te liggen! Ik vind het eigenlijk wel rustgevend en slaap als een roos.
De volgende ochtend is het bij het ontbijt alweer zo druk. Bob haalt wat te eten terwijl ik een tafel claim. We krijgen gezelschap van twee vreemde mensen, die geen vrij plekje kunnen vinden. Terwijl we eten naderen we het vasteland en we zien de boot de haven van IJmuiden binnenvaren. In onze hut verzamelen we onze spullen en wachten we tot ons autodek omgeroepen wordt. Op de heenweg deelde het personeel handige kaartjes uit zodat je wist waar je voertuig geparkeerd stond. Gisteren stond er geen medewerker, maar vond ik wel een kaartje dat op een richel was achtergelaten. Als het startsein wordt gegeven en we met onze bagage afdaalden naar het betreffende dek, blijken hier alleen personenauto’s te staan. Niet het goede dek; dat kaartje was duidelijk verdwaald. Zelf lukt het ons niet om de camper terug te vinden (wat een doolhof!), maar met de hulp van een medewerker lukt het uiteindelijk toch. Net op tijd, want de truck die vóór onze camper geparkeerd stond, is al op weg naar buiten. Blijkbaar is dit dek allang omgeroepen. We sprinten de wachtende voertuigen voorbij en nemen plaats, waarna Bob het gaspedaal intrapt. Mogen we als één van de eersten eruit, zijn we zelf te laat! In elk geval heeft het lange wachten van gisteren geloond.
Op de automatische piloot stuurt Bob de camper de rechter weghelft op. Gek hoe dat weer vanzelf gaat. We stoppen bij Starbucks voor een lekkere coffee to go en beginnen aan onze rit naar het zuiden. Eenmaal thuis maken we de camper leeg. Al snel prijken de souvenirs op het magneetbord, ligt de tafel bezaaid met spullen en draait het eerste wasje in de machine. Tijd om de honden op te halen! Zo te merken hebben ze het goed gehad bij het pension: na een eerste begroeting duikt de jongste meteen de wei in om te spelen. Gelukkig heeft hij toch zin om mee naar huis te gaan. Koken hoeven we vandaag niet: we zijn voor het eten uitgenodigd bij Bobs ouders, die zelf pas net terug zijn uit Noorwegen. Wat een luxe! Tijdens een heerlijk driegangenmenu wisselen we vakantieverhalen uit. Weer thuis nemen we nog lekker even plaats bij de haard. We realiseren ons dat we enorm geboft hebben met het weer en de temperatuur in Schotland. Het zal wel even duren voordat we aan dit Nederlandse herfstweer gewend zijn!